Eind vorig jaar sloegen IBM en Google de handen ineen om het fenomeen cloudcomputing op gang te helpen. Ook bedrijven als Amazon en Salesforce zijn er inmiddels druk mee bezig. Als zulke grote bedrijven zich ermee gaan bemoeien, dan zal er toch wel iets aan de hand zijn? De impact van cloudcomputing zal vergelijkbaar zijn met de algemene introductie van elektriciteit in de negentiende eeuw, verwacht Google.
Wat is het?
De definitie van cloudcomputing is niet eenduidig. Volgens Nicky Hekster, Industry Technical Leader Healthcare & Life Sciences bij IBM Benelux, is cloudcomputing ‘een manier om op een snelle, veilige, flexibele en schaalbare manier een ict-infrastructuur beschikbaar te stellen’. Erik de Muinck Keizer, salesmanager Benelux bij Google Enterprise, kijkt meer naar de gebruikerservaring: "Cloudcomputing beschrijft hoe programma’s gehost worden op het internet. Daardoor kan de beheerder dat op elk gewenst moment upgraden, heb je altijd toegang en kan de software op elk moment uitgebreid worden. En ook erg belangrijk is dat gebruikers eenvoudig kunnen samenwerken." Bij Amazon zien ze cloudcomputing vooral als een bron van rekenkracht. Hun ‘Elastic Computing Cloud’-project (EC2) geeft klanten rekenkracht op aanvraag.
De gemeenschappelijke deler uit die definities is dat het bij cloudcomputing om een variabele hoeveelheid rekenkracht ‘in de wolken’ gaat waar eindgebruikers van kunnen profiteren. Die wolken zijn eigenlijk synoniem voor internet. Er zijn veel raakvlakken met Software-as-a-Service (SaaS). Maar cloudcomputing is niet hetzelfde, legt Nicky Hekster uit. "Cloudcomputing maakt SaaS mogelijk. Het faciliteert SaaS door rekenkracht aan te bieden via een ‘work load scheduler’. Dat is een stuk software dat berekent hoeveel rekenkracht de SaaS-applicatie nodig heeft en uitzoekt op welke server die rekenkracht beschikbaar is."
Wat kun je ermee?
Cloudcomputing maakt allerlei nieuwe toepassingen mogelijk. Zo heeft IBM het project BlueCloud in ontwikkeling, dat met EC2 van Amazon vergelijkbaar is. "Gebruikers van BlueCloud kunnen via een webportaal heel specifiek aangeven hoeveel processorkracht en hoeveel terabyte geheugen ze willen. Met één klik is vervolgens die computerkracht beschikbaar. Wereldwijd. Dat betekent dat onderzoekers vanaf verschillende continenten aan hetzelfde project kunnen werken. Uit welke datacenters die rekenkracht dan vandaan komt, is onbekend", legt Nicky Hekster van IBM uit. Op die manier biedt cloudcomputing een flexibelere vorm van gridcomputing.
Een andere toepassing van cloudcomputing is Web 2.0. De Google Apps zijn daar een voorbeeld van. "Het via de cloud leveren van Web 2.0 applicaties biedt nieuwe mogelijkheden", vertelt Erik de Muinck van Google."Samenwerken aan documenten, zoals het realtime bewerken van spreadsheets kan nu op veel grotere schaal gaan plaatsvinden. Op elk gewenst moment heb je toegang tot je documenten, waar je je ook bevindt. En de applicatie ziet er overal hetzelfde uit."
Wat is het voordeel?
Hekster denkt dat met cloudcomputing het onderhoud van software veel gemakkelijker wordt. "Systeembeheerders hoeven een applicatie niet meer uit te rollen over het hele netwerk. De applicatie kan in de ‘cloud’ geüpdatet worden." Een ander voordeel is de efficiëntie. "Zonder cloudcomputing moet een datacenter op piekbelasting gebouwd worden. Nu kun je datacenters op gemiddelde belasting bouwen. Is er meer nodig, dan schakelt een ander datacenter bij!"
Daar komt bij dat de clientcomputer minder hard hoeft te werken bij applicaties die veel rekenkracht vereisen. De hardwarekosten kunnen zo in het datacenter en bij de eindgebruiker verlaagd worden. "Het kan bedrijven enorme besparingen opleveren", zegt Hekster. Voor bedrijven die al veel datacenters bezitten kan het ook interessant zijn: voor Amazon is cloudcomputing een manier om de overcapaciteit in hun datacenters te gelde te maken.
Wat is het nadeel?
Met cloudcomputing worden gebruikers wel afhankelijk van hun connectie met internet. Zonder verbinding, geen applicatie. Bij grote rekencentra zal dit niet gauw voorkomen, maar in de trein via umts wel. Bij Web 2.0-applicaties is er een oplossing voor. "Google is momenteel bezig met het project Gears", zegt De Muinck. Gears, dat in 2007 in bèta beschikbaar kwam, is een ontwikkelplatform waarmee ontwikkelaars browserapplicaties kunnen bouwen die ook offline werken. Google is ondertussen druk bezig zijn Apps hiervoor geschikt te maken.
Hekster is zeer positief over cloudcomputing. "Rich-contentapplicaties komen binnen het bereik van bedrijven. Bedrijven kunnen bijvoorbeeld hun eigen You Tube-achtige site beginnen, waarop ze dankzij cloudcomputing video’s kunnen streamen." De Muinck verwacht een gouden toekomst. "Het zal dezelfde impact hebben als de algemene beschikbaarheid van elektriciteit in de negentiende eeuw. Doordat de stroom op een centrale plek opgewekt werd, daalde de prijs enorm. Nu hebben bedrijven nog een dure eigen ict-infrastructuur nodig. Dat kan zometeen ook allemaal op een centrale plek."
Vage kletskoek van wolkenridders.