De oorlog in Oekraïne onderstreept het belang van de werkzaamheden van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD): zicht houden op dreigingen tegen Nederland, de krijgsmacht en bondgenoten. Het is belangrijker dan ooit om met actuele en betrouwbare inlichtingen nationale besluitvorming en uitgezonden eenheden van de krijgsmacht te ondersteunen en in te grijpen als dat nodig is, door vijandelijke operaties tegen Nederlandse belangen te verstoren. Dit stelt Jan Swillens, directeur MIVD, dat ressorteert onder het ministerie van Defensie.
‘De Russische inval in Oekraïne heeft de wereld ingrijpend veranderd. We zien vlakbij, in Europa, pal aan de grenzen van het Navo-grondgebied, grootschalige conventionele oorlogvoering met grote hoeveelheden tanks, pantser voertuigen, granaten en kruisvluchtwapens. We zien een verhoging in het aantal cyberaanvallen op Oekraïne. En we zien desinformatie’, steekt Jan Swillens van wal. Volgens de MIVD-directeur investeert de Russische Federatie volop in militaire wapensystemen als onderdeel van de jaren geleden ingezette modernisering van hun krijgsmacht. ‘De meest in het oog springende ontwikkelingen binnen de militaire techniek en wapensystemen vinden plaats op het gebied van hypersone wapens en ballistische raketten, onderzeeboten, nucleaire wapens, antisatellietwapens en modernisering van tanks en pantservoertuigen. Een deel van deze wapensystemen dient om anderen de toegang tot gebieden te ontzeggen. De invasie laat zien dat je rekening moet houden met onvoorstelbare scenario’s. Dat is ook echt een onderdeel van inlichtingenwerk. Net als dat je nooit naïef mag zijn waar het op je eigen veiligheid aankomt.’
De MIVD kijkt niet alleen naar militaire conflicten, technologische ontwikkelingen en de opbouw van buitenlandse krijgsmachten, maar is ook 24/7 bezig met het beschermen van wat digitaal belangrijk is voor de veiligheid van Nederland en onze bondgenoten. ‘Dit doen we in nauwe samenwerking met de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Maar ook werken we samen met het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) en het Defensie Cyber Security Centrum.’
De capaciteiten bij de tegenstanders nemen toe, worden geavanceerder en tegenstanders worden ook steeds beter in het verhullen van hun activiteiten, constateert de directeur van de MIVD. ‘Als geopolitieke spanningen oplopen, en militaire eenheden worden ontplooid, wordt ook cybercapaciteit ingezet. Dit hebben we al eerder gezien, bij de grensconflicten in Georgië en nu ook in Oekraïne. In de offensieve cyberprogramma’s wordt dan gerichter digitaal gespioneerd, er wordt desinformatie en propaganda verspreid om de publieke opinie te beïnvloeden en soms worden ook destructievere middelen ingezet. Hierdoor kunnen digitale netwerken onbruikbaar raken. Om hier als MIVD en ook als AIVD op in te kunnen spelen, is snelheid van handelen essentieel.’
Vergaande samenwerking
De oorlog in Oekraïne onderstreept het belang van internationale samenwerking. Maar ook dichter bij huis is samenwerking van groot belang. Samenwerking tussen overheid, inlichtingendiensten, kennisinstituten en bedrijfsleven zijn een voorwaarde om Nederland veilig te houden in een wereld waarin vijandige cyberactiviteit snel evolueert, stelt Swillens. ‘Het gaat niet alleen om veiligheid in het traditionele domein maar ook om kennisveiligheid en economische veiligheid. Daarover moet je in gezamenlijkheid nadenken. Nederland is een kenniseconomie. Kennis delen is de kern van wetenschap en daar ben ik voor, maar je moet wel je maatregelen nemen tegen partijen die zich die kennis oneigenlijk willen toe-eigenen.’
Samenwerking tussen de MIVD en AIVD is een gegeven. ‘Waar we op hebben ingezet is: hoe zorgen we dat we als diensten op het gebied van informatiedeling het optimale eruit halen? We hebben niet de luxe allerlei ‘tuinhekdiscussies’ te voeren. Er zijn dwarsverbanden en als je informatie op een verstandige manier met elkaar deelt, dan levert dat veel meer inzicht op. Wat je wilt bereiken is dat de juiste informatie op het juiste tijdstip bij de juiste mensen met het juiste advies terechtkomt, zodat goede besluiten kunnen worden genomen’, aldus Swillens.
De generaal-majoor stelt vast dat het prettig is dat we één wet hebben waar beide diensten onder vallen. ‘We hebben één toezichtregime, dus de uniformiteit van het indienen van bijzondere bevoegdheden loopt voor de AIVD en de MIVD via hetzelfde traject. De geïntegreerde aanwijzing is één richtinggevend document voor beide diensten. Wij hebben één opdracht; ook belangrijk, er zijn heel weinig landen die dit hebben. Wij mogen alleen bijzondere bevoegdheden inzetten als dit is terug te voeren op een onderzoeksopdracht zoals geformuleerd in de geïntegreerde aanwijzing.’
Een gezamenlijk onderdeel van de AIVD en de MIVD is de Joint Sigint Cyber Unit (JSCU). Deze eenheid is in 2014 operationeel geworden en richt zich op het afluisteren van radio- en satellietverkeer plus het verkrijgen van inlichtingen via cyberoperaties. ‘Dat is echt een eenheid die zich in de afgelopen zeven jaar ontzettend goed heeft ontwikkeld. Alles wat met ethercommunicatie te maken heeft, kunnen we daar binnenhalen. Dat combineren we met cyberinlichtingen en die combinatie is buitengewoon waardevol. Daarin zijn we in de wereld vrij uniek, dat dit niet een aparte entiteit is, maar in allebei de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is geïntegreerd.’
Grenzen vervagen
Veiligheid begint met een goede inlichtingenpositie, vindt Swillens. ‘Als je wordt aangevallen in het cyberdomein wil je weten door wie. Het is lastig om vast te stellen wie achter een aanval zit: een crimineel of een hobbyist, of een statelijke actor? En dat is de inlichtingenpositie die je wilt hebben: dat je ziet wat de identiteit van de aanvaller is. Als je een goede positie hebt, dan kun je ook je beveiliging daarop inrichten. Bij het vinden van oplossingen moeten we nauw samenwerken. De grenzen tussen publiek en privaat, tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid, tussen criminelen en niet criminelen, tussen staten en niet staten, vervagen.’
Swillens stelt vast dat binnen het cyberdomein, zeker waar het landen als Rusland en China betreft, sprake is van een offensieve cyberstrategie gericht op Nederland. Hij plaatst om die reden een waarschuwing bij bedrijven die, bijvoorbeeld in China, louter exportkansen zien. Ze zijn kwetsbaar, het besef dat er voortdurend aanvallen worden geplaatst lijkt nog niet alom aanwezig.
Het door de veiligheidsorganisaties AIVD, MIVD en Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) gezamenlijk gepubliceerde rapport ‘Dreigingsbeeld statelijke actoren’, over buitenlandse spionage in Nederland, werd door de media amper opgepikt. Organisaties die inmiddels een aanval met ransomware hebben doorstaan, hoef je volgens Swillens niets meer te vertellen. Maar dat jezelf wapenen tegen cybercrime goed functionerende inlichtingen- en veiligheidsdiensten vereist, dat besef is nog niet overal doorgedrongen. ‘Het beeld dat burgers hebben dat inlichtingendiensten bezig zijn met persoonsgegevens van willekeurige Nederlanders is hardnekkig. Maar daar zijn wij niet in geïnteresseerd. Veel internetbedrijven zoals Bol.com of Zalando weten meer over de mensen dan wij.’
Dynamiek van de praktijk
Evenals de AIVD pleit de MIVD voor – snelle – aanpassing van de bestaande Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (Wiv) om die beter te laten aansluiten op de operationele praktijk. ‘Optreden in dat cyberdomein gaat echt met een hoge snelheid gepaard. De tegenstander verhult zich. Die probeert een mistgordijn op te trekken en gaat razendsnel de hele wereld over, zoekt ergens een internetopgang en wisselt telkens van serviceprovider. De dynamiek van de praktijk, ergo: het snel kunnen volgen ván en het zicht houden óp een tegenstander in het cyberdomein, verhoudt zich heel lastig met een gedetailleerde toets aan de voorkant. Heel vaak weet je van tevoren niet hoe je precies gaat bewegen door dat domein. Wat we vaststellen is dat daar een meer effectieve waarborgsystematiek bij past. Dat kan door het toezicht meer te concentreren op de uitvoering en daar de checks & balances in te bouwen. En dat is eigenlijk waar we naar op zoek zijn: hoe kunnen we dat nu vastleggen in de wet op een manier dat dat werkbaar is voor ons en dat er geen waarborgen worden afgebouwd?’
Swillnes voegt eraan toe dat we – gelukkig – in een land leven waarin de diensten volledig onder toezicht staan en we alles binnen de wettelijke kaders doen. ‘Maar aan de andere kant stellen we vast dat we leven in een wereld die vereist dat we goed functionerende diensten hebben. Nederland is een kenniseconomie. Als je denkt aan zaken als hoogwaardige technologie, quantum computing, nanotechnologie, intellectuele eigendom…, dat maakt ons interessant.’
Wat de militaire topman is opgevallen in de tijd dat hij deze functie bekleedt, is dat veiligheid niet meer alleen het ministerie van Defensie en het ministerie van Justitie en Veiligheid raakt. ‘Inmiddels zitten we regelmatig ook met Economische Zaken, Infrastructuur en Waterstaat en Onderwijs om tafel. Zij melden zich steeds vaker met vragen over inlichtingen en veiligheid. Wij hebben al eerder uitgesproken dat samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en inlichtingendiensten belangrijk is om Nederland veilig te houden. Daarin moeten we de komende jaren stappen zetten en dan met name op het gebied van kennisveiligheid en economische veiligheid.’
(Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 19 van Atos.)
Profiel
Generaal-majoor Jan Swillens is sinds juni 2019 directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD). De taken van de MIVD zijn vastgelegd in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017) en de Wet veiligheidsonderzoeken (Wvo). Swillens is sinds 1985 werkzaam bij het ministerie van Defensie en vervulde eerder de functie van commandant van het Korps Commandotroepen.
Elke oorlog is wreed, die in Oekraïne is zelfs net zo barbaars als die in Syrië en Irak. Als Poetin zijn geliefde “Russische” steden in de Oekraïne niet mag hebben, dan laat hij deze liever vernietigen, zoals een psychopaat voor een gezinsmoord kiest in plaats van een scheiding. In Oekraïne worden sinds 24 februari 2022 conventionele wapens massaal ingezet omdat Poetin en zijn vrienden de Russische geschiedenis letterlijk willen herschrijven. Toch heeft de oorlog in Oekraïne meer met ICT en met het verzamelen en verwerken van informatie te maken dan eerdere oorlogen. Dat geldt zowel voor de voorbereidende fase, de oorlogsfase, als de fasen daarna. Als we kijken naar hoe Nederland omgaat met inlichtingen en beleid inzake van Oekraïne, dan is het duidelijk dat Nederland steeds ver achter de feiten aanloopt, in tegenstelling tot de Amerikanen, de Britten, de Fransen en een aantal andere landen die veelal proactief opereren. Op gebied van geopolitiek en veiligheid behoort Nederland al decennia tot de domste en luiste jongetjes van de klas. Onze kabinetten van de laatste decennia zagen geen reden voor een solide defensie van Nederland en West-Europa, ondanks de vele waarschuwingen van allerlei soorten deskundigen en de feitelijke ontwikkelingen. Men laat zich liever adviseren door discutabele figuren van de Zuidas. Hun analyse was dat oligarchen en staatsbedrijven te veel via onze Zuidas verdienden om gevaarlijk te worden. Landen zoals de Russische Federatie, zouden vanzelf kapitalistische democratieën worden. De houding van de westerse oligarchen van de laatste eeuwen was ook niet voorbeeldig en een teken aan de wand. Defensie was een kostenpost. Dom Nederland ging ook heel veel verder met bezuinigingen dan de afspraken met de Russische Federatie, om in het kader van de detente tweezijdig materieel en eenheden af te stoten. Afspraken over de 2% norm voor defensie zijn decennia lang niet nagekomen. En een hele serie commandanten der strijdkracht hebben daar slaafs aan meegewerkt. Vreemd genoeg werd premier Mark Rutte genoemd als één van de mogelijke opvolgers van NAVO-baas Jens Stoltenberg; een gotspe. Rutte is een deel van het veiligheidsprobleem en niet van de oplossing. Buiten het kabinet is men wakker geworden. Sommige partijen willen nu opeens dat Nederland er alles aan doet om Oekraïne te helpen. Maar tot voor kort wilde geen partij de 2% voor defensie uittrekken, op de SGP na. Nederland heeft dan ook weinig te bieden. Ik ben benieuwd in hoeverre de partijen en en de toekomstige kabinetten van Nederland omgaan met organisaties zoals de MIVD en AIVD als de internationale dreigingen in de pers minder aandacht gaat krijgen.
Oorlog is wreed maar het is vooral een voortzetting van de politiek met andere middelen. Strategie von Clausewitz betreffende de voortzetting van een Europese politiek met andere middelen vraagt trouwens ook inlichtingen maar zijn de inlichtingen ook goed? Want check & balances van quis custodiet ipsos custodes gaan om de nuances in de geopolitiek waarin de dominee en de koopman uiteindelijk meer zeggenschap hebben dan de generaal.
“En een hele serie commandanten der strijdkracht hebben daar slaafs aan meegewerkt.”
Aldus reactie van VVD-er Japie Hilterman die blijkbaar liever gezien had dat deze commandanten de macht hadden gegrepen om de geschiedenis het herschrijven want hoewel deze zich volgens Mark Twain niet herhaalt, rijmt deze wel. Ik bid niet voor bruine bonen al denkt Japie van wel dus de dominee kan mijn rug op maar de koopman is interessant want Napoleon leerde al dat een leger niet op een lege maag marcheert.
Want volgens von Clausewitz begint niemand een oorlog, of beter gezegd niemand zou dat moeten doen zonder eerst duidelijk in zijn hoofd te hebben wat hij van plan is te bereiken met de oorlog en hoe hij van plan is die te voeren. Een Putin-versteher zoals Japie denkt dat de inval opportunistisch is wat me gezien de eenzijdige inlichtingen vanuit een militair-industrieel complex een nogal riskante aanname lijkt te zijn.
Check & balances is 2% een mooi getal maar gezien een stabiliteits- en groeipact (SGP) van de EU vereist meer geld naar defensie ombuigingen in de begroting die knellen met klimaatambities. Zoals gezegd zijn inlichtingen goed maar zijn de inlichtingen ook goed genoeg want uiteraard kunnen we ook het stabiliteits- en groeipact gedag zeggen wat voor sommige een win-win is maar voor anderen een dubbel verlies als we kijken naar zoiets als welvaart.
In een totale oorlog, zoals die in Oekraïne, worden militaire, publicitaire, politieke, economische, juridische en andere middelen massaal ingezet. En bij alle domeinen speelt de inzet van informatie en dus ICT een grote rol. Uiteraard ook bij defensie zelf. Alle wapensystemen worden in defensieve en offensieve operaties ingezet via Command, Control & Communication systemen. Snelle inzet van informatie via C3I systemen is vanaf de jaren 80 normaal. De laatste decennia zit organiek ook heel veel ICT in de wapensystemen zelf. Dat maakt de inzet van informatie nog flexibeler en nog sneller mogelijk. Een voorbeeld hiervan is de moderne pantserhouwitser (pantservoertuig met daarop zwaar artilleriegeschut) die nu ook door Nederland aan Oekraïne geleverd worden. Die houwitsers worden gekoppeld aan o.a. grondradars die de inkomende granaten volgen. Computers berekenen razendsnel waar de vijandelijke granaten moeten zijn afgevuurd. Zo kan snel tegenvuur afgegeven worden, eventueel met slimme munitie die doelen van bovenaf aanvallen. Nederland heeft 54 van die systemen en 7 daarvan gaan er naar de Oekraïne. Nu wordt er door de hoge officieren publiekelijk gesputterd dat we ze zelf zo hard nodig hebben. Dat hadden die heren beter kunnen doen toen de oude artilleriesystemen door een veel kleiner aantal zou worden vervangen en de politiek daarover nog moest beslissen. Nu zitten de heren via de media te mopperen dat we zelf zo hard nodig hebben; een beetje laat. Ze hadden ook jaren geleden al kunnen aangeven dat, gezien de ontwikkelingen vanuit de Russische Federatie, wij extra systemen moesten gaan bijbestellen, samen met slimme munitie. Militairen weten immers wat ze nodig hebben voor hun taakuitoefening en politici weten vrijwel niks van defensie.
Lang niet alle conventionele wapensystemen zijn smart en munitie voor maar een klein deel, maar ze worden vrijwel altijd met behulp van ICT ingezet. Daarvoor gebruikt men satelliet- en radarinformatie en beelden van helm- en voertuigcamera’s, en tegenwoordig ook heel veel informatie via drones. Zo zijn er honderden aangepaste civiele drones in Oekraïne, waarbij men aangepaste software gebruikt om doelen te lokaliseren om deze later uit te schakelen. China is daarom voorlopig gestopt met het leveren van (semi)professionele drones aan Rusland en Oekraïne.
En dit is nog maar een klein deel van de in Oekraïne gebruikte ICT. Bijvoorbeeld, veel burgers en journalisten maken en verzamelen beeldmateriaal van de oorlogsgebeurtenissen. De hoeveelheid van burgers ontvangen informatie is groot. Internet en cloud spelen hierin een belangrijke rol. Deze informatie vergroot de mogelijkheden voor bijvoorbeeld juridische en financiële afwikkeling van oorlogsmisdaden, en zal ook voor hulp en wederopbouw ingezet gaan worden.