WCC ontwikkelt een database voor het maken van vergelijkingen (‘matches’). Deze technologie wordt al jaren verkocht aan uitzendorganisaties, arbeidsbemiddelaars en vacaturesites. Inmiddels maakt het bedrijf zijn software ook geschikt voor zware biometrische toepassingen. De Amerikaanse douane is afnemer.
Peter Went is zijn bedrijf elf jaar geleden begonnen uit frustratie. "Ik heb een tijd in Tsjechië gewoond. Toen ik hier terugkwam, zocht ik een huis. Dus had ik mijn wensen op een A4’tje gezet: de must-haves, de nice-to-haves, en de woningen die ik per se niet wilde. De makelaar kon daar echter niets mee. Die werkt op basis van prijs, buurt en het type woning."
Een vriendin van Went vertelde hem iets vergelijkbaars. "Zij was consulente bij een uitzendorganisatie. Ze had voor een vrouw met een mooie cv even geen baan in haar kaartenbak. Twee dagen later kwam die vrouw met een krantenadvertentie aan waaruit bleek dat de uitzendorganisatie wel degelijk een baan voor haar had. Maar hun bestand was niet geautomatiseerd en de verschillende vestigingen praatten indertijd niet met elkaar."
Hoewel het om twee verschillende bedrijfstakken gaat, zijn hun kernprocessen volgens Went hetzelfde: acquisitie en vergelijking (‘matching’). "Zowel de makelaardij als de uitzendbranche moet mensen binnenhalen om vervolgens te kijken wat ze zoeken en een match proberen te maken. De rest is bijzaak."
Tegelijkertijd was Went verbaasd dat die bedrijven alles behalve hun kernprocessen hadden geautomatiseerd. "We spreken over het begin van de jaren 1990. Makelaars en uitzenders hadden geld genoeg. Waarom automatiseerden zij hun kerncompetenties niet? Kennelijk was dat complex. Dus voor mij interessant om eens naar te kijken."
Betekenisvol zoeken
Matching blijkt veel ingewikkelder te zijn dan een gewone zoekopdracht. "Het gaat om het koppelen van vraag en aanbod. Het is moeilijk om dat zowel in prestatievermogen als functionaliteit goed te doen. Er zitten bijvoorbeeld vijf miljoen werklozen in de elektronische kaartenbakken van de Duitse arbeidsvoorziening. Het kost veel verwerkingskracht als je daar dertig matches per seconde op moet maken."
Wat matching lastig maakt, is dat het om betekenisvol zoeken gaat. "Normale zoekopdrachten zijn boolean: je vindt het of je vindt het niet. Bij matching moet je aan elk record een score koppelen die aangeeft in welke mate dat record aan de zoekcriteria voldoet. Dat levert een ranglijst op. Alle aspecten met hun voor- en nadelen geven je een gevoel van hoe interessant een vacature is."
Went is jaren zelf bezig geweest om dit probleem op te lossen. "Als ik een auto of een baan mooi vind, wat gaat er dan door mijn hoofd heen? Dan moet er aan elke factoren een gewicht worden gehangen. Daarvoor heb ik allerlei concepten en prototypen ontwikkeld. Als je dat doet, loop je tegen problemen aan die best lastig zijn." Hij geeft als voorbeeld een bedrijf dat een Java-ontwikkelaar zoekt met het liefst minimaal vijf jaar ervaring: wil dat bedrijf dan iemand die anderhalf jaar ervaring heeft met Java of iemand met Java-kennis die al zes jaar in C# programmeert? Betekenisvol zoeken is dus afhankelijk van de bedrijfssector, aldus Went.
"Een ander voorbeeld: als je alle records wilt scoren en ranken, dan moet je voor elk record uitrekenen hoe die matcht op de vraag en die vervolgens in een lijstje zetten. Daarvoor moet je alle records doorlopen. In ons algoritme is geen enkel record niet interessant. Dat maakt matching heel arbeidsintensief."
Lange adem
Went was zelf niet in staat om zijn ontwerp om te zetten in een werkend product. Hij trok Mark Wegman aan, net van de middelbare school en een kei in programmeren. "Wegman heeft in drie maanden tijd gebouwd wat ik in de zes jaar daarvoor had ontworpen." Vervolgens bleek zijn buurman te werken bij de Arbeidsvoorziening (tegenwoordig CWI) en betrokken te zijn bij het later gesneuvelde it-project Agora (een landelijk vergelijkingssysteem voor werkzoekenden en vacatures). "De bouw ervan was uitbesteed aan PinkRoccade, waar net werd nagedachten over ‘kopen of bouwen’ van matching-technologie. Er is toen voor onze software gekozen en die is in Agora geïntegreerd."
Pas twee jaar later, in 1999, kwamen ineens andere klanten over de brug. Inmiddels zijn bijna alle uitzendorganisaties klant van WCC. Het bedrijf maakt met vijfendertig man een omzet van 3,5 miljoen euro. Alle winst is de afgelopen jaren geïnvesteerd in het geschikt maken van de matching-software voor biometrische toepassingen. It-dienstverlener Accenture wilde de technologie van WCC namelijk inzetten voor het project US Visit. Er komen elke dag één miljoen mensen de Verenigde Staten binnen, en hun vingerafdrukken moeten vergeleken worden met de 75 miljoen records die de Amerikaanse douane inmiddels in zijn databanken heeft zitten.
Veelbelovend
Net als banen en huizen zijn vingerafdrukken niet indexeerbaar. "Dat betekent dat Oracle en DB2 hiervoor niet geschikt zijn," aldus Went. "Geen enkele andere partij heeft zo’n rare database die ontworpen is om snel lineair door je records heen te lopen. Bovendien moet de douane direct een antwoord krijgen. Een ’tablespace scan’ in een relationele database is daarvoor te traag."
De afgelopen jaren is WCC tot de slotsom gekomen dat biometrie inderdaad een veelbelovende markt is. Onlangs is dan ook biometrie-veteraan Christer Bergman aangetrokken als voorzitter van de raad van commissarissen. Verder praat WCC met systeemintegratoren over samenwerkingsverbanden, ook met betrekking tot tenderprocedures, en is het bedrijf hiervoor een verkooporganisatie voor aan het opzetten. Om dat alles te financieren heeft WCC (met vestigingen in Utrecht én de Verenigde Staten) een bankkrediet afgesloten, waarbij de overheid garant staat voor een deel van de risico’s. Daarnaast krijgt het bedrijf al jaren een WBSO-subsidie. "Als we de omzet het komende jaar verdubbelen, dan is dat een groot succes", zegt Went.
Ziel en duivel
Na de opdracht aan de voorloper van het CWI trachtte Peter Went de twee daaropvolgende jaren tevergeefs zijn product aan andere organisaties te slijten. Hij heeft er zelfs zijn ziel voor aan de duivel moeten verkopen. "Op een gegeven moment was het geld op. Ik kon de salarissen, belastingen en premies niet meer betalen. Ik ben toen naar Allshare gegaan, het bedrijf dat mijn vorige werkgever had overgenomen. Ik had voor mijn bedrijf een lening van honderdduizend gulden nodig, maar wilde geen aandelen weggeven. Ik bood ze mijn carrière aan! We hebben een arbeidsovereenkomst opgesteld die in zou gaan als ik de lening niet kon aflossen." Zover is het uiteindelijk niet gekomen.
–>>Net als banen en huizen zijn vingerafdrukken niet indexeerbaar.
–>>”Dat betekent dat Oracle en DB2 hiervoor niet geschikt zijn,” aldus Went.
hmmm, nooit naar functionele indexes gekeken? hmmm, nooit naar het best bewaarde geheim van IBM gekeken? (informix en zijn blades….)