Over dertig jaar denkt Ray Kurzweil zijn brein in een computer te kunnen ‘downloaden’. Machines worden tegen het einde van de eeuw zo intelligent dat ze ‘onze’ plaats in de evolutie overnemen. Kevin Warwick gelooft dat mensen cyborgs moeten worden om deze intelligente machines in toom te houden. Binnenkort hoopt hij met behulp van een ingeplante chip een orgasme te krijgen via Internet. Hugo de Garis ziet het allemaal uitdraaien op een oorlog tussen kosmisten en terrestrialisten. Eén ding is wel duidelijk: de toekomst heeft uw deerniswekkende intelligentie niet langer nodig.
Onthutsende ideeën over de toekomst kunnen gemakkelijk worden genegeerd wanneer ze gelanceerd worden door mensen die nooit bewezen hebben dat ze in ieder geval met één been in de realiteit staan. Die vlieger gaat niet op voor het gedachtegoed van de 51-jarige Ray Kurzweil. Vrijwel alle ideeën van deze computerexpert zijn reeds terug te vinden in geniale producten en succesvolle bedrijven. Alle uitvindingen van Kurzweil liggen op een gebied waar mensen vooralsnog een zekere voorsprong hebben op computers – namelijk dat van patroonherkenning. Kurzweil bestudeert hoe de menselijke hersenen abstracte patronen distilleren uit een schijnbare chaos van klanken, woorden of beelden. Zijn doel: het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie die dit veel beter kan dan de menselijke hersenen.
Al op de middelbare school ontwerpt Kurzweil software die patronen herkent in het werk van beroemde componisten. Het programma componeert vervolgens composities in de stijl van de oude meesters. Het levert hem zijn eerste televisie-optreden op en een bezoek aan het Witte Huis. Op 13 januari 1976 lanceert zijn bedrijf Kurzweil Computer Products de Reading Machine, een computer die gedrukte tekst in vrijwel iedere lettersoort kan voorlezen aan blinden. "De belangrijkste uitvinding voor blinden sinds de ontwikkeling van braille", zo schrijven de Amerikaanse media. Om dit apparaat mogelijk te maken ontwerpt hij de eerste CCD flat bed scanner en de eerste tekst-naar-spraak synthesizer. Zijn eerste klant is de blinde musicus Stevie Wonder.
Kurzweils vriendschap met Stevie Wonder betekent een opleving in zijn belangstelling voor muziek. In 1982 resulteert dit in de introductie van de Kurzweil 250, de eerste muzikale synthesizer die het geluid van akoestische instrumenten zo perfect kan imiteren dat geschoolde muzikanten het verschil tussen het echte instrument en zijn ‘250’ niet horen. In dat zelfde jaar start hij met Applied Intelligence, een bedrijf dat vijf jaar later de eerste commerciële computer voor spraakherkenning lanceert. Duizenden artsen in de Verenigde Staten maken anno 2000 gebruik van zijn Clinical Reporter om verslagen in te spreken in een computer. In 1997 wordt Applied Intelligence overgenomen door Lernout & Hauspie waar Kurzweil tot vandaag Chief Technologist is van de Dictation Division die nauw samenwerkt met Microsoft.
’n Rusteloos visionair
Bovenstaande is slechts een kleine greep uit de producten en bedrijven die dankzij Ray Kurzweil bestaan. Hij werkt momenteel aan Fat Kat een elektronische beleggingsadviseur die evolutionaire algoritmen hanteert om de ontwikkeling van aandelen te voorspellen. Behalve met uitvindingen houdt zijn rusteloze geest zich ook bezig met ideeën over de toekomst die hij heeft beschreven in zijn boeken ‘The Age of Intelligent Machines’ (1990) en in ‘The Age of Spiritual Machines, When Computers Exceed Human Intelligence’ (1999). Techno-goeroe George Gilder zegt over dit laatste boek dat: "(� ) het alle andere boeken die een weg beschrijven naar de toekomst doet lijken op geitenpaden in Patagonië."
Kurzweils opvattingen dat computers binnenkort veel intelligenter zullen zijn dan mensen, dat computers ervan overtuigd zullen zijn een eigen bewustzijn te hebben en dat mensen binnen afzienbare tijd de inhoud van hun hersenen kunnen opslaan in een computer, doen veel stof opwaaien. Aanhangers geloven dat de visionair ons de weg wijst naar de – voor sommigen angstaanjagende – toekomst. Critici geloven dat het gaat om misvattingen die gefundeerd zijn in onjuiste concepten van intelligentie en bewustzijn. Maar het betoog van Kurzweil is zeer overtuigend omdat hij niet uitgaat van filosofische concepten, maar direct kijkt naar mogelijkheden die ontstaan door de ontwikkeling van wetenschap en techniek.
Eén van zijn meest spraakmakende ideeën is dat we over dertig jaar te maken krijgen met de eerste cybernetische organismen of cyborgs, wezens die half-mens en half-machine zijn. Het wordt mogelijk menselijke hersenen te scannen en de inhoud ervan in een computer te stoppen. "Wanneer dit gebeurt bestaat er niet langer een duidelijke scheiding tussen mens en machine," schrijft Kurzweil. Het scannen kan niet van buitenaf gebeuren maar moet gedaan worden door duizenden intelligente nanobots, robots die niet groter zijn dan een bloedcel en die zich door de bloedstroom in de hersenen bewegen. Voor hun onderlinge communicatie zullen de nanobots volgens hem allemaal deel uitmaken van een draadloos local area network. Het resultaat van hun werk – de complete brainscan van alle neuronen, verbindingen tussen neuronen en de inhoud van neuronen – kan worden opgeslagen in een computer, die vervolgens de vertaalslag maakt van digitaal naar analoog.
Computerbewustzijn
Zo’n exacte kopie van de inhoud van menselijke hersenen in een computerbestand, wat of wie is dat? Uiteraard zal dit bestand de persoonlijkheid, de emoties en het geheugen van de gekopieerde persoon laten zien. Maar betekent dit dan dat er een bewustzijn leeft in de computer?
De meeste filosofen zullen zeggen van niet. Maar Kurzweil vraagt zich af: "Hoe maken we onderscheid tussen een bewust proces en een proces dat doet alsof het gebaseerd is op bewustzijn?". Dubbelgangers van onze hersenen in een computer zullen volgens hem in ieder geval claimen dat ze een bewustzijn hebben en zullen zich dus ook gedragen alsof ze een bewustzijn hebben. "Om praktische overwegingen, zullen we hun claim accepteren," schrijft hij. "Ze worden immers boos als we dat niet doen."
Wanneer de informatie uit de menselijke hersenen direct in een computer opgeslagen kan worden, dan beginnen volgens Kurzweil de grenzen tussen mens en machine, tussen biologie en technologie, tussen zenuwen en circuits te vervagen. In feite is deze ontwikkeling nu al aan de gang in de medische wetenschap. Steeds meer mensen krijgen chips ingeplant in hun lichaam om defecten te verhelpen. Er zijn bijvoorbeeld Parkinson-patiënten die een chip in hun hersenen hebben die het trillen tegengaat. Onderzoekers van de Emory University hebben onlangs bij een man die verlamd raakte door een hersenbloeding ook een chip in de hersenen ingebracht. Nu kan hij met gedachte-impulsen een cursor over een beeldscherm laten bewegen. Onlangs heeft een blinde man een chip ingeplant gekregen waarmee hij voor het eerst de wereld om hem heen kan zien. We staan aan het begin van een ontwikkeling waarin organische processen en elektronica meer en meer gaan samenwerken.
De ‘blues’ van Kevin Warwick
Zijn cyborgs eng? De Engelsman Kevin Warwick, professor in de cybernetica aan de universiteit van Reading, wil niets liever dan een versmelting met een computer. In 1998 loopt Warwick negen dagen lang rond met een ingeplante chip die via radiogolven in verbinding staat met een computer van de universiteit. De computer volgt zijn bewegingen door het gebouw en opent deuren en doet lichten aan waar hij gaat en staat. Warwick schrijft in Wired: "Gedurende de negen dagen dat ik met de ingeplante chip rondliep was ik in staat schijnbaar magische dingen te doen, gewoon door in een bepaalde richting te lopen." Wanneer de chip wordt verwijderd heeft Warwick de ‘blues’ omdat zijn emotionele binding met de computer plotseling wordt verbroken.
Warwicks volgende project is een stuk radicaler. In 2001 laat hij een chip in zijn arm aanbrengen die een directe verbinding tot stand moet brengen tussen zijn zenuwstelsel en een computer. De chip ontvangt signalen van de zenuwen die door zijn arm lopen. Deze zenuwen transporteren de signalen voor handvaardigheid, tast en ook emoties tussen de hersenen en zijn hand. De ‘onderschepte’ signalen – Warwick vergelijkt het met het aftappen van een telefoonlijn – worden via een zendertje verstuurd naar een computer. De volgende stap is dan dat de computer de signalen die worden ontvangen analyseert en interpreteert. De computer leert als het ware de taal van de signalen die door de zenuwen gaan. Vervolgens gaat de computer de signalen imiteren en deze weer via de implantaat versturen naar zijn zenuwen.
De cyberneticus zegt dat het experiment een succes zal zijn wanneer de computer leert welk onderschept signaal bijvoorbeeld hoort bij het tikken met de wijsvinger op een tafel en vervolgens – zonder tussenkomst van de hersenen – dit signaal kan versturen zodat de wijsvinger op de tafel tikt. En dat is nog maar het begin. Vervolgens kan de computer leren welke signalen horen bij andere handbewegingen, bij pijn en bij verschillende emoties. De vraag is of de computer dan signalen kan versturen waarmee de persoon in kwestie – wederom zonder tussenkomst van zijn hersenen – dezelfde bewegingen, dezelfde pijn en dezelfde emoties kan ervaren.
Dronken zonder drank
Warwick schrijft: "Wanneer ik gelukkig ben zullen we de signalen registreren die daarbij horen. Als ik me dan de volgende dag ongelukkig voel, kunnen we de signalen die geassocieerd zijn met geluk naar de zenuwen zenden om te zien wat er dan gebeurt." Hij is zo ook van plan om te zien of hij aangeschoten kan raken zonder een druppel alcohol te drinken wanneer de computer de signalen die horen bij het drinken van alcohol via zijn zenuwen naar de hersenen stuurt.
De echtgenote van Warwick, Irena, heeft zich aangemeld als vrijwilligster voor een tweede implantaat. Het wordt dan mogelijk om de signalen die afkomstig zijn van Kevins hersenen via de computer te versturen naar Irena en andersom. Wanneer Kevin pijn voelt, zal Irena dat dan ook voelen? Wanneer Irena zich ongelukkig voelt, voelt Kevin dat dan ook? Warwick oppert de mogelijkheid dat hij naar New York zal reizen om vanuit de Big Apple signalen van zijn implantaat over het Internet naar Irena te sturen. "Hoe ver kunnen we gaan in het versturen van emoties en verlangens?", vraagt hij zich af. "Wat gebeurt er wanneer één van ons seksueel opgewonden raakt?" Als dit werkt dan kan de tijd dat we een orgasme over Internet downloaden niet ver meer zijn.
Het experiment van Warwick is verwant aan de ideeën van Kurzweil. Deze laatste gelooft in de mogelijkheid elektronica en zenuwen te laten samenwerken door het opslaan van de herseninhoud in een computer. Warwick stopt signalen die de hersenen afgeven in een computer en hoopt zo een databank op te bouwen van allerlei menselijke ervaringen, handelingen en emoties. Het zijn volgens hem de eerste stappen op weg naar een nieuwe wereld, de wereld van de cyborgs. Maar waarom? Het zit in de mens, zo zegt Warwick, om steeds nieuwe grenzen te onderzoeken en te verleggen. En toepassingen? Hij voorspelt een wereld waarin mensen met behulp van implantaten beter in staat zijn te communiceren met vliegtuigen, locomotieven, tractoren, computers en andere apparaten. En met elkaar! Het uitwisselen van gedachten en emoties via implantaten en computers maakt spraak overbodig.
Overbodigheid van de mens
Wanneer de mens tegen het eind van de eenentwintigste eeuw machines ontwerpt die biljarden malen slimmer zijn dan hijzelf, dan belanden we volgens Ray Kurzweil in een nieuwe fase van de evolutie. Het gaat om een fase waarin niet mensen, maar machines het heft in handen nemen. Intelligente machines zullen zonder betrokkenheid van mensen een volgende generatie van nog intelligentere machines creëren. De vraag is dan uiteraard of er nog wel plaats is voor mensen in de evolutie. Zullen de intelligente machines besluiten dat wij alleen maar in de weg lopen en ons dus elimineren? De angst voor een dergelijke ontwikkeling vinden we terug in de titel van een artikel dat Bill Joy, chief scientist van Sun Microsystems, onlangs schreef in Wired: "Waarom de toekomst ons niet nodig heeft".
Kurzweils ideeën zijn aanleiding voor Joy om te schrijven dat er ergens een punt moet worden gezet achter de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie. Uiteraard is Kevin Warwick het hier niet mee eens. Ook hij vraagt zich af hoe mensen zich in hemelsnaam staande kunnen houden in een wereld die gedomineerd wordt door veel intelligentere machines. Zijn oplossing: cyborgs.
Warwick: "Mensen kunnen met behulp van implantaten direct aangesloten worden op deze intelligente machines en zo in feite supermensen worden. Deze supermensen of cyborgs kunnen de intelligente machines onder controle houden. Doen we dit niet dan zijn we uitgeleverd aan een toekomst waarin intelligente machines de dienst uitmaken en waarin mensen tweederangs burgers zijn." Mensen zullen volgens Warwick cyborgs worden die zo nauw verbonden zijn met kunstmatige intelligentie en met elkaar dat de mens als ‘stand alone entity‘ zal ophouden te bestaan.
‘Kosmisten’ en ’terrestrialisten’
Het is hier relevant om ook kennis te nemen van de ideeën van Hugo de Garis, een Zwitser die leiding geeft aan de Brain Builder Group. Dit is een project van het Brusselse Starlab waarbij uit miljoenen kunstmatige neuronen kunstmatige hersenen worden gebouwd. Ook de Garis gelooft dat op een bepaald moment in de eenentwintigste eeuw superintelligente machines – hij spreekt over artilects – de mens zullen gaan domineren. Deze ‘artilects’ worden onder andere mogelijk door het principe van ‘reversable computing’ waarbij driedimensionale chips hun eigen hitte recyclen wanneer elektronen in twee richtingen door de gates van een transistor kunnen bewegen. De mensheid komt hierdoor onherroepelijk voor de keuze te staan om of door te gaan met het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie, met alle onafwendbare gevolgen van dien, of te besluiten deze machines te verbieden.
De partij van de kosmisten, die vooral zal bestaan uit wetenschappers, zal door willen gaan met het ontwikkelen van kunstmatige intelligentie. De tegenstanders van superintelligente machines zullen zich scharen achter de ideologie van het terrestrialisme. De Garis verwacht dat de kosmisten en de terrestrialisten elkaar op leven en dood zullen bestrijden. En – dit lijkt op het scenario van een SF-film – wanneer de kosmisten verliezen zullen ze waarschijnlijk een goed heenkomen zoeken in de ruimte om daar ergens verder te werken aan de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie.
De Garis gelooft niet in Warwicks idee dat door het kweken van cyborgs of supermensen een potentieel conflict tussen de mens en intelligente machines kan worden voorkomen. Voor de terrestrialisten of terranisten – die leven met het motto: dood aan de intelligente machines – zullen cyborgs gewoon een variant zijn op de kunstmatige intelligentie en dus niet acceptabel. Zijn de ideeën van de Garis kolder? Men kan zeggen dat de bombrieven van de Unabomber – drie doden, verschillende gewonden – de eerste explosies waren in de strijd tussen kosmisten en terrestrialisten. Theodore Kaczynski, alias de Unabomber, voorspelt in zijn manifest immers ook dat intelligente machines de macht zullen overnemen van de mens. Met zijn explosieve post wil hij deze machtsovername voorkomen.
Bill Joy, de terranist
Bill Joy, de ontwerper van Suns Jini-technologie, heeft zich inmiddels al ontpopt als een terranist. Hij gelooft dat het voor mensen onmogelijk zal zijn om in de toekomst de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie, nanobots en genetisch gemanipuleerde organismen te beheersen. Daarom moet er volgens het huisgenie van Sun Microsystems paal en perk worden gesteld aan het onderzoek op deze terreinen – voor het te laat is. Joy is van mening dat er een soort internationale verdragen moeten komen, zoals de verdragen die biologische oorlogsvoering aan banden leggen, die de komst van al te slimme machines moeten verhinderen.
Kurzweil is duidelijk een kosmist die brandt van verlangen om machines te bouwen die qua intelligentie met kop en schouder boven de mens uitsteken. Hij gelooft niet dat het mogelijk is deze ontwikkeling tegen te houden. Hij zegt in het Amerikaanse tijdschrift Technology Review: "Het ontwerpen van steeds intelligentere machines is onafwendbaar. Mensen zeggen soms dat we op een punt komen waar we zullen beslissen deze machines n�et te bouwen omdat ze te gevaarlijk zijn. Maar dit is geen realistisch scenario. We zouden economische mededinging, het vrije ondernemerschap en kapitalisme moeten afzweren om deze ontwikkeling te stoppen. Iedere keer wanneer er een iets intelligentere machine wordt ontworpen neemt deze de hele markt over. Tienduizenden projecten drijven deze ontwikkeling voort op de ritmiek van de economische krachten." Voor Kurzweil is het duidelijk: de toekomst is aan de cyborgs en intelligente machines. En hij hoopt die toekomst zelf nog mee te maken.
Teake Zuidema, freelance medewerker