Over India valt veel te zeggen. En contrastrijk is zeker een term die opkomt. Contrasten tussen traditioneel en modern, tussen jong en oud, tussen noord en zuid, tussen bijna blank en tamelijk donker, tussen verschillende religies, keukens, de prachtige gewaden van de vrouwen en saaie kleding van de mannen en natuurlijk tussen rijk en arm. Een plaats van vele contrasten bleek Mumbai, waar de OTN Yathra na Delhi landde.
Tijdens de letterlijke landing is vanuit het vliegtuig de grootste sloppenwijk van Azië van dichtbij te bekijken. Bouwsels die als huis dienen maar het in onze ogen niet zijn. Vier dagen later kan het contrast niet groter zijn in Bangalore als onder de aanvliegroute van het vliegtuig prachtige nieuwe huizen met zwembad in de tuin blijken te liggen.
Mumbai blijft in dit opzicht verbazen. De stad ligt op een schiereiland en is eigenlijk vol. Was dat waarschijnlijk al lange tijd geleden, maar de mensen zijn naar de stad blijven komen. Elke laatste vierkante meter in Mumbai is in gebruik. En ogenschijnlijk gebroederlijk staan naast elkaar de krotten en de moderne bankfilialen, de kraampjes die er honderdvijftig jaar geleden waarschijnlijk ook al stonden en filialen van Westerse luxe merken als Swarovski, Prada, Samsung en Apple, de Westerse hotels met ‘infinity pool & roof terrace’ naast eettentje op straat. En overal reusachtige billboards voor luxe appartementen, wellness-centra, verzekeringen en mobiele telefoon. Het meest opmerkelijke beeld voor mij was het hutje met de satellietschotel op het dak.
De wegen bieden ook een goed beeld van het contrast: op één en dezelfde weg rijden handkarren en ezelwagens, motorfietsen met complete families, vrachtwagentjes volgeladen tot ver over het laadvermogen en vervolgens aangevuld met een dozijn arbeiders maar ook moderne touring cars, spiksplinternieuwe auto’s van vrijwel alle merken – veel Marinda en Tata (beide Indiaas) en Hyunday en Toyota – en ook pickups en SUVs.
De mensen
En natuurlijk vormen de mensen zelf een kleurrijk contrast – met meer dan tweeduizend etnische groepen. Sommige Indiërs zijn licht van huidskleur en kunnen vrijwel voor West Europeanen doorgaan terwijl anderen een zeer donkere huidskleur hebben. En daar zit van alles tussenin. Ik denk dat mede vanwege die rijke schakering aan kleuren en andere uiterlijke kenmerken het voor mij gemakkelijk blijft als duidelijke westerling toch niet een vreselijke buitenbeen te zijn: er is niet een eenduidige meerderheid waar ik van afwijk.
Sterker nog: na meer dan veertig Indiase it-professionals te hebben ontmoet en gesproken in drie verschillende steden is het overduidelijk dat een software engineer in India meer overeenkomsten heeft met een software engineer in Nederland dan met een buschauffeur, bakker of boer in zijn eigen stad. Ze zijn om te beginnen vooral veel bezig met hun werk. Computers, software, probleem oplossen, kennis opdoen en samenwerken. Net als voor een Nederlandse it’er bestaat daar hun leven vooral uit.
Het kantoor dat ik bezocht had net zo goed in Nederland kunnen staan als in Pune, dezelfde werkplekken, dezelfde sfeer en desgevraagd werd mij bevestigd dat ook de Indiërs zitten te schelden op hun computer, ide en compiler als de zaken niet naar wens verlopen. De werktijden waren in dit geval negen tot zes uur, voor mensen die niet gedurende hun werkdag afhankelijk zijn van contacten met Europese of – nog erger gezien de tijdzones – met Amerikaanse klanten. Thuiswerken is niet erg populair werd me verteld – omdat dan werk de privésfeer binnendringt en er meer werkuren worden verwacht dan de kantoordag van negen tot zes.
Het aantal vrouwen is ook in de Indiase it niet groot, maar wellicht is de verhouding wel een tikje gunstiger dan bij ons. Pakweg 30 procent zou vrouw zijn. De verklaring die mijn contacten (allen man) gaven was iets als ‘women and Maths is not a good combination’. Tegelijk blijkt uit recent onderzoek dat in de steden nog geen 15 procent van de vrouwen buitenshuis werkt (op het platteland ligt dat overigens aanzienlijk hoger). De aandacht voor de scholing van vrouwen is in het algemeen ook minder dan voor mannen.
Heilige huisjes
In mijn gretigheid om te leren hoe het er nu echt aan toegaat in India heb ik misschien hier en daar met Nederlandse directheid wat heilige huisjes beschadigd – kaste-systeem, godsdienst, de relatie met Pakistan, de vele beveiliging et cetera -, maar ik had de indruk dat mijn gesprekspartners best in waren voor een goed en open gesprek en natuurlijk hebben zij ook hun vooroordelen over West Europa en Nederland. Ik hield tegen drie gesprekspartners aan dat in Nederland vaak een beeld wordt geschetst van Indiase it’ers die nooit nee zullen zeggen, nooit de Westerse contacten zullen tegenspreken en niet met eigen initiatieven komen. In koor (en behoorlijk verontwaardigd) riepen ze dat daar niets van klopte, daarmee hun gelijk bewijzend. Ik bemerk wat verlegenheid om Engels te spreken bij sommige software engineers. Maar niet om een mening te geven of een discussie aan te gaan. En de openheid bij het bespreken van een breed spectrum aan onderwerpen – inclusief heilige huisjes en persoonlijke aangelegenheden – vond ik aangenaam en vergelijkbaar met gesprekken die ik in Nederland, Australië en de VS heb gevoerd.
India kent tientallen talen. Voor een subcontinent zo groot als Europa met aanzienlijk meer inwoners is dat ook niet verwonderlijk. Van noord naar zuid is er een geleidelijke overgang tussen de talen en hetzelfde geldt in de oost-west richting. Langs de grenzen van staten kunnen mensen elkaar verstaan, maar de regionale talen van bijvoorbeeld Kerale in het zuiden en de Punjab in het noorden zijn haast onvergelijkbaar. De centrale overheid heeft geprobeerd Hindi als nationale taal in te voeren, maar dat is bij lange na niet gelukt. Engels wordt gebruikt als de nationale compromis-taal: het is niemands eigen taal en vrijwel niemand spreekt thuis Engels, maar als communicatievehikel in het bedrijfsleven heeft het heel India verovert.
Dit betekent dat ook voor Indiase it-professionals Engels een tweede taal is, ook al worden ze aan Engels blootgesteld dan een Nederlandse it’er. Omdat er geen gemeenschappelijke taal is binnen India en er vaak mensen uit verschillende regio’s samenwerken, wordt op de werkvloer veel gebruik gemaakt van Engels. Maar als iedereen het Hindi machtig is, of het Marathi, dan zal veelal die taal worden gebruikt, omdat dat toch net iets – of een stuk – natuurlijker is. Gesprekken met beveiligingspersoneel – overal aanwezig in grote aantallen -, taxi-chauffeurs en obers worden veelal in de lokale taal gevoerd omdat deze groepen vaak niet het Engels machtig zijn.
India kent verschillende religies. Het beeld van een puur Hindoeïstisch land blijkt niet helemaal te kloppen. Ook het Christendom en vooral de Islam kennen grote groepen aanhangers. Het lijkt alsof in de middenklasse net als bij ons het geloof langzaam of zelfs snel aan betekenis inboet. Veel van de mensen die ik spreek zijn vegetariër, maar meer uit gewoonte lijkt het dan vanwege een religieuze overtuiging. Hoewel zeldzaam nog, komt het voor dat stellen ongehuwd samenleven (maar daar niet te luidruchtig over doen). En koeienvlees wordt wel degelijk gegeten in India – maar ook dat gebeurt niet al te openlijk.
De it’ers die ik gesproken heb varieerden in dit opzicht van een levensgenietende vrijgezel Sales Manager tot een serieuze DBA die recent getrouwd was met een door zijn moeder en zus geselecteerde vrouw en daar nu zielsgelukkig mee is. Of moeizaam internet daten en uiteindelijk wellicht single blijven – toch het lot van niet weinig Nederlandse it’ers – de betere optie is dan een gearrangeerd huwelijk durf ik na zijn verhaal te betwijfelen.
Wat interessant is aan de contrasten in India is dat hoewel ze soms scherp zijn of in elk geval lijken, er in grote lijnen geen conflicten of zelfs spanningen lijken te zijn. De rijke it-professional loopt over straat met zijn Apple-apparatuur naast de arme dagloners op zoek naar een klusje. Mensen bewegen zich door elkaar heen. Er zijn in Mumbai nauwelijks rijke en arme wijken aan te wijzen – alles loopt door elkaar heen. Net als in het verkeer waar alle voertuigen een soort vriendelijke competitie hebben (met veel getoeter, dat wel) voor dezelfde stukken weg. En dat werkt klaarblijkelijk. Daar profiteren gasten uit bijvoorbeeld Nederland van. We draaien gewoon mee in deze tombola.
Platteland
Een groot contrast,waar ik nog weinig zicht op heb gekregen, is dat tussen de stad en het platteland. Pakweg 70 procent van de bevolking bevindt zich op het platteland. Er is een grote trek naar de stad met als gevolg een enorme vergrijzing op het toch al erg traditionele platteland. Die tradities – ook tussen oud en jong – vormen een nieuw contrast. Duizenden jaren kende India allerlei tradities rond familie, hoogtijdagen, religie, leven en dood, maaltijden en meer. In de laatste twee decennia is rond de it-centra een snelle verandering gaande – waarbij een grote groep tussen twintig en 45 jaar zich spiegelt aan de VS en zich onttrekt aan de tradities. Ze wonen niet met hun ouders in één huis, maar vaak zelfs in een andere stad, op zomaar een uur vliegen. Ze drinken (meer) alcohol, eten fast food, spreken meer Engels en zijn bezig met hun carrière.
De vele contrasten maken India tot een boeiend land. En omdat er tussen de vele schakeringen weinig spanningen lijken te bestaan kan ik er volop van genieten. Hoewel mij het verschil tussen Hindi, Marathi en Tamil vooralsnog ontgaat.
Deel 1 en 2
Lees hier de eerdere reisverslagen:
IT-tour door India: 6 steden bezoeken (1)
IT-tour door India: New Delhi is vlakbij (2)
In twee weken door India
Computable-expert Lucas Jellema van Oracle-dienstverlener Amis reist de komende weken door India om kennis te maken met de laatste stand van de ict-industrie in het land. Hij reist op uitnodiging van de All India Oracle User Group. Als tegenprestatie houdt hij presentaties. Jellema doet hier verslag van zijn belevenissen.
“De vele contrasten maken India tot een boeiend land. En omdat er tussen de vele schakeringen weinig spanningen lijken te bestaan kan ik er volop van genieten. Hoewel mij het verschil tussen Hindi, Marathi en Tamil vooralsnog ontgaat.”
Wil met Lucas Jellema (en anderen) best (verder) praten over de achtergronden van India: de beschaving, de religies,historie, politiek, sociale relaties en alle vragen die het land bij hem en anderen oproepen. Want hoe leuk zijn observaties ook zijn de context ontgaat hem grotendeels wat niet verwonderlijk is voor een “novice”.
@Bert
In het verlengde van jouw opmerking: de reeks “Van Bihar tot Bangalore”, recentelijk uitgezonden op TV, was in dat opzicht ook zeer leuk om te kijken. Daar waar wij het standaard hebben over India, zijn de meesten van ons zich niet bewust van de grootte van het land. Zoals een Portugees verschilt van een Deen, zo zal een zuid-Indiër verschillen van zijn landgenoot uit het noorden.
Het contrast waar de auteur het over heeft is zeer herkenbaar. Ik ben nu zelf in totaal bijna 6 weken in India geweest (Bangalore/Pune) en ondanks dat ik er ondertussen een beetje aan gewend ben, blijft het contrast me af en toe nog steeds verbazen. Omdat ik ook in het weekend in India was, heb ik ook een beetje toerist kunnen spelen,en dan zie je nog meer van de grote verschillen. Zo heb ik o.a. de Iskcon Sri Sri Radha Krishna Temple kunnen bezoeken, welke op mij een zeer diepe indruk heeft achtergelaten. Wat echter wel op het bizarre af is, is dat er daar binnen een partij goud blinkt waar je U tegen zegt, terwijl het een klein stukje verderop armoe troef is.
Dito met sommige hotels. Zit je in een prachtig super de luxe (zelfs voor westerse begrippen) hotel langs een rivier, ligt er aan de overkant een krottenwijk.
Wat in deze context ook indruk op me maakte is hoe vredig arm en rijk naast elkaar leeft in India.
@Lucas: complimenten voor de leuke manier van vertellen en delen van je ervaringen.
Hi Lucas,
Groot compliment voor jou stuk over India en de rol van de software industrie hierbinnen. Jij slaagt erin om door de verscheidenheid van India heen te kijken en hierdoor kom je niveau dieper in jou observaties.
Als een Indiër die helft van zn. leven in India en de andere helft in Nederland heeft gewoond, blijf ik heel boeiend vinden hoe beiden culturen tegen elkaar aankijken. Bij de software industrie wordt deze breuklijn meer merkbaar en voelbaar dan welke andere sector dan ook gezien de veelvuldige contact wat nodig is om het goed werkend software op te kunnen leveren. Cultuur moet daarom aan het begin en gedurende de uitvoering een gespreksonderwerp blijven. Winst van dit gesprek is dat men tot de ontdekking komt dat het niet zozeer om cultuur verschil gaat met meer om cultuur onbekendheid. Wij nomen dergelijke gesprekken “cultural excange”. Onze ervaring is dat dergelijke gesprekken ontzettend helpen om de mist die soms heerst rondom dit onderwerp snel geklaard wordt waarna focus kan ontstaan op de gezamenlijk doel, namelijk goed en werkend software opleveren en veel lol hebben samen.
@Vikram
En daarom is het mijns inziens ook heel belangrijk dat je regelmatig face to face meetings hebt met je collega’s. Deze meetings moeten zowel in Nederland als India plaatsvinden.
Cultuur kun je niet opsnuiven via webmeetings, maar ervaar je pas als je in het land bent, en een keer in een informele setting met je collega’s gaat uit eten of samen andere dingen dan werken onderneemt.
@PaVaKe,
Mee eens. Er gaat niets boven samen een keer dronken worden!