Intels 64-bit Itanium-processor heeft niet de markt veroverd. Toch blijkt de gemarginaliseerde serverchip een miljardenmarkt te zijn: Oracle moet HPE drie miljard dollar betalen. Ondertussen belooft HPE nog Itanium-servers tot 2025.
Oracle gaat in beroep tegen de veroordeling van vorige week waarbij een Amerikaanse jury de softwareproducent heeft veroordeeld tot een boete van drie miljard dollar. Dat bedrag moet Oracle betalen aan Hewlett Packard Enterprise (HPE) voor geleden schade door de contractbreuk van de softwaremaker. Laatstgenoemde is namelijk in 2011 teruggekomen op een afspraak van 2010 over software-ontwikkeling voor Itanium-servers.
Stilstand en vooruitgang
Ondertussen lijkt het Itanium-platform wel stil te staan. De huidige generatie (Poulson) van die 64-bit processor is alweer bijna vier jaar oud en de geplande opvolger (Kittson) laat nog op zich wachten tot komend jaar. HPE heeft nu net aan Computable onthuld dat de langverwachte Kittson-generatie komend jaar op de markt verschijnt.
Recente navraag door Computable bij Intel heeft wederom dezelfde reactie opgeleverd als in maart vorig jaar. ‘Intel, HP en onze andere oem-partners zijn nog in gesprek over de timing en feature-set van Kittson’, luidt de officiële reactie van de processorproducent. Dezelfde boodschap is begin vorig jaar verstrekt. Intel voegt er nu wel aan toe: ‘We doen op dit moment geen aanvullende mededelingen over de timing of features.’ Over dat laatste heeft servermaker HPE nu dus wel een boekje open gedaan.
Processorproducent Intel herhaalt ook zijn eerdere mededeling dat Kittson wordt geproduceerd op een 32 nanometer (nm)- productieproces en dat de processor socket-compatibel zal zijn met bestaande Itanium 9300/9500-platformen. Dat laatste biedt een naadloos upgradepad voor bestaande systemen, zoals dus servers van HPE die qua moederbord en ontwerp geen aanpassingen behoeven. Vóór januari 2013 was het plan nog om Kittson op 22 nanometer te produceren.
Van 2010 naar 2025
Inmiddels is 32 nm een relatief achterhaalde maat voor chipproductie. Intel is daar in 2010 toe overgestapt, zit met zijn nieuwste processors op 14 nm en stevent komend jaar af op 10 nm. De serverproducten van de chipreus, waaronder naast de Itanium ook de Xeon-processors, lopen soms enigszins achter op de nanometervernieuwing. Dit is dan bewust om te vertrouwen op het oudere en bewezen procédé. Huidige Xeon-modellen zitten echter al sinds de Broadwell-generatie van vorig jaar op 14 nm.
Ondertussen belooft HPE wel zijn Itanium-servers nog negen jaar aan te houden. De 2025-toezegging van Itanium-serverleverancier HPE is begin dit jaar al gedaan. Het gaat daarbij niet slechts om support van bestaande systemen, maar ook om nieuwe servers. HPE zal de Kittson-processors bieden in nieuwe systemen voor zijn serverlijnen Integrity en Superdome, zei enterprise server-directeur Jeff Kyle in februari dit jaar. De topman voegde daar aan toe dat Itanium-servers op HPE’s roadmap staan tot 2025.
In-huis en externe OS’en
De serverleverancier heeft momenteel drie eigen besturingssystemen op die 64-bit hardware draaien. Twee daarvan, Unix-variant HP-UX en het klassieke serverplatform OpenVMS, zijn niet geport naar de semi-64-bit x86-processorarchitectuur. Het derde op Itanium draaiende besturingssysteem is het NonStop OS, ooit ontwikkeld door serverspecialist Tandem Computers. Die leverancier is overgenomen door Compaq, die op zijn beurt is gekocht door het toenmalige HP.
Laatstgenoemde heeft het fouttolerante NonStop-besturingssysteem eind 2014 uitgebracht op x86-64 servers. HP (tegenwoordig HPE geheten) heeft in de loop der jaren zijn diverse serverplatformen samengevoegd qua besturingssystemen en juist gemigreerd naar Itanium-hardware. Daarnaast biedt HPE ook Linux, dat op velerlei processors en serverplatformen draait. De leverancier is een belangrijke bijdrager aan dat open source-besturingssysteem.
Anders is dat voor het officieel eigen OpenVMS: dat wordt niet langer onderhouden door HPE zelf. Ontwikkeling en ondersteuning zijn sinds 2014 in handen van het kleine Amerikaanse bedrijf VMS Software. Die heeft op zijn roadmap van begin juni dit jaar een x64-port gepland staan voor 2018. HP heeft enkele jaren terug al aangegeven geen heil te zien in het porten van zijn Unix-variant HP-UX naar x86.
Applicaties zijn bepalend
‘De softwareleveranciers willen niet nog een port om te ondersteunen’, zei een topman in april 2014 tegen de Britse ict-nieuwssite V3 bij de lancering van verbeteringen voor HP-UX versie 11i v3. ‘Zouden we HP-UX kunnen porten naar x86? Ja, dat zouden we kunnen. Geloven we dat de softwareleveranciers hun applicaties over zouden hevelen? Nee, ik denk niet dat ze dat zouden doen.’
De roadmap van april dit jaar voor HP-UX loopt tot tenminste 31 december 2025. Daarmee loopt dit serverbesturingssysteem in de pas met Itanium-servers van HPE. Analisten menen dat het Itanium-platform wordt aangehouden vanwege contractuele verplichtingen aan grote gebruikers. In 2012 is al naar buiten gekomen, dankzij de rechtszaak tussen HP en Oracle, dat eerstgenoemde zo’n 690 miljoen dollar heeft betaald aan Intel om Itanium-chips te blijven produceren. De twee hebben in 2008 en in 2010 overeenkomsten hiervoor gesloten, waarbij de laatste een looptijd tot en met 2017 heeft.
Marktaandelen
HPE is de voornaamste overgebleven afnemer van Itanium-processors, die het gebruikt in bedrijfskritische servers waar langlopende supportcontracten voor lopen. Ondertussen is het marktaandeel van dat type servers fors geslonken. Onderzoeksbureau Gartner heeft in zijn marktmetingen Itanium-servers lang geleden al gevoegd bij de concurrerende machines met Risc-processors.
In het tweede kwartaal van 2015 was de omzet uit die gecombineerde servercategorie 9,7 procent gedaald en waren de leveringen 18,7 procent gedaald. In het vierde kwartaal van dat jaar zorgde de aanhoudende verkoopdaling van Risc/Itanium-servers voor een kleine omzetdip bij HPE. Het bedrijf was de enige van de top vijf serverleveranciers die geen groei boekte in dat kwartaal.
Toch is HPE wereldwijd marktleider qua serveromzet met een aandeel van 25,2 procent, aldus Gartner. Die positie was in juni dit jaar nog onaangetast, waarbij HPE in het eerste kwartaal van 2016 als enige serverleverancier in Gartners top vijf groei wist te boeken. De groei in servers is te danken aan industriestandaardservers, met Xeon-processors en daarop Windows Server of Linux.
Kostbare vervangingsmarkt
HPE’s Itanium-machines vormen geen groeimarkt, maar een vervangingsmarkt; voor bestaande klanten. Toch kan die markt nog relatief fors zijn: grote gebruikers die ‘vast’ zitten aan Itanium-systemen, met bijvoorbeeld HP-UX of OpenVMS. Migratie kan daarbij kostbaarder uitpakken dan blijven zitten. Een migratie hoeft echter niet een complete overstap voor hardware, OS en applicatie te zijn. Emulatie is namelijk ook een mogelijkheid, hoewel wellicht niet voor alle applicaties en hun vereisten. Ondertussen werkt HPE aan mogelijkheden voor containerisatie op Linux en draaien op cloudplatformen OpenStack en HPE Helion.
Terwijl HP-UX, OpenVMS en Itanium voor buitenstaanders oude of zelfs achterhaalde platformen lijken, vindt er nog ontwikkeling op plaats. Een lezer bij technieuwssite Ars Technica meldt in een artikelreactie over de drie miljard dollar boete voor Oracle dat van het product op zijn/haar werk opnieuw een build voor HP-UX op Itanium moet worden gemaakt. ‘Vanwege een grote klant. Het gaat maar niet dood. We hoeven tenminste niet meer builds voor PA-Risc te maken.’
Volgende generaties?
De vraag blijft hoe de toekomst van Itanium er uit zal zien. De langverwachte komst van Kittson komt er komend jaar eindelijk van. Dit nadat Intel en HPE lange tijd ‘in gesprek’ zijn geweest over de timing en features van deze volgende processor. Onbekend is ook wat er daarna komt, tot aan 2025 wanneer HPE’s huidige roadmap afloopt. Intel antwoordde op de recente vragen van Computable wederom: ‘We hebben geen productplannen voor na Kittson onthuld’.