Chief analytics officer Cyprian Smits van de Belastingdienst is dit najaar door Accenture uitgeroepen tot ‘Innovator of the Year’. De uitvoeringsorganisatie krijgt de waardering voor de ontwikkeling van tools die het makkelijker maken om in contact te staan met belastingplichtigen. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan partijen die oplossingen leveren die het dagelijks leven vereenvoudigen. Computable spreekt met Smits over innovatie, de eigen ‘broedkamer’ en het aantrekken en houden van datatalent.
Smits was één van de vier genomineerden van de ‘Innovator of the Year’-award van Accenture. De andere genomineerden waren Bert Reitsma van CJIB, Martin Voorma van Arcadis en Pallas Agterberg van Alliander. De chief analytics officer (cao) heeft de prijs vooral gekregen voor de signaalmodellen die de fiscus gebruikt bij de inkomstenbelasting en de btw-aangifte. De Analytics-tak ontwikkelde dashboards met indicaties die aangeven of er iets niet klopt. Daardoor moeten fraudeurs eenvoudiger worden gepakt zonder dat burgers die hun gegevens eerlijk invullen daar last van hebben. De cao benadrukt dat het voor een monopolistisch bedrijf moeilijk is om te innoveren en dat de prijs daarom extra bijzonder is. ‘Het is een hele eer om te winnen. Philips won vorig jaar als 125-jaar oude organisatie, wij bestaan al meer dan vijfhonderd jaar. Wij hebben geen concurrentie, hebben 100 procent ‘marktaandeel’ en zijn dus institutioneel monopolist. Dan is het heel moeilijk om innovatief te zijn. Toch worden we wel gedwongen om het te zijn en dan is het fijn als dat lukt.’
Datagedreven innovatie
Wat doet de Belastingdienst precies om interne innovatie te stimuleren? ‘We hebben gekozen voor innovatie die datagedreven is. Dus vernieuwing op basis van data-analytics. In 2012 is dit ‘innovatietraject’ van start gegaan. Hierin is ruimte voor niet-afgekaderde projecten binnen de zogenaamde broedkamer en werken we samen met de beste mensen op het gebied van analytics. Deze groep bestaat uit een mix van mensen binnen de Belastingdienst, jong talent afkomstig van universiteiten en talentvolle aanwas uit het buitenland.’
Smits benadrukt dat het grote voordeel van de Belastingdienst is dat het een bedrijf is dat open met andere belastingdiensten uit het buitenland kennis kan uitwisselen. ‘De Belastingdienst heeft daarom ruimte om te innoveren. Ik kan wel zeggen dat wij een voortrekkersrol hebben binnen de overheid. Dit merken we ook door de aanloop van andere overheden, zij nemen initiatieven op het gebied van innovatie van ons over. Zo heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie nu ook een broedkamer.’
Digitale communicatie
De chief analytics officer meent dat de Belastingdienst door innovatie veel kan bereiken. ‘Als wij innoveren, wordt de wereld al snel een beetje mooier. Zo is door de toegenomen vormen van digitale communicatie het serviceniveau omhoog gegaan, is het toezicht verbeterd en wordt fraude sneller en beter opgespoord.’
Hoe doet de overheidsinstelling het volgens Smits in vergelijking met haar internationale collega’s? ‘Internationaal gezien doen we het goed. We kunnen onszelf goed vergelijken met belastingdiensten in het buitenland, omdat we binnen Europa veel samenwerken, bijvoorbeeld op het gebied van fraude en het berekenen van de btw. Met name het Verenigd Koninkrijk is voor ons een voorbeeld op het gebied van digitalisering. Als ik ons met andere diensten in Europa vergelijk, staan we toch wel in het linkerrijtje van de Champions League.’
Analytics-afdeling
De data analytics-afdeling van de Belastingdienst bestaat uit zo’n honderdveertig dataprofessionals. Hiervan werkt ongeveer de helft aan de analytics-kant en de andere helft aan productie en beheer. Smits: ‘De eerste categorie is nieuw binnen de Belastingdienst. In eerste instantie waren er bij ons slechts vier econometristen, waaronder ikzelf. Dit was geen goede zaak, zeker als je beseft dat we één van de grootste databedrijven van Nederland zijn.’
Ondertussen zijn er al veel afgestudeerde wiskundigen, natuur- en sterrenkundigen en econometristen aan de analytics-afdeling toegevoegd. ‘We hebben statistisch ijzersterkte mensen nodig, want statistische kennis is in deze functie essentieel. Zonder statistiek ben je hier kansloos. We begrijpen deze groep heel goed. We zijn al zo’n vier jaar aan het werven voor deze afdeling en het loopt op rolletjes. De pas-afgestudeerden geven ook aan elkaar door dat we een interessante werkgever zijn.’ De tweede productie- en beheergroep is lastiger ‘in te vullen’, stelt de cao. ‘Deze groep is er later bijgekomen en hier hebben we het precieze functieprofiel nog niet scherp voor.’
Eigen recruitment
Smits is erg tevreden met de groei van de data analytics-tak en de manier van werven. ‘We hebben een jong team, de gemiddelde leeftijd is 31 jaar en er is nog nooit iemand weggelopen. Uiteraard moeten we het niet hebben van grootse arbeidsvoorwaarden. De mensen die bij ons willen werken zijn nieuwsgierig en heel slim. Ze zijn op zoek naar de juiste puzzel en wij bieden hen coole data verbonden aan een maatschappelijk belang. Deze professionals vallen voor de inhoud die ze bij ons vinden, ze komen in teams terecht waar ze soortgelijken tegenkomen. Het is belangrijk dat deze datatalenten zo autonoom mogelijk kunnen functioneren. Je moet als werkgever begrijpen wat hen bezighoudt en ze sturen langs de lijn van de inhoud.’
Het is volgens de cao belangrijk om it-talent te triggeren met de juiste vragen. ‘Het is belangrijk om deze groep dataprofessionals geen opdracht te geven, maar een vraag te stellen. Een vraag als ‘hoe krijg je 30 procent minder bezwaarschriften?’ is hiervan een voorbeeld. Autonomie is voor deze groep erg belangrijk. Ik heb zelf veel geleerd uit het boek ‘Happyholics – Leidinggeven aan mensen die het niet doen voor de poen’ van Itamar Sharon, dat ingaat op waar de huidige groep afgestudeerden behoefte aan heeft.’
De Belastingdienst werft zelf it-talent en maakt geen gebruik van recruitmentbureaus. Smits: ‘We houden het graag in eigen hand. Zo sprak ik laatst op het SAS Forum in Nieuwegein en ook werven we via universiteiten en studentenverenigingen. Hierdoor creëren we een permanente instroom aan talent.’
Broedkamer
De jonge Belastingdienst-talenten komen regelmatig samen in de zogenaamde broedkamer. Wat is dit nu precies? ‘Deze term heb ik bedacht en is ondertussen viral gegaan’, lacht Smits. ‘Ik omschrijf het altijd als ruimtes waar je kunt prutsen en pielen. Binnen de broedkamer zijn er zo’n twintig verschillende projecten. We beginnen altijd klein. De projecten kennen verschillende fases als data, inzicht, verkenning, de lab- en pilotfase, pre-productie en productie. Het doel van elk project is meer kasopbrengst en efficiënter werken.’
Drie grote projecten die afkomstig zijn uit de broedkamer hebben elk een verschillend doel. Het eerste, dynamisch monitoren, is gericht op administratie. Het tweede, predictive modelling, heeft te maken met toezicht en het derde, het bestrijden van carrouselfraude, speelt een grote rol bij opsporing.
Drie projecten
‘Het dynamisch monitoren is een voorbeeld van een tool die uit data voortkomt’, vervolgt Smits. ‘Door de data die in onze eigen systemen verstopt zit te gebruiken, kun je nu direct zien of er bij iemand überhaupt wel iets te vorderen valt. Hierdoor wordt veel onnodig werk tegengegaan, wat dus geld oplevert. Als data-oplossing stelt het overigens niet veel voor, we hebben het in één weekend bedacht.’
Predictive modelling bij de inkomstenbelasting zorgt ervoor dat de verhouding tussen controles en correcties gelijkloopt, aldus Smits. ‘Als het systeem zegt dat we iemand moeten controleren, zijn er meestal ook daadwerkelijk correcties nodig. We hebben een veel grotere pakkans dan voorheen.’
Het meest spraakmakende dat uit de broedkamer tevoorschijn is gekomen, is het beter kunnen bestrijden van carrousselfraude. Hierbij gaat het om grote criminaliteit waarbij identiteitsfraude en bv-fraude een rol spelen. ‘Alleen al in de Europese Unie gaat hier op jaarbasis honderd miljard euro in om. Als we deze fraude op willen sporen, moeten data aan elkaar geknoopt worden en speelt netwerktechnologie een belangrijke rol. De medewerkers die zich hiermee bezighouden blijven anoniem, om hun veiligheid te kunnen garanderen. Sinds we hiermee gestart zijn, rollen we veel meer criminele bendes op. De effecten zijn aanzienlijk. De eerste periode waarin we met deze technologie hebben gewerkt, gaat het zelfs om een verdubbeling van het aantal opgespoorde fraudes. Het is te verwachten dat dit iets gaat afnemen als we wat langer hiermee werken omdat fraudeurs zich gaan inregelen op onze detectie’, vertelt een trotse Smits.
Wisselend aantal mensen
Hoeveel mensen er aan een Broedkamer-project werken en hoelang een project duurt, wisselt sterk aldus de cao. ‘Bij dynamisch monitoren was dit een kleine groep en is er ongeveer een half jaar aan gewerkt. Bij predictive modelling was dit een groep tussen de vijf en tien professionals en is er zo’n anderhalf jaar aan gewerkt. Bij het bestrijden van carrouselfraude waren zo’n vijf topspecialisten betrokken en hebben we ook professionals ingevlogen. Dit gehele project heeft ongeveer een half jaar in beslag genomen.’
De toekomst ziet Smits positief tegemoet. ‘Ik denk dat we met data analytics de komende jaren veel verschillende projecten kunnen aanpakken. Een voorbeeld hiervan is een project op het gebied van betalingsregelingen. Deze zijn zowel voor ons als voor de mensen die het betreft heel vervelend. We krijgen nu zo’n 260.000 verzoeken per jaar en het is een papieren proces waar we veel tijd en geld aan kwijt zijn. We draaien nu een pilot waarbij mensen direct groen licht krijgen voor een betalingsregeling als blijkt dat ze een keurige betaler zijn. Hierdoor krijg je positieve reacties van burgers en gaat direct het serviceniveau omhoog en de operationele kosten omlaag. Ook op andere gebieden moeten we stappen maken. Burgers moeten met ons snel zaken kunnen doen en wij moeten goed toezicht kunnen houden in een complexe maatschappij. De belastingmoraal in ons land is prima, het is onze taak om dit proces efficiënter, goedkoper en servicegerichter te maken’, besluit Smits.
Dit artikel is ook gepubliceerd in Computable Magazine 1 van januari 2017.
Biografie
Cyprian Smits is sinds 2016 als chief analytics officer verantwoordelijk voor de strategie en inhoudelijke kwaliteit van de applied analytics-oplossingen van de Belastingdienst. Vanaf 2013 tot mei 2016 was Smits hoofd business intelligence en analytics. In deze functie heeft hij een nieuw bedrijfsonderdeel opgezet binnen de Belastingdienst, dat bestaat uit businessanalisten en data scientists. De afdeling richt zich op het verbeteren van de performance en verhogen van de (belasting)opbrengsten door de inzet van advanced analytics. Er wordt gewerkt met een analytics-omgeving van SAS en een varia aan open source-toepassingen.
HA HA HA HA.
Leuk hoor, die stukjes om veren in je eigen achterste te steken. Mijn ervaring is dat mensen met goede ideeën zelfs met behulp van kruiwagentjes gewoon niet binnen komen bij de Belastingdienst.
Daarnaast, iedereen die wat kan die is er al weg, dus zo’n uitdagende inspirerende geweldige omgeving kan het niet meer zijn. Die trein is al lang vertrokken.
In een tijd dat de Belastingdienst regelmatig onder vuur ligt, vindt men het blijkbaar handig om de organisatie aan te prijzen als een organisatie van prutsers en pielers.
Als de uitslag van het bloedonderzoek bij Verkeerd Bloed positief is, dan is dat zorgelijk, en kan dat tot bewustzijnsvernauwing leiden.
Mooi hoor, zo’n jubelverhaal over data-gedreven innovatie bij de Belastingdienst door slimme jonge mensen. En uiteraard zijn we allemaal blij dat fraudeurs in hun kraag gevat worden. Maar verder roept het artikel bij mij vooral een gevoel op van ‘kijk eens mama, ik kan fietsen zonder handen’. ‘Knap hoor jongen, maar pas op dat je niet onderuit gaat met al die kuilen in de weg’.
De heer Smits laat wijselijk buiten beschouwing dat er nogal wat ongewenste maatschappelijke consequenties zijn aan het ongebreideld verzamelen, recombineren en profileren van data. De Belastingdienst is op dat punt notoir opportunistisch en onbetrouwbaar; men leze er de artikelen in De Correspondent maar op na. Niet alleen sluit de Dienst (geheime) convenanten met andere overheidsinstanties zoals de Politie, maar ook laat zij de achterdeur wagenwijd openstaan, zodat ook de AIVD zorgeloos kan ‘prutsen en pielen’ in de databerg van gewone (lees: niet-frauduleuze) Nederlanders. De Chief Privacy Officer bij de Belastingdienst zat kennelijk te pitten en de Chief Analytics Officer interesseert het niet.
Er is nauwelijks een wettige grondslag voor het doorlichten van burgers op deze manier en op deze schaal. In de Algemene Verordening (op basis van de nieuwe Europese privacywetgeving) wordt zelfs paal en perk gesteld aan automatische profiling van burgers.
Wie beschermt ons tegen de praktijken van de whizz-kids en ‘whise guys’ op het gebied van data analytics? Waar blijft de transparantie? Het is hoog tijd dat de politiek democratische garanties inbouwt zodat we er enig vertrouwen in kunnen hebben dat overheidsinstanties verantwoordelijk omgaan met ónze data. Vooralsnog roept het begrip ‘broedplaats’ in relatie tot de Belastingdienst bij mij hele andere associaties op.
Nederland staat 3e op de plek van belastingparadijzen en dat is niet iets om trots op te zijn. En zo Anita ook al aangeeft zijn de werkwijzen van de belastingdienst ook niet onomstreden. Waar ik persoonlijk over val is dat een term als ‘kasopbrengst’ gebezigd wordt en mijns inziens pijnlijk aanduidt hoe er binnen deze organisatie gedacht wordt.
De mening van deze persoon is niet verwonderlijk als je het vergelijkt met dat van het huidig kabinet. Stap eens over je eigen ego heen, stop met pielen en ga je werk zo goed mogelijk uitvoeren in dienst van de Nederlandse samenleving.
Met enige (negatieve) ervaringen met deze dienst, persoonlijk maar ook professioneel vind ik dit een hoogst verbazende en tegelijkertijd zorgelijk stukje ego-promotie. Toegegeven is het erg makkelijk ‘framen’ en ‘bashen’, iets waar ik doorgaans alleen met reden voor ben.
Wanneer wij het hebben over correcties op het vlak van IT, correcties die overigens helemaal niet eens plaats moeten hebben omdat er ook zoiets is als een standard uitvoering van een taak in de IT keten genaamd, gedegen testen, kan ik niet anders dan tot de conclusie komen dat het alleen al daaraan erg tekort schiet.
Overigens mijnheer Smits, IT is pur sang een vehikel om processen en productiviteit te versnellen en vergroten dus wat mij/ons hier betreft een open deur.
Broedplaats
Ook ik weet, overigens niet alleen uit eigen ervaring, hoe de overheid om gaat met talent en dat is zeer bedroevend. Wat dat betreft kunt u inderdaad nog zeer veel eer behalen. Leg hierbij dan wel de nadruk eens een keer op ‘Klantvriendelijkheid’ want de keerzijde van uw vak.
institutioneel monopolist
Gezien de gemiddelde ervaring die ik heb, en uiteraard niet alleen ik, zeker het grootste deel van de ‘goegemeente’ met de overheid, zeker ook met uw organisatie, durf ik rustig te stellen dat die zeer bedroevend is. Niet alleen in de zin dat een onbetrouwbare overheid mij voor zaken zoals verregaande politieke en ambtelijke impotentie en incompetentie aan slaat, maar mij ook voor zaken laat betalen waar ik uit persoonlijke principiële overtuiging niet eens voor wil betalen.
De regel en controledrift van de overheid, die u hier de hemel in prijst, staat vrijwel gelijk aan die van een dictatuur waar mensen van totaal ondergeschikt belang zijn.
Ik spreek voor dit jaar dan ook zeker uit dat u de bovenstaande en mijn reactie ter harte neemt voor een volgende keer. Immers, er staan verkiezingen aan te komen, een seizoen die van oudsher bol staat van de pretenties en loze toezeggingen en beloften waar naar ratio en gemiddelde niet meer dan 5% ‘gedeeltelijk’ van word waargemaakt.
U kunt uiteraard hier vandaan naar de top me dunkt.
Succes!
Arend, die diagnose kreeg ik op het ministerie van financiën te horen van een belastingambtenaar.
“We weten dat we nieuw bloed nodig hebben want er loopt hier teveel oud en van hetzelfde rond maar jij bent de verkeerde soort nieuw bloed.”
Ik heb mijn boosheid over die ervaring, alsook het idee van de overheid nog willen helpen want daar is uiteindelijk iedereen bij gebaat, ondertussen grotendeels achter me gelaten.
De belastingdienst daarentegen heeft nog steeds problemen die maar niet kleiner worden. Bijvoorbeeld die afvloeiregeling waar de beoogde afvloeiers geen gebruik van maken maar ongeveer al het andere bloed wel. Of die grote stapels aan faalict die burgers “perongeluk” in hoekjes propt waar ze vervolgens maar heel moeilijk weer uitkomen. Nu met de burger verplicht gestelde brakke websites die ervoor geplakt worden zodat het geheel nog minder eenvoudig of makkelijker wordt. En zo zijn er nog heel erg veel andere voorbeelden te vinden. Dus, bewustzijnsvernauwing zou best kunnen, maar bij wie?