De eerste indruk is de verkeerde. Oracle-oprichter en miljardair Larry Joseph Ellison is geen zak. Hij wil gewoon de grootste zijn. Rokkenjager, sportfanaat, vader, miljonair en filantroop Ellison bouwde in de afgelopen kwart eeuw met zijn relationele databasesoftware een idee van IBM uit tot een van ’s werelds grootste softwarebedrijven. Alleen een troonopvolger ontbreekt.
Peetvaders van de IT Er lijkt een heuse wisseling van de wacht op gang te komen in de ict. Het zijn vaak de oprichters van smaakmakende bedrijven die langzaam maar zeker een stapje terug doen. Ze dragen met recht en eer de geuzennaam peetvaders van de it. Computable schildert de portretten van deze generatie it-avonturiers. Alle afleveringen: |
Zijn achternaam dankt hij aan pleegvader Louis. Deze boekhouder is een Russisch-Joodse immigrant die zich vernoemt naar het eiland waarop hij, net als miljoenen anderen, de Verenigde Staten binnenkomt: Ellis Island.
Dat Ellison Joods is valt in alle artikelen en boeken over hem niet op. Geloof speelt nauwelijks een rol, zo lijkt het. "Hij is een scepticus", schrijft journalist Mike Wilson in zijn biografie The Difference between God and Larry Ellison, gepubliceerd in 1997. De dertienjarige Ellison weigert zijn bar-mitzvah (ceremonie waarbij een Joodse jongen volwassen wordt). Helemaal ongevoelig laat het hem ook weer niet. Rond 1967 (het jaar van de Zesdaagse oorlog tussen Israël, Egypte en Syrië), zo leert de biografie, heeft hij een kat Yitzhak, vernoemd naar Yitzhak Rabin, dan de opperbevelhebber van het Israëlische leger. Op internet leidt de combinatie van zoektermen als Ellison en Jewish slechts naar een paar extreem-rechtse websites.
Politiemotor met zijspan
In weerwil van alle verhalen is Ellison niet afkomstig uit achterstandswijken. Volgens zijn biograaf Mike Wilson groeit hij op in South Shore, Chicago. Dat is tot in de jaren zestig een nette woonwijk, die niets te maken heeft met de beruchte South Side. De neergang in zuidelijk Chicago begint in de jaren zestig, wanneer de stad er veel voornamelijk arme inwoners bij krijgt.
Tegen die tijd is Ellisson allang weg. Hij begint in 1962 bij de Universiteit van Illinois in Urbana, een kleine tweehonderd kilometer ten zuiden van Chicago. Zijn aankomst hier is een eerste illustratie van de zwierige levensstijl die Ellison nastreeft; hij komt aanrijden op een Harley, een oude politiemotor met zijspan.
Lawrence (Larry) Joseph Ellison
|
Al stopt hij ook hier na een jaar, Ellison keert de universitaire wereld nooit helemaal de rug toe. Dat kan een beginnend softwarebedrijf zich niet veroorloven. SDL (Software Development Laboratories Inc) kan in 1978, een jaar na de oprichting, dankzij de belangrijkste initiatiefnemer en waar-een-wil-is-is-een-weg-Ellison het programmeerwerk voor de vierde versie van relationele database Oracle doen op een VAX (Virtual Adress eXtension) computer van DEC (Digital Equipment Corporation) bij de universiteit van Berkeley.
Programmeur en medeoprichter Bob Miner poort in 1988 Oracle (dan versie 3) naar de VAX, onder de neus van Berkeley-professor Michael Stonebraker. Die begint rond datzelfde moment het bedrijf Relational Technology Inc (RTI), om zijn relationele database Ingres aan de man te brengen.
Straaljagers en dubbeldekkers
Om Stonebraker nog een hak te zetten, doopt SDL zich dat jaar om tot Relational Software Inc (RSI). De post voor de twee bedrijfjes wordt geregeld verwisseld. Biograaf Wilson verhaalt bijvoorbeeld over een verkeerd bezorgde cheque voor RTI. Ellison wil de cheque zo lang mogelijk achterhouden. Zijn medeoprichters Miner en Edward Oates voorkomen dit.
Het lijkt slechts een anekdote. Het is er echter een van de vele die aanwijzen dat Ellison erop uit is niet alleen de concurrentie slimmer af te zijn, maar ze ook te vernietigen. Onder de slachtoffers scharen zich in de jaren tachtig en negentig de databases Ingres, Informix en Sybase.
De strijd tegen Ashton-Tate, maker van het midden jaren tachtig populaire Dbase, valt ongeveer samen met de eerste brutale reclamecampagnes van Oracle, zoals het bedrijf sinds 1983 heet. Het miljoenenbedrijf wordt afgebeeld als een straaljager die de Ashton-Tate dubbeldekker (driedubbeldekker) neerschiet. Echt netjes was het niet, zo oordelen ex-collega’s achteraf. Volgens Wilson staat Ellison er nog steeds achter. "De technologie van Ashton-Tate was oud en gevaarlijk."
Zoals hij buiten het bedrijf niet veel vrienden maakt, verschillen ook de meningen binnen het bedrijf zelf. Hij vergt het uiterste van zijn medewerkers en vele topverkopers lopen uiteindelijk overwerkt, gekwetst of woedend weg. Begin jaren negentig stappen hoofd verkoop Gary Kennedy en zijn topverkoper Tom Siebel op. Siebel begint in 1993 zijn eigen bedrijf, waarmee hij gedeeltelijk onder Oracle’s duiven schiet. Ellison zal geen gelegenheid voorbij laten gaan het bedrijf Siebel en de oprichter te kleineren.
Na acht jaar begint Oracle-vice president Craig Conway in 2000 bij Peoplesoft, het bedrijf dat Ellison nu tot grote woede van Conway probeert te kapen. Hetzelfde jaar vertrekt ook de tweede man van Oracle, Ray Lane, degene die vanaf 1992 het ongeleide projectiel Ellison in goede banen wist te houden en onder wiens leiding de omzet stijgt van 1,2 – naar tien miljard dollar.
Eeuwige tweede
De enige echte tegenstander voor Oracle is Microsoft. Het is Ellison een doorn in het oog dat hij en zijn bedrijf altijd een stap blijft achterlopen bij de ‘veroordeeld monopolist’. De Fortune-cover van 13 november 2000 wrijft zout in de wonde: "De op een na rijkste man ter wereld is het zat om tweede viool te spelen naast Bill Gates."
Oracle gaat een dag eerder naar de beurs dan Microsoft. Wat markt- en aandeelwaarde betreft presteert Ellison altijd net minder. Slechts in de zomer van 2000 is, gerekend naar de waarde van de aandelen in hun eigen bedrijf, Ellison rijker dan Gates. "Dat vond hij niet onamusant en dat wisten we allemaal", citeert Wall Street Journal hoogleraar Samual Barondes, die Ellison op dat gelukkige moment vergezelde ergens op de Middellandse Zee.
De rollen zijn allang weer omgekeerd. De beurswaarde van Microsoft (op het hoogtepunt in december 1999 615 miljard dollar) is weliswaar met 55 procent gedaald naar begin dit jaar 276 miljard maar Oracle valt 78 procent terug van 263 miljard in september 2000 naar zo’n 59 miljard begin dit jaar. Ondanks Oracle’s stoere taal begint de aartsrivaal met de standaard met de NT-servers meegeleverde database SQL klanten van Oracle af te pakken. Het valt de databaseleverancier daarnaast moeilijk om bedrijven ervan te overtuigen dat ze al hun gegevens het beste kunnen overlaten aan één enkele leverancier. Zo’n standaardaanpak sluit niet aan op de gevarieerde bedrijfsmodellen. Veel bedrijven kiezen dan ook liever voor niche-databaseleveranciers, die nu al doen wat Oracle pas in een toekomstige versie kan. Nieuwkomer Mysql is nog lang geen bedreiging, maar hier speelt de open source-licentie en de lage kostprijs een belangrijke rol voor zowel innoverende als besparende bedrijven.
Evolutietheorie
De roddelbladen verhalen over zijn huwelijken, vele vriendinnen, luxe auto’s en straaljagers. In de serieuze pers valt Ellison de laatste tijd op door zijn nauwe banden met wetenschappers, velen daarvan Nobelprijswinnaars. Net als zijn vrouwen zullen zij zich nauwelijks vervelen: Ellison kan over bijna alles meepraten en toont in alles interesse. Het terugkerend thema is gezondheid, ofwel zijn angst voor de dood. "Het is absoluut waar dat ik niet wil sterven", citeert Wall Street Journal hem in januari dit jaar. In het tijdschrift Fortune zegt hij, in augustus 2001: "Iemand vroeg me onlangs hoeveel ik ervoor over heb om kanker te kunnen genezen. Nou, alles. Wat is nou mooier: de rijkste man op aarde zijn of meehelpen de grote K te bestrijden? Makkelijke vraag, laat mij de grote K maar verpletteren."
Hij richt in 1998 de Ellison Medical Foundation op. Aan het hoofd hiervan staat Joshua Lederberg, in 1958 winnaar van de Nobelprijs voor Geneeskunde en oud-rector magnificus van de Rockefeller Universiteit van New York. De stichting heeft een jaarlijks budget van vijftig miljoen dollar. "Erg trots ben ik er niet op", zegt hij tegen de journalist van Wall Street Journal. "Het leidde nog niet tot een doorbraak."
Zijn Japanse villa in Atherton is met alle Japanse wapens, kamerschermen en aardewerk een salon waar wetenschappers met hem discussiëren over kunstmatige intelligentie, muziek, genetische manipulatie en de vergelijkingen tussen de evolutietheorie en softwareontwikkeling. "Het klinkt wat ijdel: maar de contacten met al die wetenschappers leveren me wel een hoop lol op." Want om geld gaat het Ellison niet. Liefde en werk, en niet noodzakelijk in die volgorde, zijn volgens Freud de twee belangrijkste zaken in het leven, zo vertelt hij aan journalist Wilson. "Geld kwam niet op het lijstje voor."
Oates verlaat Oracle al wanneer het bedrijft nog steeds RSI heet. Miner overlijdt in 1994. Wanneer laat de laatste oprichter het bedrijf los? "Over een jaar of drie, vier", zegt hij in 2000 tegen Fortune Magazine, "wanneer de oorlog om applicatiesuites is gestreden." De raad van bestuur zoekt al jaren naar een opvolger. Dat lukt ze nooit.< BR>