De Ondernemingskamer Amsterdam wijst de verzoeken van Gerard Willemse en Marigot Investissements, het investeringsvehikel van Willemse, af om het onderzoek naar Inter Access uit te breiden. Toch is Willemse, oprichter van Inter Access, tevreden over de uitspraak. In zijn ogen heeft de Ondernemingskamer namelijk de scope van het te voeren onderzoek breed genoeg gedefinieerd.
Gerard Willemse, oprichter en ex-grootaandeelhouder, vroeg de Ondernemingskamer afgelopen 21 oktober het onderzoek naar de gang van zaken bij Inter Access Groep uit te breiden. Willemse wilde het budget voor de aangewezen enquêteur Willem Jan van Andel laten verhogen van 25.000 euro tot 100.000 euro. Ook vroeg hij om een extra onderzoeker (J. den Hoed RA) die met financiële kennis de jurist Van Andel bijstaat. Verder droeg hij een aantal onderwerpen aan dat in zijn ogen in het onderzoek aan de orde moet komen.
Noodzaak
De Ondernemingskamer oordeelt dat in de beschikking van 31 december 2009, waarbij het bevool een onderzoek in stellen naar het beleid vanaf de herstructurering vanaf 2003 en de oorzaken van de financiële problemen bij de automatiseerder, al duidelijk genoeg is aangegeven wat de reikwijdte van het onderzoek is. Verder stelt de Ondernemingskamer dat het Van Andel vrij staat om het onderzoek naar eigen inzicht uit te voeren. Mocht hij de behoefte hebben aan een tweede onderzoeker, die deskundig is op een bepaald gebied, dan kan hij hiertoe een verzoek indienen. Maar, waarschuwt de Ondernemingskamer, gelet op de financiële toestand van Inter Access, moet er echt een noodzaak bestaan voor zo'n verzoek, want de kosten komen voor rekening van het bedrijf.
Glas halfvol
Desondanks toont Willemse zich tevreden over de uitspraak. Hij is vooral blij met de alinea over de reikwijdte van het onderzoek en meent dat de Ondernemingskamer de scope van de te voeren enquête dusdanig breed genoeg heeft gedefinieerd dat aan zijn wens is voldaan. Volgens Willemse heeft hij van het begin af aangestuurd op een zo breed mogelijk onderzoek naar de gang van zaken bij de herstructurering van de Inter Access Groep, terwijl de tegenpartijen de scope zo beperkt mogelijk wilden houden. 'Ik ben ervan overtuigd dat hiermee boven water zal komen dat de waardering van de vennootschap, die mij mijn meerderheidsbelang heeft gekost onjuist is.'
Wake-up call
Het geschil tussen de voormalige bestuursvoorzitter van Inter Access en de raad van bestuur en raad van commissarissen van Inter Access dateert van de tweede helft 2009. Op 31 december 2009 besloot de Ondernemingskamer het meerderheidsbelang van oprichter Willemse middels een conversie van een achtergestelde lening van Rabo Participaties (Rapar) te verwateren van 60 procent naar 11 procent. De meerderheid van de aandelen en daarmee de zeggenschap kwam daardoor in handen van investeerder Rapar.
Volgens Willemse is het de eerste keer in de geschiedenis dat de Ondernemingskamer de macht van een meerderheidsaandeelhouder breekt om een herstructurering mogelijke te maken. Hij noemt zijn zaak een 'wake-up call' voor alle meerderheidsaandeelhouders van Nederland, omdat 'blijkt dat een bestuur en raad van commissarissen op basis van dubieuze en twijfelachtige informatie zomaar je meerderheidsbelang kunnen afpakken.'
In cassatie
Willemse meent echter dat de toenmalige raad van bestuur en de raad van commissarissen van Inter Access de Ondernemingskamer een verkeerde voorstelling van zaken hebben gegeven over de financiële waardering van het bedrijf. Zij gingen uit van een waardering op basis van een faillissementsscenario, terwijl er uitgegaan had moeten worden van een waardering op basis van 'going concern', aldus Willemse. Hij wil dat onderzoeker Van Andel uitzoekt hoe de uiteindelijke waardering tot stand is gekomen die hem zijn meerderheidspositie heeft gekost.
Afgelopen maart liet Willemse weten in cassatie tegen de uitspraak van de Ondernemingskamer van eind december 2009 te gaan. Ook overweegt hij om de uitspraak voor te leggen aan het Europese hof in Straatsburg wegens schending en uitholling van het eigendomsrecht.
Binnen IA werd gesproken over de Gerard Willemse BV. Met alle respect voor de prestatie van Gerard is hij toch de enige verantwoordelijke voor de ondergang van Syfact en waarschijnlijk ook IA (waarschijnlijk niet meer te redden).
Tekenend is dat Gerard claimt dat hij dankzij zijn verzoek de scope van het te voeren onderzoek zo breed mogelijk heeft gekregen terwijl de werkelijkheid is:
“De Ondernemingskamer oordeelt dat in de beschikking van 31 december 2009, waarbij het bevool een onderzoek in stellen naar het beleid vanaf de herstructurering vanaf 2003 en de oorzaken van de financiële problemen bij de automatiseerder, al duidelijk genoeg is aangegeven wat de reikwijdte van het onderzoek is.”
Het verzoek van Gerard heeft dus niets aan de scope (reikwijdte in goed Nederlands) van het onderzoek veranderd.
Het verzoek is dan ook niet voor niets afgewezen.
Hans B.
Dit is een heel inhoudelijke reactie, je opmerking over de continuiteit trok mijn aandacht.
Moeten IA medewerkers (waarvan er de laatste tijd veel van vertrekken) zich zorgen maken en omkijken naar een andere werkgever / opdrachtgever?