Computers en, belangrijker nog, communicatiemiddelen komen in de toekomst steeds dichter bij de mens te staan. In science fiction-literatuur en films zijn ingeplante elektronica en systemen al van oudsher bekend, maar de dag dat dit werkelijkheid wordt nadert.
|
|
Technologie komt dichterbij de mens, zowel letterlijk/fysiek als figuurlijk/psychologisch. Deze ontwikkeling stopt niet bij gsm’s en handcomputers (pda’s). Die twee apparaten proberen overigens al jaren met elkaar te versmelten, wat nu pas marktacceptabel lijkt te gaan lukken. De haast ongemerkte opmars van oorplugjes en kraagmicrofoons, die in toenemende mate draadloos zijn, is wat betreft ‘ICT inside’ significanter: dit versterkt de versmelting met de mens zelf.
Cyborgs
Een gsm of oorplug is weliswaar geen implantaat, maar mensen zijn daardoor wel gewend geraakt aan het idee. De acceptatie van apparatuur �n het menselijk lichaam gaat echter nog een flinke stap verder. Diverse wetenschappers en toekomstzieners onderzoeken de komst van cyborgs – de combinatie van mens en machine.
De Canadese professor Steve Mann is pionier op het gebied van draagbare computers gekoppeld aan videocamera’s. Hij onderzoekt daarmee onder meer menselijk gedrag. Hij experimenteert bijvoorbeeld met de verandering in houding wanneer waarneming niet langer rechtstreeks verloopt, maar via een ‘bril-scherm’ dat is aangesloten op een meegedragen camera. De waarneming is realtime en echt, maar de perceptie is anders. Mann, bijnaam Cyberman, geeft ook lessen waarbij hijzelf en zijn studenten zich uitrusten met het door hem ontworpen computersysteem.
De Britse professor Kevin Warwick gaat enkele stappen verder. Mann wekte al ophef door zijn haar te laten groeien door en langs zijn draagbare hoofdcomputer zodat hij die niet zomaar kon afzetten. Hij plaatste al in 1998 chirurgisch in zijn arm een bio-chip die zijn positie in de campusgebouwen via een radionetwerk doorgaf aan een voorgeprogrammeerde computer. In de loop der jaren liet hij nog enkele malen chips inplanten, waarvan sommige gekoppeld werden aan zijn zenuwstelsel. Dat gaf de mogelijkheid om bijvoorbeeld zijn gemoedstoestand niet alleen te meten maar ook te beïnvloeden, zij het rudimentair. Vergaand? Jazeker.
|
Omstreden
Nog verder gaat een artiest en cybernetica-‘onderzoeker’ als Stelarc, de man die optredens doet met drie armen. Een daarvan is elektronisch. Deze is bevestigd aan zijn rechterarm. Zijn robotarm reageert op subtiele spierbewegingen in zijn echte arm, maar is geen kopie van dat origineel. Stelarc kan zijn derde arm onafhankelijk eigen bewegingen laten uitvoeren. Wat zijn performance art helemaal opvallend, en omstreden, maakt, is dat hij zich ook volhangt met een elektrodenetwerk waarmee zijn lichaam extern te besturen is. Over publieksparticipatie gesproken!
Hedendaagse extreme voorbeelden als Warwick, Stelarc en Mann lijken bizarre figuren. Voor een deel zijn ze dat waarschijnlijk ook, maar hun denkrichting is allang niet bizar meer. Mensen gaan nu al steeds intiemer om met hun apparaten. Overigens is een flink deel van de wereldbevolking reeds cyborg: mensen met pacemakers, gehoorapparaten, en kunstbenen en -armen, om maar wat te noemen. Het voor veel mensen ‘enge’ aan cyborgs is dan al een stuk vriendelijker; het is een middel om fysiek gehandicapten te helpen.
Als we de definitie van cybernetisch organisme verbreden stijgt het percentage van de bevolking waarop het van toepassing is. Mensen die computers gebruiken als extern geheugen (‘even opzoeken op internet’) gelden dan ook als cyborgs. Daarmee is het idee nog gewoner en voor veel mensen eigenlijk niet meer iets uitzonderlijks, zoals een cyborg. Het is gewoon. Sta daar nu eens even bij stil.< BR>
De toekomst volgens Hollywood
De rol van ict in de filmwereld is niet bepaald te genieten voor mensen die enigszins thuis zijn in de computer- en communicatie-industrie. Vaak heeft de film namelijk lak aan de (on)mogelijkheden van ict, als het maar een spannend of actievol verhaal met mooie beelden oplevert. Hoe herkent een computerexpert op het eerste oog een krachtige computer? Aan het aantal beeldschermen dat eraan hangt.
Neem Swordfish, waarin een naar Kevin Mitnick gemodelleerde ex-kraker wordt gedwongen een virtuele bankkraak te zetten. Proeve van bekwaamheid is het middels een toetsenbord kraken van een gecodeerd bestand op de laptop van de hoofdpersoon. De kraker heeft een minuut de tijd, een pistool tegen zijn hoofd en een jongedame die hem … bijstaat. Het lukt hem, driftig tikkend. Voor de geplande bankplundering moeten de ‘bad guys’ wel mét de kraker fysiek in een bankgebouw zijn. Daar staan Dell-servers met iMac-toetsenborden als vertegenwoordiging van de backbone van het Amerikaanse banksysteem.
Nee, dan liever een klassieker als Wargames. Die bevat ook technische onmogelijkheden, maar is daarvoor geëxcuseerd doordat bepaalde zaken voorgesteld worden als ultrageavanceerde nieuwe ontwikkelingen, zeg maar toekomst. De Wopr-hoofdcomputer is een geval apart, speciaal ontworpen voor het ministerie van Defensie. Dat die peperdure krachtige machine door een tiener (deels) wordt gekraakt leek toen belachelijk, maar is tegenwoordig wel wat geloofwaardiger.
Dit is een veelvoorkomend ict-onderwerp in films: de verbindingen tussen computers (en robots) onderling. De één kan zo aansluiten op de ander om die over te nemen. Kijk maar naar Robocop (okay, hardware en software van dezelfde leverancier, OCP) en onlangs Terminator 3. Wist u dat politiewagens op afstand te besturen zijn? De politie ook niet.
Nog altijd niet realistisch, maar wel prachtig metaforisch is het oudje Tron. Waar het latere Lawnmowerman (naar een kort verhaal van horrorcoryfee Stephen King) claimde de eerste film in virtuele realiteit te zijn, was het toch echt Tron die als eerste de wereld in de computer visualiseerde. En hoe! Abstract, kleurrijk en bevreemdend.
De zo langzamerhand bekendste sf-film The Matrix brengt virtuele realiteit een stap verder; het virtuele is niet (meer) te onderscheiden van het reële. Sommige mensen willen dat ook niet meer, aangezien de realiteit niet bepaald aantrekkelijk is in de Matrix-wereld. Dat is nou net de crux van science fiction en films: het is escapisme. Computers zijn tegenwoordig echter steeds meer alledaagse realiteit, al geldt dat voor sommige mensen meer dan voor anderen.