Intranet is een fenomeen sinds 1996. Het is de logische toepassing van de vruchten die de Internetrevolutie ons hebben gebracht: een uitgebreide set van wereldstandaarden die online multimedia voor het eerst in de geschiedenis binnen ieders handbereik brengt.
Binnen bedrijven gelden echter zwaardere eisen ten aanzien van prestatie, beveiliging en betrouwbaarheid dan Internet in de praktijk mogelijk maakt. Intranet ontstond door de voordelen van een gesloten privé-net te combineren met de voordelen van goedkope standaardapplicaties uit de Internetwereld. In feite is een intranet een IP-bedrijfsnet). De potentiële impact van intranet is gigantisch; het kan de ruggegraat worden van de toekomstige virtuele organisatie. Die organiseert zich rond de informatiesnelweg en opereert zonder gebonden te zijn aan plaats en tijd. Medewerkers kunnen inprikken op het intranet wanneer ze thuis werken, in de auto zitten, bij een klant op bezoek zijn of op zakenreis zijn.
Business Week van september 1996 wijdde een special aan intranet. Het blad baseerde zich onder andere op een rapport van Zona Research Inc. Dat bedrijf zag voor 1995 al een Internet- en intranetmarkt – hoofdzakelijk in de VS – van circa vijf miljard dollar. Algemeen wordt de markt voor intranet als omvangrijker ingeschat dan die voor Internet.
Goede intranet-introducties zijn te vinden in de Intranet White Pages. Hierin wordt uitgelegd dat met name Html, databasekoppelingen – bijvoorbeeld door middel van Odbc naar Windows NT-platformen – en Java (lijkt op C++ en is ontwikkeld door Sun) voor wat betreft het aanbieden van ‘live’ data de toon zetten op intranetten. De volgende informatie wordt veelal beschikbaar gesteld op een intranet: nieuwsbrieven, verkoopcijfers, produkt- en service-informatie, produktdemo’s en lesboeken.
Zeer de moeite waard voor intranetters is de intranet-nieuwsgroep binnen het Intranet Journal. Hierin staan veelal technische discussies over intranet-toepassingsmogelijkheden, diensteninformatie, nieuwtjes, ‘links’, enzovoort. Interessant is de visie van experts op het commerciële gevecht tussen op Unix gebaseerde oplossingen en op Windows NT gebaseerde oplossingen. Beide kampen laten niet veel van elkaar heel. Kijkend naar beveiliging, schaalbaarheid, kosten, ondersteuning en dergelijke, blijkt er geen eenduidige winnaar te zijn volgens Rob Bilson, webmaster bij Amkor Electronics.
Extranetten – op IP gebaseerde netwerken tussen meerdere bedrijven – zijn een logische vervolgstap op de intranet-ontwikkeling. In Nederland zijn diverse extranetten of doelgroepnetten gerealiseerd. Voorbeelden zijn Schoolnet en Travelnet. In sommige gevallen worden videotext-toepassingen opgewaardeerd naar een internet/html-omgeving. Op het Net is de volgende definitie van extranet te vinden: "an extranet is a collaborative network that uses Internet technology to link businesses with their suppliers, customers, or other businesses that share common goals". Het begrip werd geïntroduceerd door Jim Barksdale en Mark Andreessen van Netscape Communications. Het benoemt wellicht een fenomeen dat informeel al langer bestond in de vorm van groupware tussen bedrijven. Lotus Notes is hiervan een duidelijk voorbeeld.
Nahum Goldmann is lyrisch over de snelheid van de Internet-ontwikkelingen: "it is often heard that an Internet-year contains only three calendar months." Het concept ‘intranet’, de zogenaamde ’tweede golf’, is pas in 1995 geïntroduceerd. Het daarop volgende jaar werden intranetten al breed omarmd door het bedrijfsleven. Goldmann beschouwt het ’tijdperk extranet’ als de ‘derde golf’. Het gebruik van standaard IP-applicaties maakt extranet – net als intranet – veel kosteneffectiever dan traditionele oplossingen. Goldmann ziet het extranet verder als een drijvende kracht voor het transformeren van een organisatie in een ‘kennisfabriek’. Kennismanagement is straks van essentieel belang bij het overleven in een informatie-economie.
Het is duidelijk dat er nieuwe golven ontstaan. Op basis van ontwikkelingen rond AT&T en Telefonica met Infovia voorspel ik een ‘vierde golf’, de zogenaamde ‘countrynetten’. Infovia, een Spaanstalig landelijk intranet, is daarvan een goed voorbeeld. Hierin kan elektronische handel in zijn volle breedte tot zijn recht komen, want de meeste handel is nog steeds lokaal.
Vanzelfsprekend is Netscape een van de leidende ondernemingen op het gebied van intranet en extranet; zij maakt reclame via haar Intranet White Papers.
Netscape biedt naast het Suite Spot server-platform applicaties (‘AppFoundry’) die speciaal voor extranet-gebruik ontworpen zijn. In uitgebreide handleidingen, produkt- en case-beschrijvingen wordt ingegaan op de toepasbaarheid van Netscape’s produkten. Een voorbeeld. Olivetti’s R&D-organisatie past een intranet toe in de vorm van ‘virtueel laboratorium’ dat Olivetti’s Italiaanse en internationale laboratoria met elkaar verbindt.
Een veel genoemd voordeel van de intranet-oplossing van Netscape is overigens dat deze zich zoveel mogelijk baseert op open Internetstandaarden. Ook Microsoft, IBM met Lotus’ Domino, Novell, Alta Vista (DEC) en andere aanbieders zijn nadrukkelijk aanwezig met intranet-oplossingen. Kenmerkend voor het Net is dat ook zeer veel nieuwe spelers hun kansen ruiken, zoals Frontier Tech.
Van fundamenteel belang is het feit dat intranetten en extranetten bedrijven interessante mogelijkheden bieden om data- met telefoniediensten te integreren. Het Internet brengt namelijk allerlei standaardapplicaties voort voor audio- en videoconferencing. Anders gezegd: de schrik van ieder telecombedrijf – en tegelijk een enorme marktkans – is dat een intranet of extranet een ’21e eeuws telefoonnet’ wordt.
Alle http-adressen van de genoemde sites zijn te vinden op Computable Online:
https://www.computable.nl/internet
Om de drie weken schrijft Martijn Hoogeveen, senior adviseur strategie bij PTT Telecom, op deze plek over de beste Internet-sites rond een thema dat interessant is voor de lezers van Computable. Email: martijn@cyberventures.com
N.a.v. “it is often heard that an Internet-year contains only three calendar months.” (28-02-1997; Read more: https://www.computable.nl/artikel/column/netwerken/1407894/1276932/intranet-en-extranet.html#ixzz2kuSG2OjT”
Vraagje:
Is dit nog steeds het geval of heeft daar ook een versnelling van de procuditecyclus plaats gevonden? Dwz. is 1 internetjaar nu vergelijkbaar met 5-6 kalenderjaren? Ik heb wat zitten zoeken/googlen maar ik kom alleen referenties/napraterij tegen van deze uitspraak van 1996/97.
Een update zou mooi zijn in het licht van de 25-jarige aansluiting van NL op internet (zie http://www.nu.nl/tech/3629591/nederland-25-jaar-aangesloten-internet.html).
Bvd voor jullie reactie.
gr Bernard