Chipfabrikant Intel gaat in beroep tegen de boete van ruim een miljard euro die de Europese Commissie het bedrijf oplegt. Eurocommissaris Neelie Kroes 'heeft belangrijk bewijsmateriaal dat de bevindingen in deze uitspraak weerlegt, buiten beschouwing gelaten of niet opgevraagd', stelt algemeen directeur Paul Otellini. Het bewijsmateriaal zou aantonen dat 'de markt bedrijven beloont wanneer ze goed presteren en omgekeerd reageert wanneer ze dat niet doen.'
Eurocommissaris Neelie Kroes legde Intel op 13 mei 2009 een recordboete van 1,06 miljard euro op. Ze acht het bewezen dat Intel in het verleden computerfabrikanten verborgen kortingen verleende als zij geen processors van concurrenten in hun producten zouden plaatsen. Ook zou de chipmaker subsidies geven aan winkels die alleen computers verkochten die Intel-chips gebruiken.
Intel wijst de aantijgingen van de hand. 'Wij zijn van mening dat deze beslissing onjuist is en voorbijgaat aan de realiteit van een uiterst concurrerende markt', zegt topman Otellini. Hij is van oordeel dat de handelspraktijken niet in strijd zijn met Europese wetgeving. 'In een concurrerende markt waarin slechts twee belangrijke spelers actief zijn, is het vanzelfsprekend dat wanneer het ene bedrijf wint, het andere verliest.' Hij voegt er aan toe dat Intel producten nooit onder de kostprijs verkoopt en voortdurend investeert in innovatieve technologie.
Inval
De tweede speler waar Otellini op doelt, is branchegenoot AMD. Dat bedrijf maakte de zaak in 2000 aanhangig bij de Europese Commissie. Computerfabrikanten zouden volgens AMD door Intel zijn benaderd voor exclusiviteit. In februari 2008 deden ambtenaren van de Europese Commissie een inval in het Europese hoofdkantoor van Intel in München. Ook bezochten ze enkele elektronicawinkels op zoek naar bewijzen van onoorbare afspraken met de chipfabrikant.
Ondanks het hoger beroep, zegt Intel te blijven samenwerken met de Europese Commissie.