Ondanks verwoede pogingen lukt het de overheid niet om 10 procent van de inkoopfacturen elektronisch te ontvangen en verwerken. Voor ambassadeur e-facturatie Marco Pastors is dat teleurstellend. Aan Computable vertelt hij hoe de norm in 2011 wel wordt gehaald.
De overheid ontving in 2010 6 procent van zijn inkoopfacturen elektronisch, terwijl het doel op 10 procent lag. Wat vindt u daarvan?
Ik vind het teleurstellend. Het was een ambitieus doel dat wel haalbaar was. Hoe ingewikkeld kan het zijn? We hebben de afgelopen tijd veel overheidsorganisaties benaderd om ze over te halen. Dat lukte aardig. In de praktijk blijkt het echter lastig om afspraken na te komen. Vaak moeten ze hun processen aanpassen. De workflow verandert en soms moeten hele financiële systemen worden aangepast.
Wat is uw verwachting voor 2011?
Dit jaar lukt het wel om de 10-procentsnorm te behalen. Tenminste, als alles gaat zoals we nu verwachten. Het zou vreemd zijn om de norm te laten varen omdat we hem in 2010 hebben gemist. Een aantal belemmeringen om e-facturen te kunnen ontvangen en verwerken, is nu opgelost. Zo eiste de Belastingdienst in het begin dat overheden papieren facturen behielden ter controle. Toenmalig staatssecretaris De Jager heeft dat geschrapt.
Wat houdt uw rol als ambassadeur e-facturatie in?
Bij het ministerie van Economische Zaken is een team dat actief contacten onderhoudt met overheden en met bedrijven die facturen verzenden. Het team maakt met hen bijvoorbeeld afspraken over de eisen en standaarden bij e-facturatie. Een deel van dit werk is inmiddels overgedragen aan Logius (de dienst Digitale overheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken, red.).
Ik word eigenlijk vooral ingeschakeld om de laatste stand van zaken te bespreken en op momenten dat de contacten dreigen spaak te lopen. Dan kom ik langs om te vertellen over de voordelen van e-facturatie. De gemiddelde terugverdientijd is één tot anderhalf jaar. Dat is heel kort en snel aantoonbaar. Niemand twijfelt er daarom aan dat over een paar jaar iedereen elektronisch factureert.
Wat is de rol van de Rijksoverheid hierbij?
De Rijksoverheid heeft zichzelf per 1 januari 2011 verplicht om elektronische facturen te kunnen ontvangen. Zolang die plicht er niet was, voelden veel overheden geen drang. Het is erg goed hoe het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie dat heeft opgepakt. Eerst was er een soort kip-ei-situatie, waarbij overheden en bedrijfsleven beide afwachtend waren. De Rijksoverheid zei toen: 'wij zijn het ei'. Nu is de volgende stap dat uit het ei een kip komt, de bedrijven die e-facturen gaan versturen.
Heeft het bedrijfsleven in 2011 dan hogere prioriteit dan lagere overheden?
Dat klopt. Dit jaar willen we twee grote slagen maken. Het bedrijfsleven heeft daarbij in de eerste helft van 2011 onze hoogste prioriteit. We gebruiken een lijst van de honderd grootste crediteuren van de overheid, zoals die in de uitzendbranche. Daar gaan we langs. Zodra grote overheidsleveranciers hun facturen elektronisch kunnen insturen, zijn we weer een stap verder. Ik ben niet bang dat dat gaat mislukken. Het bedrijfsleven kan hier eigenlijk niet meer onder uit.
Parallel richten we ons op gemeenten. Dat heeft echter een langere doorlooptijd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten wil wel praten, maar iets doén is een tweede. Er is wel een groep van twintig middelgrote gemeenten die al ver zijn bij de voorbereidingen die nodig zijn om e-facturen te kunnen ontvangen en verwerken, zoals Ede, Alkmaar en Enschede. Grote gemeenten zijn vaak logge organisaties waarbij het wat langer duurt.
58 procent van alle overheden drukt elektronisch ontvangen inkoopfacturen nog af en verwerkt ze handmatig. Wat vindt u daarvan?
De 10-procentsdoelstelling betreft het volledig digitaal verwerken van inkoopfacturen, niet alleen het digitaal ontvangen. Dat is voor sommige organisaties moeilijk. Een deel gaat dan geautomatiseerd en een ander deel wordt geprint. Vergeet niet dat veel organisaties voor het accepteren van e-facturen van alles moeten aanpassen.
Ambassadeur
Marco Pastors (1965) werd in 2008 aangesteld als ambassadeur e-facturatie bij het ministerie van Economische Zaken. Zijn taak is om de overstap naar elektronisch factureren bij overheidsinstellingen te versnellen.
Het was de bedoeling dat de overheid in 2010 10 procent van alle binnenkomende facturen elektronisch ontvangen en verwerkt. Daartoe tekende de overheid samen met het bedrijfsleven een convenant. Onderzoeksbureau EIM becijferde dat het percentage in 2010 echter op 6 procent bleef steken. In 2014 wil de Rijksoverheid 80 procent van de facturen elektronisch ontvangen en verwerken.
De Stichting Waarborg E-factureren heeft de Checklist E-factureren ontwikkeld. Daarmee bevordert ze het duurzame gebruik van e-factureren in Nederland. En ondersteund ze de overheid bij het halen van haar e-factureren doelstelling. De Checklist E-factureren is bedoelt voor organisaties van groot tot klein, in het bedrijfsleven en in de publieke sector. De Checklist E-factureren is gratis en is zelf online samen te stellen.