Bedrijven grijpen in toenemende mate naar technologieën zoals ai, machine learning en high-performance computing. Ofwel, technologieën waarmee ze een grote hoeveelheid data creëren. Het is dan natuurlijk zaak dat er niet alleen een snelle, maar ook veilige connectie is tussen bedrijven en aanbieders van openbare cloud computing – en dat belang neemt alleen maar toe.
Dit is geen nieuwe bevinding. Bedrijven hebben al lange tijd de voorkeur voor cloud on-ramps, ofwel cloud-omgevingen die rechtstreekse verbindingen bieden tussen de systemen van bedrijven en colocatieproviders, zoals datacenters. Tegenwoordig zijn on-ramps niet meer de enige oplossing, en maken deze deel uit van een complexe connectiviteitspuzzel. Zo willen bedrijven ook verbinding maken met meerdere cloudproviders om een grotere variatie van diensten te gebruiken, en de weerbaarheid te vergroten. Hoe krijg je dat voor elkaar als je tegelijkertijd je data dicht bij de organisatie en binnen geografische grenzen wilt houden?
Factor
Uit onderzoek van S&P Global Market Intelligence blijkt dat 79 procent van de bedrijven het toegang hebben tot meerdere cloudproviders als een factor ziet bij de implementatie van nieuwe dataplatforms. Ook vinden zij dat een hybride-cloudstrategie essentieel is voor het succes van de organisatie.
Hoewel cloud on-ramps een onderdeel is van de connectiviteitspuzzel, zijn er ook andere, flexibelere oplossingen met een lager total cost of ownership. Een andere afweging is data gravity. Voorheen werd data meestal op verschillende locaties gegenereerd en teruggebracht naar centrale datacentra om daar verwerkt te worden, dit proces wordt ondersteund door cloud on-ramps.
Meer data
Echter genereren tegenwoordig verschillende bronnen, vanaf steeds meer locaties, steeds meer data. Of het nu gaat om gegevens vanuit mobiele apps van de consument, of vanuit internet of things-sensoren, de druk op datacenters groeit hierdoor exponentieel. Naar verwachting slaan de top-2000-bedrijven (volgens Forbes) in 2024 elke seconde een extra 622 terabyte aan data op in slechts 53 grote steden. Deze data worden vervolgens lokaal bewaard en verwerkt, om de klanten beter van dienst te zijn en beter te voldoen aan nalevingsverplichtingen.
Door de alsmaar stijgende hoeveelheid data verhogen ook de zorgen rondom privacy en security, en wordt het concurrentievoordeel beperkt. Dat komt omdat het concurrentievoordeel vooral wordt behaald door data-analyses. De traditionele it-infrastructuur van veel bedrijven is niet opgewassen tegen deze grote hoeveelheid data, waardoor het uitvoeren van analyses moeilijker wordt. De oplossing is het herontwerpen van de it-infrastructuur. Bedrijven moeten zich hierbij méér focussen op hoe data wordt gegenereerd, opgeslagen en verwerkt. De nieuwe infrastructuur moet verbinding kunnen maken met een groot aantal bedrijfslocaties en partners, waaronder grote cloudproviders – terwijl de data dicht bij de organisatie en binnen de geografische grenzen blijft.
Door de it-infrastructuur hierop aan te passen, krijgt een bedrijf ook veel meer mogelijkheden. Zo zijn zij in staat voort te bouwen op andere belangrijke onderdelen van de complexe connectiviteitspuzzel. Denk aan on-ramps naar de cloud, maar ook aan een sterk ecosysteem van technologie- en oplossingsproviders die, wanneer ze worden gecombineerd, de data-focused architectuur uitbreiden, flexibiliteit bieden en concurrentievoordeel weer mogelijk maken voor het bedrijf.
(Auteur Andy Bastick is senior director, product & partner marketing bij Digital Realty.)