Hij werd twintig jaar geleden door Bill Gates binnengehaald om het bedrijf op poten te zetten. En heeft sindsdien alle denkbare functies vervuld in het management van Microsoft. Sinds half januari is hij er de baas: Steve Ballmer. Een wiskundige met een bulderende lach, die opleeft in het voetlicht van de publieke aandacht. Bijzonder intelligent en een keiharde onderhandelaar. Maar ook een sociaal dier, met een warme belangstelling voor het wel en wee van de mensen om zich heen. Extravert en meelevend, het volslagen tegendeel van zijn voorganger Gates. Een gesprek met Steve Ballmer, van beroep chief executive officer.
Het eerste wat me opvalt als ik hem de hand schud in de hal van het hoofdkwartier van UPC in Amsterdam is hoe groot hij eigenlijk is. Niet lang, maar groot. Fors postuur, grote handen, groot, bijna kaal hoofd, een stem die kan bulderen en fluisteren. Ik herinner me de verhalen over hoe hij zalen vol programmeurs enthousiasmeert en opjut. Met die stem en dat postuur, je hoeft je ogen er maar voor dicht te doen. Later die middag zie ik hem aan het werk, in het Circustheater in Scheveningen, voor een zaal van ruim duizend man. En het plaatje klopt: meteen in de hoogste versnelling, snel pratend, stem een octaaf hoger en keihard. Maar ook makkelijk de draad van zijn slides loslatend om schmierend te improviseren. Dan blijkt ook dat hij beschikt over een groot gevoel voor humor. En een bulderende lach.
Microsoft bestaat vijfentwintig jaar. Er zijn weinig bedrijven die zo’n zwaar stempel hebben gedrukt op de ontwikkelingen in de ICT als de softwarereus uit Redmond. En die zo omstreden zijn. Reden genoeg om er een bijzondere uitgave van het achtergrondkatern aan te wijden, inclusief de: Tijdbalk 25 jaar microsoft |
Ik spreek hem begin december, als hij nog de rechterhand van Bill Gates is. Een overvol dagje Nederland tijdens een trip van een week naar Europe. We rijden in een personenbusje van Amsterdam naar Den Haag. Voorin zit naast de chauffeur een man met geheim-agenten-oordopje, die zorgt voor de veiligheid. Standaard als een lid van de directie van Microsoft op reis gaat. De maatregel dateert overigens al van voor de beruchte Gates-taart in Brussel. We zitten op de achterbank, waar hij de beslagen binnenkant van het raam benut om zijn gloedvolle betoog over het overvolle bureaublad van Windows met een schetsje te ondersteunen. We praten over de geschiedenis van Microsoft en over de toekomst van de bedrijfstak.
– In 1980 kwam u bij Microsoft, na Procter & Gamble en de universiteit. Dat moet een grote cultuurschok zijn geweest. Was u een beetje voorbereid op de opwinding van een klein, startend softwarebedrijf?
"Hmmm, was ik daarop voorbereid . . . Ik denk van wel, ik denk zelfs dat ik er naar op zoek was. Ik had bijna twee jaar bij Procter & Gamble gezeten en dat is een groot, maar een beetje sloom bedrijf. Ik had me eigenlijk voorgenomen dat ik in een heel snelle omgeving wilde werken. En het tempo bij Microsoft lag ongelooflijk hoog. Ik zat er ongeveer twee maanden en er was een hoop te doen, maar ik werd toch een beetje zenuwachtig. Ik zei tegen Bill: ‘Misschien moet ik wel terug naar de universiteit’. Hij zei: ‘Nee Steve, nee. We zijn een gek en opmerkelijk bedrijf, dat is waar, maar het gaat uiteindelijk om een computer op elk bureau en in elk huis’. Ik denk dat het de eerste keer was dat hij met die uitdrukking op de proppen kwam – met die visie op onze onderneming.
Ik had overigens sinds de middelbare school wat programmeerwerk gedaan, maar ik wist niet veel van software. Dat was inderdaad een cultuurschok. Toch waren er twee dingen die me op m’n gemak stelden, die me vrij vertrouwd voorkwamen. Dat was om te beginnen het hoge tempo. Net zo hoog als op de universiteit, waar ik naast mijn studie in het literaire tijdschrift zat en advertenties voor de universiteitskrant verkocht. Van alles tegelijk: ik houd van dat hectische tempo. En bovendien vind ik het leuk met technische mensen te werken. Ik ben zelf afgestudeerd wiskundige en was gewend aan analytisch ingestelde, wetenschappelijke, technische mensen.
Het was allemaal nieuw en voelde toch vertrouwd aan. Ook al wist ik niets van software en niet veel van zakendoen, ondanks dat anderhalf jaar bij Procter & Gamble. En ook al had ik nooit eerder bij een klein bedrijf gewerkt."
– Heeft u ooit gedacht dat het zo’n grote onderneming zou worden?
"Nooit, nooit. Nooit."
Perfecte voorspellingen
– Wanneer ging u zich realiseren dat die enorme jaarlijkse groei wel moest resulteren in een groot bedrijf?
Ballmer, lachend: "Het eerlijke antwoord is ook nu: nooit. Ik heb dat altijd onderschat. Als u me nu zou vragen naar de omvang van Microsoft over drie jaar, dan kom ik vermoedelijk weer te laag uit. Er was in ieder geval niet één dag dat we wakker werden en ‘Wooow’ riepen. Ik herinner me dat Andy Grove van Intel zo rond 1992 de voorspelling deed dat er in de toekomst 100 miljoen PC’s per jaar verkocht zouden worden. En Bill en ik zeiden tegen elkaar (speelt de scene na met overslaande stem): ‘Hahaha, 100 miljoen PC’s. We zijn blij dat Andy zo enthousiast is, maar dat halen we nooit!’ En weer met zijn normale stem: ‘En natuurlijk zijn er in 1999 bijna 120 miljoen PC’s verkocht. We hadden dus duidelijk ongelijk. Maar gelukkig worden we niet betaald om perfecte voorspellingen te doen, maar om op tijd de juiste investeringen te plegen, die nodig zijn om goede technologie te bouwen."
– Wat vindt u de grootste bijdrage die Microsoft heeft geleverd aan de wereld van de ICT, thuis en in het bedrijf?
"Drie dingen. Zonder al te onbescheiden te zijn kun je zeggen dat met Microsoft de softwareindustrie van start is gegaan. Software kwam vroeger van hetzelfde bedrijf als de hardware. Wij zijn de pioniers geweest van het splitsen van die beide zaken, waarmee de grondslag gelegd is voor de ontwikkeling van onze bedrijfstak.
In de tweede plaats denk ik aan de PC als standaard apparaat met gebruikersinterface en een breed scala aan applicaties. Ik vind dat we daar wel enige credit voor verdienen. Wij hebben de microprocessor niet uitgevonden en we bouwen geen PC’s, dat is waar. Maar als wij geen platform-besturingssysteem hadden gebouwd, dan was er nu lang zo’n grote markt niet geweest. Geen massapubliek. We hebben echt innovatief een platform gebouwd. Daar kun je tegenin brengen dat veel mensen op een heleboel ideeën zijn gekomen. Natuurlijk. Maar wij brachten die ideeën samen in iets dat die apparaten mogelijk maakte. Daar ben ik echt trots op.
En tot slot zou ik het grafisch gebruikersinterface willen noemen. Dat hebben we niet uitgevonden, dat heeft Xerox gedaan. Maar zonder de constante druk die wij uitoefenden om het te verfijnen, te ’tunen’, er applicaties voor te bouwen (inclusief die voor de Macintosh), was het er nooit gekomen. Dat heeft de PC bereikbaar gemaakt voor miljoenen gebruikers, die er anders vanaf waren gebleven.
Met onze inzet en die van Intel (want we zijn er niet alleen verantwoordelijk voor) hebben we van computing een massaproduct gemaakt. Ons model van hoge omzet, gekoppeld aan een lage prijs heeft automatisering toegankelijk gemaakt voor de massa: consumenten en kleine bedrijven."
– Wat was voor u het hoogtepunt in al die jaren? De lancering van Windows, de introductie van NT?
Ballmer, na enig nadenken: "Ik zou zeggen de lancering van Windows 3.0 in 1990. Daarin komen de elementen die ik zo net noemde voor het eerst samen. Voor de bedrijfstak en onze onderneming: het gebruikersinterface, het platform dat echt van de grond komt, de massamarkt. Windows 95 had meer hoopla, maar Windows 3.0 was in velerlei opzicht meer een doorbraak."
Splitsing? Nooit!
– Het is moeilijk om over het huidige Microsoft te praten zonder het proces in DC te noemen.
"OK."
– Aannemend dat op last van de rechter of omdat Microsoft dat zelf zou willen, het bedrijf wordt opgesplitst in drie delen, van welk deel zou u dan de leiding willen hebben?
"We gaan het bedrijf niet opsplitsen in drie delen."
– Ook niet als u daartoe wordt gedwongen?
"Nee."
– No way?
"Nee."
– Gaat het ministerie die kant niet op?
"Op dit moment gaat niets welke kant dan ook op. Er zijn wel allerlei verhalen in de pers. Maar: A. We gaan deze rechtszaak winnen. B. Als we een schikking bereiken, wat een andere mogelijkheid is, zullen wij zeker de onderneming niet opbreken. Ten derde: ik geloof niet dat iemand in rede zou kunnen zeggen dat het opbreken van het bedrijf een antwoord zou zijn op welke . . . Het is niet eens een antwoord op de aanklachten die zijn ingediend. Nee, onze onderneming wordt niet gesplitst."
– Dus er zou een schikking moeten komen?
"We zouden de aanklachten graag schikken, dat zou prachtig zijn. Er zijn maar twee dingen die voor ons belangrijk zijn in zo’n schikking. We moeten in staat blijven naar onze klanten te luisteren en we moeten nieuwe mogelijkheden aan Windows kunnen toevoegen. Als we dat krijgen, dan kunnen we flexibel zijn met schikken. Maar we gaan niet toegeven, we kunnen niet instemmen met een regeling die ons het recht ontneemt onze producten te verbeteren. De wetgeving in de VS en de EU zijn helder: ondernemingen hebben het recht en de plicht hun productaanbod blijvend te verbeteren, de klanten meer waar voor hun geld te geven. We zullen niet het eerste bedrijf ter wereld worden dat eerst iets moet checken voordat het zijn producten beter mag maken."
Strategisch gevecht
– Microsoft heeft een aantal strategische gevechten geleverd in zijn bestaan. Met IBM, met Java van Sun Microsystems, met Apple. Welke was het belangrijkst voor de onderneming?
Ballmer, zonder na te denken: "Windows versus OS/2. Tot nu toe, tenminste. Het was de belangrijkste, maar ook de zwaarste. Want we vochten tegen de grootste en meest succesvolle onderneming van de wereld, met al zijn hulpbronnen. Het kleine Microsoft . . . En toch slaagden we er in Windows op de kaart te zetten, tegen OS/2 in."
– En dat zegt u niet alleen omdat u lange tijd de liaison-officer met IBM bent geweest?
"Nee, nee. Als je er objectief naar kijkt, moet je constateren dat we vandaag de dag niet het bedrijf zouden zijn dat we zijn als Windows het niet goed gedaan zou hebben ten opzichte van OS/2. Misschien kijken we er over tien jaar anders tegenaan, en noemen we de slag ‘om onszelf opnieuw uit te vinden tegen de Internetconcurrentie in’ de belangrijkste. Als Windows de uitdagingen van Linux, van Java, van Netscape niet aankan . . . Maar vanuit het perspectief van vandaag is die strijd met IBM het belangrijkst. Het ging toen om de netwerken, om het contact met het grote bedrijfsleven. Dat kwam tot stand via Windows en OS/2, en via Windows NT natuurlijk. We voerden de strijd met IBM vanuit onze zwakke positie bij grotere ondernemingen."
– Heeft u enig idee hoe de toekomst van Microsoft en de bedrijfstak er uit zal zien? Wat kunnen we de komende jaren verwachten?
"Ik zie drie of vier verschillende trends op ons af komen. Om te beginnen is er natuurlijk nog lang geen eind gekomen aan de ontwikkeling van de personal computer. Er blijven nu eenmaal dingen die je niet via het Internet kunt doen. Neem de manier waarop je met digitale media werkt op een PC, of het groeiende belang van spraakherkenning en het genereren van spraak. Ook het interface van de PC zal veranderen, waardoor we dingen makkelijker kunnen vinden en eenvoudiger kunnen navigeren. En dan is er de komst van nieuwe apparaten die de PC zullen complementeren, maar niet vervangen: apparaten die aan de tv hangen, mobiele apparaatjes.
Je zou ze megadiensten kunnen noemen , en die zullen die twee werelden omvatten. Uitgangspunt is dat het mijn informatie is, en daar wil ik altijd bij kunnen, waar ik ook zit. Een deel van die diensten ‘leeft’ op de client, een deel op het Internet. Neem nou het berichtenverkeer. Ik wil van sommige dingen altijd bericht krijgen, op welk apparaat dan ook. Als mijn vrouw contact met me zoekt, bijvoorbeeld. Als mijn effectenmakelaar me zoekt wil ik nooit bericht krijgen." Met een grijns: "Behalve als de prijs van Microsoft-aandelen onder de 26 zakt!
Ik wil dus een profiel kunnen maken dat op het Internet ‘huist’ en dat actief is voor mijn mobiele telefoon, voor andere mobiele apparaten, voor de televisie en voor de PC. Dat profiel regeert mijn portfolio, mijn auto, mijn onkosten, mijn agenda. Mijn financiële profiel is geen eigendom van mijn bank, maar van mij. Net als de gegevens over mijn verzekering en mijn gezondheid."
Intelligent interface
– We spraken eerder al over het interface dat van Xerox kwam. Hoelang houden we dat nog?
"In sommige opzichten voor altijd en in andere opzichten niet lang meer. Het interface zal zeker grafisch van vorm blijven. Een karaktergeoriënteerd interface, dat is iets van het verleden. Maar in elke andere betekenis zal het veranderen. De menu’s zoals we die nu kennen, bestaan over vijf jaar waarschijnlijk niet meer. Het interface zal in toenemende mate aangedreven worden door de stem en door kunstmatige intelligentie. En zal dus veranderen, net zoals het Windows-interface van nu er ook anders uitziet dan dat van Xerox.
Een innovatie die Gates na aan het hart ligt is de assistant van Office2000. Je tikt in je eigen taal een vraag in en de ‘assistant’ antwoordt: ‘ik denk dat je eigenlijk dit wilt doen’. Maar denk eens door: waarom zou de assistant het niet gewoon voor je doen? En als dat zou kunnen, wat is dan nog het nut van menu’s in de huidige vorm? Misschien nog voor heel simpele dingen. Maar voor wat ingewikkelder dingen geven zoekmachines het goede voorbeeld: als die ‘verkeerd’ raden op je verzoek, dan laten ze je de zoekvraag gewoon verfijnen. Menu’s zijn heel deterministisch en vereisen nogal wat kennis bij de gebruiker. Het interface van de toekomst zal veel minder deterministisch zijn."
– Raken we in dat proces ook de bureaublad-metafoor kwijt?
Nee, ik denk het niet. Die is te . .. uhhh . . . fysiek van aard. En fysieke dingen, die raak je maar moeilijk kwijt. Het bureaublad doet op het moment twee dingen. Het is de metafoor waarmee je programma’s start of oproept. En tegelijkertijd is het de metafoor die het organiseren van de informatie verzorgt. Niet mijn kinderen, maar mijn kleinkinderen zullen opgroeien zonder zich zorgen te hoeven maken over informatie die alleen in mappen zit opgeslagen. Alles is dan van verwijzingen over en weer voorzien. De opslagsystemen van nu ondersteunen dat idee nog niet. Die van morgen wel. En de metafoor is de afgelopen tijd al veranderd. Maar misschien niet altijd ten goede."
Hij onderstreept zijn betoog met een schetsje op de beslagen ruit naast hem. "We hebben een Startmenu waarmee je programma’s kunt starten. Maar dat kan ook met een snelkoppeling op het bureaublad. En via het lint onderaan het scherm. Dat moeten we nodig eens opruimen. Je hebt niet drie verschillende manieren nodig om één ding te doen. Ons doel is een versie van Windows te maken die dat soort dingen aanpakt en tegelijk de opslag- en organisatiemetafoor uitbreidt en verbetert. Want het zijn twee verschijningsvormen van hetzelfde probleem. En dat moet dan consistent zijn met de nieuwe diensten die op het Internet beschikbaar komen."
Softwareverhuur
– We zijn er bijna. Een laatste vraag: zit er toekomst in de ASP’s en in welke mate gaat Microsoft daarin deelnemen?
Ik zie wel degelijk een toekomst voor ASP’s (application service providers), hoewel het een breed begrip is dat niet overal in dezelfde betekenis gebruikt wordt. De ISV (independant software vendors) van nu wordt de ASP van morgen. De belangrijkste business blijft toch het schrijven van software. Ik denk dat mensen die dat doen, zoals bij Microsoft, in toenemende mate hun software zullen ‘verhuren’ in plaats van die te verkopen."
Later in de zaal van het Circustheater verduidelijkt hij die stellingname. Op de vraag of Microsoft hetzelfde gaat doen met software als Dell gedaan heeft met hardware, antwoordt Ballmer: "Nu nog niet". Maar binnen drie jaar is Microsoft Office niet langer software die gekocht wordt in een doos, en vervolgens geïnstalleerd "en dan zien we de klant drie jaar niet meer terug. Office wordt een productiviteitsdienst, waarop je je abonneert en die je verkrijgt via het Internet. Wij zullen voor onze klanten installeren, beheren en updaten. In ieder geval is ASP een sleutelbegrip voor ons, omdat we hoe dan ook een platform willen aanbieden dat mensen in staat stelt applicaties te bouwen en vervolgens voor hun klanten te draaien."
En dan scheiden onze wegen zich met een stevige handdruk. Hij gaat naar links, op weg naar de eerste van een lange rij vergaderingen en meetings in het Circustheater. Ik ga naar rechts, naar een kamertje in het Kurhaus om het interview uit te tikken. Het is typerend voor Ballmer dat hij zich bij zijn Nederlandse gastvrouw en gastheer bezorgd afvraagt hoe ik nou weer terug moet naar Amsterdam. Groot, imposant, slim, luid, keihard. Maar veel menselijker dan zijn voorganger ooit zal worden.
René Rippen
‘Hi Gregory, is that you?’
Over Bill Gates en Steve Ballmer doen veel verhalen en anekdotes de ronde. Ze zijn al vele jaren lang beste maatjes, hoewel ze wat karakter betreft hemelsbreed van elkaar verschillen. René Oosterling, tegenwoordig enterprise program manager bij Microsoft, is een van de laatste in Europa die door Gates persoonlijk is aangenomen. Dat was in 1986. Oosterling was in eerste instantie niet onder de indruk van de persoonlijkheid van Gates. "Ik herinner me nog het sollicitatiegesprek. Dat vond ik heel verwarrend. Ik had verwacht dat hij me over technische onderwerpen zou gaan doorvragen. Dat gebeurde niet. Nadat hij gevraagd had wat ik in het verleden had gedaan, vroeg Gates plotseling hoeveel benzinestations er volgens mij in Nederland waren. Dat bracht me in verwarring en ik wist niet wat dat met mijn nieuwe baan te maken had. ‘Weet ik niet’, antwoordde ik. Gates: ‘Maak maar een schatting’. Nadat ik een aantal had genoemd, vroeg hij me hoe ik daaraan was gekomen. Wel er zijn verschillende manieren om dat te berekenen. Kennelijk vond hij de manier waarop ik dat gedaan had, goed genoeg, want ik ben aangenomen. Zo zette hij me op het verkeerde been door andere vragen te stellen dan ik verwachtte."
In eerste instantie had Oosterling het idee dat de Microsoft-mensen hun objectieve kijk op Bill Gates waren kwijtgeraakt. Ze beschouwden hem een beetje als een halfgod. Een half jaar na zijn indiensttreding raakte ook Oosterling onder de indruk van Gates. "Bij Microsoft kennen we een halfjaarlijkse ‘review’. Voor de Benelux deden we in januari 1987 de eerste exercitie. Dat pakten we heel serieus aan. We hadden rollenspellen gespeeld en alle mogelijke vragen doorgenomen die de Amerikanen zouden kunnen stellen. Ook hadden we een pakket van veertig pagina’s met spreadsheets gemaakt. Met het kleinste lettertype dat Multiplan had. Weken waren we ermee bezig geweest. Dan komt de dag dat je voor de Amerikaanse delegatie je presentatie van de cijfers geeft. Iedereen gaat keurig pagina voor pagina met het verhaal mee. Behalve Gates. Die gaat met een geweldig tempo door het pak papier heen, stopt plotseling ergens bij een pagina en gaat wachten totdat je met je verhaal daar aankomt. Je begrijpt dat je als presentator dan wel een beetje zenuwachtig wordt. Bij de sheet aangekomen zegt Gates: ‘In die cel daar staat een fout. Een fout in de formule. Dat is het moment geweest waarop ik sterk onder de indruk van hem ben gekomen."
"Een supergedreven mens", zegt ook Onno Hektor, Manager Benelux HRG & SME. Hij herinnert zich een productpresentatie in Brussel. "Dat was een versie van Excel op het besturingssysteem OS/2 dat Microsoft en IBM gezamenlijk aan het ontwikkelen waren. Er zou een presentatie plaatsvinden voor een stel IBM-mensen. Om een of andere reden zinde de demo die een productmanager had gemaakt Gates niet. Hij vroeg de jongen een C-compiler van kantoor te halen om de demo opnieuw te schrijven. Ze hebben de hele nacht samen doorgewerkt. Het moest bij Gates altijd perfect en af zijn."
Algemeen Directeur John Mangelaars: "Bij Gates gaat het om zaken, zaken en nog eens zaken. Hij is verlegen en door zijn verlegenheid ook vaak onhandig. Hij kan rustig voor een grote zaal staan praten. Dat is geen probleem. Maar daarna, als hij van het podium afstapt, dan weet-ie het niet meer."
Gates kent zijn zwakheden. Maar hij heeft een neus voor goede mensen en die heeft hij in de loop der jaren in groten getale om zich heen verzameld. Eén van die mensen die van meet af aan met hem is opgetrokken, is Steve Ballmer. Mangelaars: "Ballmer is niet de bullebak die hij lijkt. Hij zorgt meer dan Gates voor het persoonlijke element in de organisatie. Ballmer kan dingen op zijn emoties laten plaatsvinden en herinnert zich mensen en gebeurtenissen van vele jaren terug. En dat terwijl hij toch een groot deel van het jaar reist en mensen ontmoet. Het is gebeurd dat hij ineens de naam van een winkel in Rotterdam vroeg waar hij vijf jaar geleden eens was geweest. Het mooiste wat ik heb meegemaakt, gebeurde tijdens een videoconferentie.
Ballmer zat in Amerika en er was een straalverbinding met een zaal in Sevilla. Daar zaten zesduizend mensen. Staat een productmanager in de zaal op om Ballmer een vraag te stellen. Ballmer ziet die man, loopt op het scherm af – dus recht op de zaal af – en vraagt ‘Hi Gregory, is that you?‘
Zilveren jubileum Microsoft
- Schooljongens bouwen een software-imperium
Vraag: wat heeft een Altair 8800 uit 1975 gemeen met een PC met Pentium III 750 MHz uit 2000? Antwoord: ze draaien op software van Microsoft. 25 Jaar computerhistorie van Microsoft.
Programmerende schooljongens leggen fundament voor software-imperium
Tijdbalk vijfentwintig jaar Microsoft
- Exclusief interview met een trotse ceo
Groot, imposant, slim, luid, keihard. Maar menselijker dan zijn voorganger ooit was. En trots op de prestaties van zijn bedrijf. Een exclusief interview met Steve Ballmer, van beroep chief executive officer.
Steve Ballmer: slim, luid, keihard, maar menselijk
- De technologie en de onderneming ontleed
Twee oude rotten in het vak, Martin Healey en Martin Butler, leggen de technologie en de onderneming op de snijtafel. En het resultaat liegt er niet om.
Monopoliepositie Microsoft staat vooruitgang in de weg
Toekomst bedrijfsbrede automatisering is onzeker
- Drie mannen van het eerste uur in Nederland
‘Oud geld’ worden ze goedmoedig spottend genoemd, de eerste lichting van de Benelux – inmiddels gefortuneerde aandeelhouders. Een rondetafelgesprek met drie aartsvaders.
De drie Microsoft-aartsvaders in Nederland
- Californië is Redmond niet! En dat zullen ze weten ook
"In plaats van over het weer klagen we hier over Microsoft." Het ronkt in Silicon Valley van de concurrenten en de partners, en dat zullen ze weten in Redmond. Jaloezie en bewondering.
Microsoft heeft overwegend negatief imago in Silicon Valley