Ontwikkelaars van Apple software krijgen weinig rust. Tien geleden werd er van processor geswitcht (van 68k naar PowerPC), vijf jaar geleden moest alles op alles worden gezet voor de overgang naar OS X en nu volgt weer een grote stap: van PowerPC naar Intel. Opvallend: Nederlandse ontwikkelaars van OS X-software maken zich geen zorgen.
Na Wintel nu Mactel Volgens Apple-topman Steve Jobs is het simpel. Intel heeft de beste papieren als het aankomt op prestaties per watt. Bovendien is de belofte van 2003 (een 3GHz G5 in de zomer van 2004) nog steeds niet ingelost. Klaarblijkelijk was Apple wel ‘klaar’ met processorbouwer IBM. Volgens analisten maakt de Pentium M met de codenaam ‘Yonah’ een grote kans om Apples eerste Intel-processor te worden. Yonah is onderdeel van de derde generatie van het Intel Centrino-platform. IBM verliest Apple als klant, maar het bedrijf mag niet klagen. De drie nieuwste consoles (van Sony, Microsoft en Nintendo) draaien allemaal op een IBM-processor. |
Inside sessie
“Da’s ook toevallig. We zitten nu in Parijs met Apple en Oracle om de tafel in een soort inside sessie”, vertelt Massimo Rizzo, technisch directeur van Matadex. De op Oracle gebaseerde softwareoplossing Sherpa van Matadex ondersteunt bedrijfsprocessen. Het bedrijf moet nog beginnen met de overgang. “Ik verwacht weinig technische problemen. Xcode zit goed in elkaar, daarover maken we ons geen zorgen.” Helemaal vlekkeloos zal het volgens Rizzo niet verlopen. “Ik spreek uit 22 jaar ervaring: er komen ongetwijfeld reacties van klanten.”
Rosetta Niet alle software zal meteen klaar zijn voor de Intel Macs. Dat hoeft ook niet, want elke nieuwe Intel Mac heeft de Rosetta-technologie aanboord. Dankzij Rosetta is het mogelijk om oude PowerPC-software te draaien op Intel-based Macs. Er zijn wel beperkingen: applicaties voor OS9 en software die specifiek een G4 of G5 nodig heeft, werken niet via Rosetta. Bovendien zal software die door de Rosetta-vertaalslag heen moet, niet zo snel werken. De verwachting: met ‘normale’ programma’s is het goed te doen, bij processorintensieve programma’s is het niet fijn werken. |
Saai
“Ik heb mijn Intel Developer-machine net twee weken binnen en de transitie is de saaiste die ik in mijn leven heb meegemaakt”, meent Jack Jansen. Hij onderhoudt onder andere MacPython, een speciale Mac-versie van de bekende programmeertaal. “MacPython heb ik nog niet geprobeerd te bouwen, maar ik verwacht eigenlijk dat er geen enkel probleem zal optreden. Wat ik wel al gebouwd heb (en wat zonder enig probleem en werkte) is de Ambulant Player, een multimedia playback engine. Ambulant Player is afhankelijk van een aantal andere open source pakketten en gebruikt Apple-technologie als QuickTime en Cocoa. Letterlijk alles is gebouwd en werkte in één keer.”
Het relatiebeheerpakket Crm4Mac is ook nog niet onder handen genomen. “We verwachten geen problemen. Bij Apple kunnen we een Intel-machine bestellen voor het testen, en we gebruiken de standaardtools van Apple (Xcode, Cocoa)”, aldus Fred Zuijdendorp van Crm4Mac. Zuijdendorp noemt de overgang zelfs simpel. De eerste helft van volgend jaar moet het gebeuren.
Ook de software van AssistiveWare moet eraan geloven. AssistiveWare maakt programma’s voor minder validen. Proloquo is bijvoorbeeld een spraakoplossing voor OS X, en met KeyStrokes en SwitchXS krijgen ook mensen die geen toetsenbord kunnen bedienen toegang tot de computer. David Niemeijer: “De bulk van onze programma’s is met CodeWarrior gemaakt en zal dus naar Xcode omgezet moeten worden. De kleinere hulpprogramma’s zijn al met Xcode gemaakt. Ik verwacht dat voor juni 2006 alle producten omgezet zijn.” Niemeijer ziet het meeste werk zitten in het programma KeyStrokes. “Dat komt door het aanpassen van de woordenboeken voor woordvoorspelling, zodat ze correct gelezen kunnen worden op beide platformen. Dat zijn binary files en die zijn platformspecifiek.”
Na het overzetten van de software blijft de ontwikkelaar jaren twee versies onderhouden. Immers, het duurt jaren voordat alle ‘oude’ Macs zijn vervangen door Mactels. “Als de software eenmaal cross-platform opgezet is, wordt het onderhouden niet echt een probleem, zolang bestaande machines tenminste bruikbaar blijven”, meent Niemeijer. “Het wordt lastig als de oude PowerPC-machines die we hebben ‘op’ zijn en we dus niet meer goed kunnen testen op beide platformen, omdat nieuwe machines alleen Intel zouden zijn.”
Twee dagen
Praat is een programma voor spraakanalyse geschreven door Paul Boersma en David Weenink, verbonden aan het Institute of Phonetic Sciences van de Universiteit van Amsterdam. “Ik ben nog niet bezig, maar heb er wel over nagedacht”, verzekert Boersma. “Ik werk met CodeWarrior als compiler en die ondersteunt de overgang niet standaard. Ik moet dus naar Xcode. Ik heb me wat ingelezen en begrijp dat die overstap me zo’n twee dagen werk kost.” Ook lastig: Boersma heeft geen developer machine. Hij wacht tot de eerste Mactels uitkomen, probeert die te regelen om pas dan de overstap af te ronden.