Bradford Smith heeft als topadvocaat van Microsoft een radikaal nieuwe juridische strategie ingevoerd. Met financiële schikkingen en samenwerking op technologisch gebied worden oude vijanden omgeturnd in nieuwe bondgenoten. Wordt Microsoft eindelijk volwassen of maakt het de handen vrij voor nieuwe confrontaties?
Het bedrijf dat ooit door Suns ceo Scott McNealy werd omschreven als het ‘evil empire’ heeft zowel in de rechtszaal als daarbuiten een ander gezicht gekregen dan wel een nieuw masker opgezet. Sinds Microsoft de antitrust-zaak met het Amerikaanse ministerie van justitie in der minne wist te schikken is de 600 man sterke juridische afdeling van het bedrijf bezig met een ‘love-and-peace’ offensief; met veel dollars en uitgestoken handen worden voormalige vijanden omgeturnd in bondgenoten.
Volgens het Amerikaanse juristenblad Corporate Counsel heeft Microsoft in de afgelopen 18 maanden 21 rechtzaken geschikt, waarbij in totaal 7 miljard dollar werd overgeheveld naar de bankrekeningen van bedrijven waarmee Gates c.s. juridisch in onmin leefden. Business Week houdt het op het nog altijd respectabele bedrag van 5 miljard dollar. Microsoft bleef echter bij geen van deze schikkingen met lege handen achter. Integendeel, Steve Balmer en Bill Gates kochten zich een hele collectie aan nieuwe vrienden en partners. Is er in Seattle een nieuwe ochtend aangebroken?
In november 2002 sloten Microsoft en het Amerikaanse ministerie van jusititie een overeenkomst waardoor er een einde kwam aan de slepende antitrust-zaak. Microsoft, dat officieel moest toegeven illegale monopoliepraktijken te hebben gebruikt om Netscape uit de markt te drukken, kwam in feite met de schrik vrij. Kort daarop vertrok de juridische ijzervreter William Neukom, die 22 jaar lang als general counsel de vijanden van Microsoft te vuur en te zwaard had bestreden. Met hem ging ook de strategie van ‘nooit toegeven en altijd tot het bittere einde procederen’ de deur uit.
Juridisch puinruimen
Het nieuwe juridische gezicht van Microsoft is dat van de minzame diplomaat Bradford Smith. Toen deze eind 2002 solliciteerde naar de functie van general councel had hij naar verluid één Powerpoint-dia bij zich waarvan de inhoud samengevat kan worden als: het is tijd om vrede te sluiten. Deze boodschap trof zeer gewillige oren bij ceo Steve Balmer en opperhoofd-achter-de-schermen Bill Gates. Het illustere duo was het procederen zat. Smith kreeg niet alleen de baan maar ook een mandaat om de wijde wereld in te trekken en zoveel mogelijk rechtszaken te schikken.
Begin 2003 riep Smith zijn belangrijkste adviseurs bijeen en formuleerde specifieke productiedoelen voor het juridisch puinruimen. “Het was mijn bedoeling om te beginnen met een aantal grote zaken waar we meenden vooruitgang te kunnen boeken,” aldus Smith in een interview met General Counsel. Smith wilde voor het einde van de zomer van 2003 een grote ‘private action’ rechtszaak schikken. Voor november 2003 moesten tien ‘class action suits’ worden geschikt. Als bekroning van 2003 zou Smith nog voor de kerst een tweede grote ‘private action’ zaak schikken. Aldus geschiedde.
Smith rookte als eerste de vredespijp met rivaal Time Warner. In een geslaagde poging een win-win situatie te scheppen voor beide partijen, ontving Time Warner een bedrag van 750 miljoen dollar voor het laten vallen van een antitrust-zaak tegen Microsoft. In ruil daarvoor ging Time Warner Microsofts digitale media software in licentie gebruiken. Volgens Paul Cappuccio, de general counsel van Time Warner, was het succes van de onderhandelingen voor een belangrijk deel te danken aan de persoonlijke relatie die Bradford Smith met hem wist op te bouwen.
Win-win situaties.
Smith zegt dat zijn benadering van conflicten gebaseerd is op open communicatie en het creëren van win-win situaties. Hij zei onlangs in Business Week: “Wanneer je naar één conflictpunt kijkt, dan is het vaak moeilijk verschillen te overbruggen, maar wanneer je de horizon kunt verbreden door naar drie of vier zaken te kijken, dan is het vaak mogelijk win-win situaties te creëren die er aanvankelijk niet waren.” Kort door de bocht: concerns als Microsoft en Time Warner zijn zo groot dat ze elkaar altijd wel iets te bieden hebben.
In April 2004 wreven de Silicon Valey-‘watchers’ zich eens goed de ogen uit toen Microsofts Steve Balmer en Suns ceo Scott McNealy voor een batterij televisiecamera’s shirts van de Detroit Red Wings uitwisselden. De entente tussen Microsoft en de Silicon Valley kon worden bezegeld doordat beide heren als ijshockeyfans opgroeiden in de omgeving van Detroit. McNeally lachte als een boer met kiespijn. Zijn nooddruftige bedrijf krijgt weliswaar 1.95 miljard dollar als schikking van verschillende juridische procedures met Microsoft, maar McNealy zal zich voortaan moeten onthouden van verbale aanslagen tegen de heersers van het Windows imperium.
Twee weken na het akkoord met Sun was er ook vrede in de slepende juridische guerilla-oorlog tussen Microsoft en Inter Trust Technologies. Inter Trust specialiseert zich in digitaal recht en heeft Microsoft beschuldigd van inbreuk op 11 verschillende patenten. Douglas Derwin, een vice-president van Inter Trust, begreep er geen snars van toen na zeven jaar bittere strijd plotseling die minzame Brad Smith verscheen met een zak vol geld en een uitgestoken hand. ‘We begrepen helemaal niet waarom ze plotseling zo happig waren om te schikken,” zegt Derwin in het Corporate Councel. Voor Smith was het echter duidelijk een win-win situatie. Inter Trust kreeg een smak geld, Microsoft kan verder zonder kopzorgen de technologie van Inter Trust in licentie gebruiken.
Vredelievender
Brad Smith is zoals men dat in Amerika zegt een ‘people person’; hij legt gemakkelijk contacten en maakt gemakkelijk nieuwe vrienden. Het zijn eigenschappen die hij als jongeman ontwikkelde omdat zijn vader in Wisconsin een baan had die hem en zijn gezin voortdurend dwong te verhuizen. Brad Smith paste zich steeds aan door zich op iedere nieuwe school met verve in allerlei studentenactiviteiten te storten. Op de ene school was hij hoofdredacteur van de schoolkrant en op een volgende werkte hij zich op tot voorzitter van de schoolclub.
Brad bleef in beweging. In 1981 studeerde hij af aan de vermaarde Princeton University met een scriptie over het internationale vluchtelingenrecht. Tussen 1989 en 1993 werkte hij op het Londense bureau van de Amerikaanse advocatenkantoor Covington & Burling. In Londen werd Smith geronseld door Microsoft. Voor hij in 1996 naar het hoofdkantoor in Redmond werd gehaald, werkte hij op het Europese hoofdkwartier van Microsoft in Parijs. In 2002 mocht hij als general counsel van Microsoft vorm gaan geven aan de vredelievender strategie die Balmer en Gates uitstippelden voor Microsoft.
Niet alleen Microsoft is veranderd door de antitrust-zaak van het Amerikaanse ministerie van justitie. Ook de vijanden van Gates en Balmer hebben op hardhandige wijze ervaren dat de juridische en politieke molens in de VS veel te langzaam draaien om een beslissende invloed te hebben op ontwikkelingen in de ict. Immers, toen Microsoft in 2002 een symbolische draai om de oren kreeg voor het plegen van een moordaanslag op Netscape, was het slachtoffer van die aanslag al lang dood en begraven. De aartsvijanden van Microsoft hebben niet geprofiteerd van de antitrust-zaak en zijn meer dan ooit bereid een ‘lose-lose’ situatie in te wisselen voor een win-win strategie.
Smith voert anno 2004 namens Microsoft ook onderhandelingen over technologische samenwerking met allerlei bedrijven die nooit echt vijanden zijn geweest. Tot december 2003 had Microsoft twintig overeenkomsten gesloten met andere bedrijven over het delen van patenten. Smith is momenteel in onderhandeling met 120 (!) verschillende bedrijven over het uitwisselen van patenten. In het oog springend zijn vooral overeenkomsten over samenwerking met de Duitse bedrijven Siemens en SAP. De overeenkomst met SAP kwam tot stand nadat een mogelijke overname van dit Duitse bedrijf door Microsoft afketste.
Lucht nog niet geklaard
Ondanks het juridisch puinruimen van Smith is de lucht voor Microsoft absoluut nog niet geklaard. Het bedrijf is nog verwikkeld in drie antitrust-zaken, zes ‘class-action suits’ en een stuk of 35 zaken waarin het beschuldigd wordt van inbreuk op patenten. De meest in het oog springende procedures zijn twee zaken die respectievelijk door de Europese Gemeenschap en stadgenoot Real Networks zijn aangespannen. Beide partijen beschuldigen Microsoft van het overtreden van antitrust-bepalingen door het bundelen van de Windows Media Player in het Windows besturingssysteem. De Europese Gemeenschap heeft Microsoft in maart hiervoor een boete van 612 miljoen dollar gegeven.
Pogingen deze beide zaken te schikken zijn tot nu toe mislukt, maar Brad Smith is altijd optimistisch. “We kijken tegen deze zaken net zo aan als tegen de zaak met Sun Microsystems,” zegt Smith. “Wanneer de onderhandelingen in eerste instantie mislukken, dan moet je de relatie en de dialoog in een volgende fase brengen. Wanneer je faalt, dan moet je dat op een elegante manier doen, zodat de deur altijd open blijft om in de toekomst opnieuw aan de tafel te gaan zitten.” Schikken tegen iedere prijs is er uiteraard niet bij. De juristen van Microsoft weten dat zo’n houding alleen maar meer juridische procedures uitlokt.
Motieven
Wat zijn nu echt de motieven voor de nieuwe strategie die Gates, Balmer en Smith hebben uitgestippeld? In de visie van Smith is de computerindustrie, en daarmee ook Microsoft, bezig volwassen te worden. Dat betekent niet alleen dat kinderachtige, persoonlijke vetes tot het verleden behoren, maar ook dat er een steeds grotere noodzaak bestaat om vitale technologieën te delen en open standaarden te benutten. Cross-licensing wordt volgens Smith de modus operandi in de computerindustrie.
Het promoten van een vriendelijker imago is ook van belang nu het de heren in Seatlle duidelijk is dat het bedrijf niet tot in der eeuwigheid het winnende Windows-monopolie zal kunnen uitbaten. In de nieuwe markten waarin Microsoft hoopt geldstromen aan te boren – zoals bedrijfssoftware en thuisamusement – is het een bedrijf als alle anderen, zonder de speciale privileges die men kan ontlenen aan het hebben van een (bijna) monopolie. Microsoft kan hier geen technologische dictaten afkondigen maar moet inderdaad samenwerken om mee te kunnen doen.
Het is duidelijk dat Microsoft graag oude vetes begraaft om zich met meer energie te kunnen storten op die van de toekomst. Nu de veldslagen met Sun Microsystems, Time Warner, het ministerie van justitie en Inter Trust zijn afgelopen, kan Microsoft het vredesdividend investeren in nieuwe oorlogen met de oprukkende Google-moloch en de Linux ‘open-source’ beweging. Volgens insiders is Smith’ zijn beleid van openheid en samenwerking zeker ook bedoeld om bij de Europese Commissie een wit voetje te halen. Als Microsoft laat zien dat het bereid is technologie te delen, dan is de kans groter dat de EG een oogje dichtdoet wanneer Microsoft weer eens een applicatie bundelt in zijn besturingssysteem.
Hoe men ook tegen de nieuwe koers van Microsoft aankijkt, het optreden van Bradford Smith waait in ieder geval als een frisse bries door de computerindustrie. Het is een nieuwtje dat men niet langer met louter angst en beven een bezoek van een Microsoft jurist tegemoet hoeft te zien. Misschien komt Smith wel met een zak geld of op zijn minst met een uitgestoken hand.< BR>