Een gemeenschappelijke vriend wees Astrid Oosenbrug op het visiedocument ‘Overheidssoftware als Open Source’ van Kees Koenen. 'Hij dacht dat ik dat wel interessant zou vinden. Hij had gelijk', lacht Oosenbrug. Op haar werkkamer in het gebouw van de Tweede Kamer is de ontvangst hartelijk en de koffie warm.
Op 11 oktober heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die Astrid Oosenbrug heeft ingediend waardoor het gebruik van open standaarden wordt verplicht bij wet. Die verplichting wordt meegenomen in de wetgeving rond de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) van Digicommissaris Bas Eenhoorn. Eerder al, in 2015, werd een motie van Oosenbrug en SP-collega Sharon Gesthuizen aangenomen, eerbiedig ‘motie Vendrik 2.0’ genoemd. Dit met referte aan de motie van Kees Vendrik (namens GroenLinks) die al in 2002 was aangenomen om het gebruik van open standaarden en open source software in de publieke sector te stimuleren.
‘Ik heb er vier jaar lang aan lopen duwen en trekken. In 2002 heeft Kees Vendrik ook al gezegd ‘dit gaan we gebruiken’ en nu zijn we in 2016 en dan nóg staat mijn motie, als een .doc file op de site van de Tweede Kamer. Dat is niet wat we hebben afgesproken en dat kan ik niet uitleggen aan mijn achterban.’
Herbruikbare ‘bouwblokken’ code
In zijn visiedocument pleit Kees Koenen voor herbruikbare ‘bouwblokken’ code en geeft als voorbeelden ‘stekkers’ op basisregistraties, stijlgidsen, aansluitingen op de GDI componenten en standaard routines. Het groeimodel is om bottom-up kleine, herbruikbare bouwblokken interdepartementaal te delen.
Hij beschrijft het verschil tussen open source softwarepakketten op de markt en open source softwareontwikkeling door de overheid. ‘Er is ooit een becijfering gemaakt voor een departement vanuit de vraag: wat gebeurt er als we de hele client side open source maken? Dat leverde een besparing op van circa 30 miljoen euro over een periode van zes jaar’, vertelt Koenen. ‘Maar dan sluit het ministerie niet meer goed aan op haar hele ecosysteem, bovendien doen de macro’s voor huisstijl en berekeningen het niet meer, et cetera. Misschien is de comptabiliteit die 30 miljoen wel waard. Echter, als je kijkt naar open source ontwikkeling – ergo: ik ga nu iets bouwen voor de overheid – dan valt het mij op dat er in verschillende projecten elke keer hetzelfde wordt gebouwd. Dan denk ik: belastinggeld moet goed worden besteed, er zijn voldoende platforms en technologie om met elkaar te delen. Er zijn een paar dingen waarvan ik zeker ben in het leven en één ervan is: samenwerken zorgt voor een beter resultaat. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer je gebouwde software als open source beschikbaar maakt, ook de beveiliging op de juiste plaats wordt toegepast en van een hoger niveau wordt. Dit is een van de effecten die ik toelicht in het visiedocument.’
Broncode.overheid.nl
Koenen refereert aan Github, een website die gebruikmaakt van Git om in groepen aan softwareontwikkeling te doen (Git is een vrij gedistribueerd versiebeheersysteem, ook wel softwarebroncode-managementproject genoemd). ‘Ontwikkelaars die ik spreek zien zoiets voor de overheid wel zitten. Ik denk bijvoorbeeld aan ‘broncode.overheid.nl’ waar ontwikkelaars codes met elkaar kunnen delen, maar elkaar ook feedback kunnen geven en kudos uitdelen. Dat moet in het dna gaan zitten: zo gauw we voor de overheid werken, publiceren we op die site. Dan krijg je vanzelf mensen die met elkaar, ook interdepartementaal, gaan samenwerken aan dezelfde bouwblokken. Zo zou ik veel beter dingen kunnen hergebruiken voor de overheid met uiteindelijk een beter resultaat. Ook de innovatiesnelheid gaat omhoog doordat ontwikkelaars van verschillende partijen hun inbreng hebben.’
Hij vervolgt: ‘Er ontstaan in een project veel kleine ‘borrow, buy or build’ keuzemomenten. Ik heb een sterke voorkeur voor ‘borrow’, hergebruik dus. Met de motie van Oosenbrug komt dit heel dichtbij.’
Oosenbrug: ‘In de motie hebben we ook gesteld: we openen een kenniscentrum voor open standaarden en open source. PIANOo, het Expertisecentrum Aanbesteden van het ministerie van Economische Zaken, is daarvoor de aangewezen plek omdat zij daarin een faciliterende en stimulerende rol kan spelen, juist ook bij aanbestedingen. Overal zijn mensen bezig met open standaarden en open source – denk aan Ambtenaar 2.0 en Pleio, van de Belastingdienst. Pleio is gebaseerd op open source waarbij hergebruik als vanzelfsprekend geldt en bestaat uit Plein Overheid, een online ontmoetingsplek voor de publieke zaak, en de Pleio community. Er is echter niet één vraagbaak. Die komt er nu.’
Koenen vraagt aan Oosenbrug of zij denkt dat er voldoende programmeurs rondlopen in Nederland? ´Ja´, knikt ze, ‘maar het kan beter. Ik vind sowieso dat je programmeren als keuzevak moet aanbieden in groep 1 van de basisschool.’ Ze vertelt over een recent werkbezoek waarbij ze jongens en meisjes zag leren programmeren in een speelse omgeving. ‘Ze leren de klik te maken: input leidt tot output. Ik sprak een jongetje van 9 die kon programmeren in Python, die had het voordeel dat allebei zijn ouders programmeurs zijn. We hebben geen zeventien miljoen programmeurs nodig in dit land, maar volgens mij moet je jong beginnen en dan haal je de allerbeste programmeurs eruit.’
Persoonlijke passie
Overigens: haar persoonlijke interesse in en passie voor it verklaart zich als volgt: ‘Ik was dertig en zat in de bijstand en wilde graag een opleiding doen in die richting. Bij de Sociale Dienst maakten ze een voorbehoud – vrouw en techniek, gaat dat wel goed? – dus ik moest een assessment doen. Ik mocht toen de opleiding ‘medewerker beheer informatiesystemen’ volgen. Via een open sollicitatie ben ik later bij XS4all terecht gekomen en doorgegroeid naar senior intern systeembeheerder. Daar heb ik veel geleerd. Ik heb gezien dat als je een groepje creatieve denkers bij elkaar zet om te programmeren, hoe ver die kunnen komen. En als je dat op een open source manier doet, dan gaan anderen zich er ook mee bemoeien; wat leidt tot een enorme dynamiek.’
Ze slaat een bruggetje naar het visiedocument van Koenen. ‘Ik las heel veel dingen waarvan ik dacht: zo herkenbaar! De vrije gedachte dat als je gebruik maakt van open standaarden en open source software, dat je die controle kunt uitoefenen en dat het product alleen maar beter kan worden. Maar ook het stuk over het hergebruik van software. Daar moeten we gewoon veel meer mee doen!’
Koenen: ‘Ik vond het lastig om er een cash-on-cash return aan te hangen, heb jij daar een beeld bij?’
Oosenbrug: ‘Er is een keer een rapport langs gekomen waarin werd gezegd dat open source duurder zou zijn omdat je dan weer allemaal met nieuwe mensen zou moeten werken. Dat is onzin en dat rapport is gelukkig in een la verdwenen. Volgens mij moet je niet zozeer in kostenbesparingen denken maar meer vanuit de gedachte: open source betekent dat het beter controleerbaar is op kwaliteit. Kijk, geld besparen dat gaat zeker gebeuren, maar mijn gevoel zit in dit stadium toch meer bij duurzaamheid en vooral het terugwinnen van het vertrouwen van de burger door te laten zien dat de data veilig zijn opgeslagen en beveiligd.’
Dienstverlening los van infrastructuur
Na de verkiezingen in maart 2017 keert Oosenbrug niet terug in de Tweede Kamer. De aangenomen motie ‘was mooi om nog even mee te nemen, ik ben een tevreden mens.’ Over haar toekomst: ‘Tussen overheid en bedrijfsleven zit een diepe kuil, heb ik hier gemerkt. Daar ga ik in springen.’
Ze pleit voor een professionaliseringslag in de Tweede Kamer waar het gaat om inhoudelijke kennis van it. ‘Op dit moment zijn er gewoon te weinig mensen met een technische achtergrond. Dit soort portefeuilles worden steeds belangrijker. Ik ben blij dat ik een meerderheid heb gehaald, maar het is heel veel uitlegwerk.’
Er ligt nog een motie van Oosenbrug om de it-dienstverlening los te koppelen van de it-infrastructuur. ‘Dat wordt nu onderzocht. We doen dit al met water, energie en openbaar vervoer.’ Ze lacht: ‘Ik denk dat over een paar jaar zal blijken dat ik dat helemaal niet slecht had gezien!’
Het visiedocument ‘Overheidssoftware als open source’ kunt u downloaden.
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 11 van Atos.
Wie zijn Oosenbrug en Koenen
Astrid Oosenbrug is sinds 20 september 2012 lid van de Tweede Kamer namens de Partij van de Arbeid met in haar portefeuille onder meer ict, overheidsdienstverlening, privacy, telecommunicatie en auteursrecht.
Kees Koenen is sinds 2006 in dienst bij Atos. Hij is als architect bij diverse (Rijks)overheidsprojecten betrokken.
Astrid en Kees zijn dus goed bezig.
Jammer dat Astrid niet meer in de 2e kamer zal zitten om de druk hoog te houden. Want er is nog wel weerstand om deze m.i. zeer logische stappen door te voeren. Er zijn immers commerciële partijen die zeer veel baat hebben met afgesloten systemen waar zij heer en meester zijn t.o.v. open systemen waar iedereen mee kan kijken en vooral in kan bijdragen.
Overigens denk ik dat gebruik van een open-source systeem als een git door de overheid voor de IT medewerkers ook een opsteker zijn. Wat ik heb gemerkt bij de diverse overheidsinstanties waar ik tijdelijk gewerkt heb is dat deze mensen doorgaans heel sociaal zijn, hart hebben voor de zaak en graag met elkaar samenwerken. Als je dit gaat stimuleren door verschillende onderdelen van overheden aan dezelfde code laat werken en met elkaar overleggen krijg je niet alleen meer synergie maar ook meer dynamiek onder die mensen waardoor het ook aantrekkelijker wordt om als ITer bij de overheid te werken.
Ze zijn zeker goed bezig en hebben ook goede ideeën.
Op dit moment zijn veel overheden steeds opnieuw het wiel aan het uitvinden, terwijl het eigenlijk al bestaat.
OpenSource heeft de toekomst, maar OpenStandaarden hebben m.i. voorrang.
Sinds de publicatie in de Staatscourant van 8 nov. 2008, is er dwang mogelijk en is de pas-toe-of-leg-uit regel toch al wettelijk?