Aan de Bloemmolen op het bedrijventerrein Vorst in het Brabantse Boxtel staat een groenig, glooiende hedendaagse bunker. Het zwaar beveiligde complex oogt als een bajes. In zekere zin klopt dat wel. Het gaat om een gloednieuw computercentrum van Rabobank waaruit data niet mogen 'ontsnappen'.
De afgelopen dertig jaar was de plek, waar Rabobank het nieuwe computercentrum heeft neergezet, in gebruik als maisveld. Tweeduizend jaar geleden stond er zelfs nog een Romeinse boerderij en bewerkten boeren de grond. Daar kwam de Heemkundekring Boxtel achter tijdens het archeologisch onderzoek dat mocht worden uitgevoerd voordat de bouw begon. Geboerd wordt er echter niet meer op dit deel van de Lennisheuvel, een van de kernen van de gemeente Boxtel. Wel worden er vanaf 2012 dagelijks miljoenen financiële transacties verwerkt. Het nieuwe datacentrum, dat samen met een identiek ingerichte locatie in Best een 'twin-datacenter' vormt, is opgeleverd. De komende anderhalf jaar staat in het teken van de migratie van de systemen die nu nog in het huidige hoofdrekencentrum van Rabobank in Zeist draaien.
Vitaal
In vijftien maanden tijd verrees er in Boxtel een gebouwencomplex, bestaande uit een computercentrum, vier energiegebouwen en een ellipsvormig kantoor. Neergezet 'boven het maaiveld' om beschermd te zijn tegen eventuele wateroverlast. De investeringskosten bedragen honderdveertig miljoen euro. Voor Rabobank is het datacentrum een vitaal element in de bedrijfsvoering. Vanwege de grootte en het belang van het project organiseerde de bank een feestelijke opening én een open dag voor de inwoners van Boxtel. Eenmalig, want pottenkijkers zijn inmiddels niet meer welkom.
Levenscyclus
De grote computervloer van 6500 m2 is grotendeels gevuld met serverracks, netwerkapparatuur, bekabeling (onder andere Systimax, Optix) en computairs (koelingsystemen). 'In mei voeren we acceptatie- en integratietesten uit voor de ict-infrastuctuur', zegt Harry Grevinga, programmamanager Datacenter Strategie van Rabobank. 'Daarna start de migratie van de systemen vanuit ons huidige computercentrum in Zeist. Om de dagelijkse operatie zo min mogelijk te storen gebeurt veel werk 's nachts, in het weekeinde of tijdens de feestdagen. Voor het Siebel-klantbeheersysteem hebben we bijvoorbeeld in 2011 Pasen en Pinksteren gereserveerd.'
Het it-landschap in Zeist bestaat uit een aantal zware systemen (IBM-mainframe, Tandem, Unix) en HP X/86-servers, en een aantal Linux-servers waarop het interne beheersysteem draait. Zo'n tien procent van de apparatuur verhuist mee naar Boxtel. De bank schaft veel nieuwe apparatuur aan omdat het in de planning van de migraties zoveel mogelijk rekening houdt met het einde van de levensduur van machines ('lifecycle management') en er gekozen is voor nieuwe clustertechnologieën en virtualisatietechnieken. Die maken het mogelijk transactieverwerkingen op twee fysiek gescheiden locaties (Boxtel, Best) gelijktijdig uit te voeren. Rabobank selecteerde de clusteroplossingen van Microsoft, VMware en Oracle (RAC); bij de mainframes past de bank de virtualisatietechnologie GDPS toe, vertelt Grevinga.
Herrie
De energie-installatie voor het datacentrum is verdeeld over vier zogeheten energiegebouwen aan de zijkanten van het complex. Er staan powergeneratoren, noodstroomvoorzieningen, warmtepompen en koeltorens. Mocht er een grote stroomstoring ontstaan dan kan het complex 48 uur op eigen kracht als een eilandbedrijf functioneren. Het noodstroomaggregaat van Zwart Techniek staat continu standby en veroorzaakt een oorverdovende herrie. Gelukkig staat de dieselgenerator in een aparte ruimte. Grevinga: 'Wij hebben gekozen voor een 'dynamic no break', wat inhoudt dat de generator niet hoeft te worden opgestart in een noodsituatie. Dat vergroot de betrouwbaarheid en verkleint de kans op dataverlies. Over deze keuze valt te twisten. Andere partijen geven de voorkeur aan een 'static no break'. Zij menen dat de generator door het continu draaien te snel slijt met kans op storingen.' In het energiegebouw hangt een bordje met de tekst 'Watermist blussing'. De programmamanager legt uit dat in geval van brand er met een deken van nevel wordt geblust. 'Mistschade aan apparatuur is minder ernstig dan waterschade.'
Stroom vreten
ICTRoom en KPN-dochter Getronics helpen de bank mee met de inrichting van het rekencentrum. In principe is de computerzaal onbemand en wordt het op afstand beheerd vanuit het nieuwe hoofdkantoor in Utrecht. De temperatuur op zaal wordt stelselmatig op 22 graden Celsius gehouden. Toch zijn er deskundigen die stellen dat zoveel koeling niet nodig is, en dat de apparatuur ook bestand moet zijn tegen een temperatuur die tussen de 30 en 36 graden ligt. 'Dat is vooral nog een theoretisch verhaal. Wij durven dat risico nu niet aan.'
Het grote rekencentrum vreet stroom. Samen met het opgeknapte datacentrum in Best zal de locatie in Boxtel vanaf 2012 verantwoordelijk zijn voor zo'n 22 procent van de totale energieconsumptie van de Rabobank in Nederland. Om het energieverbruik in te perken zijn tal van maatregelen genomen, zoals het gebruik van energie-efficiënte koeling, waarbij lucht van onder de verhoogde computervloer in een 'cooling alley' wordt geblazen ('cold-air containment'). Hierbij koelt de koude lucht alleen de apparatuur, in plaats van de gehele ruimte en wordt de door de apparatuur afgegeven warme lucht strikt gescheiden afgevoerd en hergebruikt voor bijvoorbeeld het verwarmen van het kantoorgebouw. Verder wordt 's winters de kou opgeslagen in de bodem (middels een 'aquifer'), die vervolgens in de zomer in warme periodes voor koeling valt te gebruiken.
Maaiveld
Aan de ontwikkeling van het datafort in Boxtel zijn tal van duurzaamheidseisen gesteld, zoals het gebruik van groene energie (is windenergie geworden). Ook moest het te bouwen twincenter met duurzame materialen worden ingebed in de natuurlijke omgeving, het buitengebied van Boxtel. Architectenbureau Van Aken koos ervoor de servergebouwen te herbergen onder een natuurlijk hellend warmteafstotend groen dak, wat aan de achterzijde het maaiveld inloopt. Het parkeerterrein is overdekt met een pergola en moet op den duur aan het zicht worden onttrokken. Waar in vroegere tijden de boerenschuur nog een archetypisch element was, zet Rabobank de toon met een datahal die past in een landelijke omgeving.
Apart in de tekst staat: ”
Het noodstroomaggregaat van Zwart Techniek staat continu aan…”, terwijl er in het filmpje gesproken wordt dat de noodstroomaggregaat pas in werking treed bij een stroom onderbreking. Dit is een essentieel punt waarop de energiefactor wordt berekend (1,3 in het filmpje). Ben benieuwd hoe deze factor zich verhoudt wanneer er opgeschaald gaat worden.
Opmerking auteur: Het staat er inderdaad wat onduidelijk. Ik heb er standby van gemaakt ipv ‘continu aan’. Waar het op neer komt is dat er in een ‘dynamic no break’-situatie sprake is van een vliegwielconstructie. Een motortje draait continu een vliegwiel aan in de generator (vandaar de herrie), waardoor, mocht de spanning wegvallen, de dip direct een paar seconden opgevangen kan worden, waarna de generator het overneemt en zorgt voor de stroomvoorziening.
Bij een ‘static no break’ is er sprake van een batterij die de dip opvangt. Die batterij houdt het zo’n twintig minuten vol. Intussen is de generator opgestart en zorgt het daarna voor de stroomvoorziening.
Een nadeel van deze constructie is dat de batterijen na een paar jaar vervangen moeten worden. Rabobank heeft een voorkeur voor ‘dynamic no break’ en zegt te hebben laten doorbereken wat de energiekosten voor het laten draaien van de motor zijn. Die zouden volgens de bank aanvaardbaar zijn.
Rik Sanders