De it-industrie is een relatief jonge industrie maar kent inmiddels al een rijke geschiedenis. Dat geldt in Nederland bijvoorbeeld voor de ontwikkelingen op softwaregebied. Stichting Historie der Techniek laat hierop een eerste licht schijnen in het boek De geest van de computer. Een geschiedenis van software in Nederland.
Toen Edsger W. Dijkstra – in 1999 door lezers van Computable verkozen tot ‘Nederlandse IT-persoonlijkheid van het millennium’ – bij zijn huwelijk in 1957 aan de ambtenaar van de burgerlijke stand zijn beroep moest opgeven, werd ‘computerprogrammeur’ niet geaccepteerd. Pionier Dijkstra ging het huwelijk in als ‘theoretisch fysicus’. Als Dijkstra een jaar later was getrouwd, had hij al meer kans gehad dat zijn professie was herkend en goedgekeurd. Er verschenen namelijk steeds vaker berichten en advertenties in kranten met de woorden ‘computer’ of ‘programmeur’. In februari 1958 bracht dagblad De Tijd zelfs een uitgebreid artikel over het beroep van programmeur. Volgens de journalist bood dit beroep goede toekomstperspectieven, want ‘er zullen in de toekomst vermoedelijk wel een tweeduizend programmeurs nodig zijn in ons land’.
Rekenautomaten
Deze anekdote, waarmee het boek ‘De geest van de computer’ van de auteurs Eric Berckers en Edgar G. Daylight opent, geeft aan hoe onbekend het computervakgebied eind jaren vijftig nog was in Nederland. Computers doken weliswaar steeds meer op in het maatschappelijk leven, maar wat deze rekenautomaten precies deden, begrepen maar weinigen. Laat staan dat het begrip ‘software’ al bekend was.
Omstreeks 1960 werd de term ‘software’ in Nederland hooguit door een kleine groep insiders gehanteerd. Begrippen als ‘programmeren’, ‘programmeertaal’ en ‘computertaal’ waren bekender. Het begrip software is waarschijnlijk bedacht en voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse wiskundige John Wilder Tukey in 1958. Hij introduceerde het als tegenpool van hardware en om de eerste vertaalhulpmiddelen voor programmeurs, zoals compilers, te omschrijven. Dankzij deze ‘systeemsoftware’ werd het programmeren van de hardware in die tijd eenvoudiger voor de programmeurs.
Automatisch reserveringssysteem
Het begrip software was ook geen eenduidig begrip en werd in de jaren zestig op diverse manieren geïnterpreteerd. Sommigen hanteerden de term als synoniem voor ‘programma’s die programmeurs gebruikten’. Anderen gebruikten een veel bredere definitie en noemden alles dat geen hardware was ‘software’, inclusief computerdiensten en handboeken. Los van de kwestie wat er nu precies onder ‘software’ werd verstaan, vond het begrip in de tweede helft van de jaren zestig in Nederland in toenemende mate ingang. Het eerste krantenartikel dat Berckers en Daylight vonden met daarin het woord ‘software’, dateert van januari 1966 en stond ook in De Tijd. Het artikel ging daarbij in op de gekozen hardware en software van een automatisch reserveringssysteem van luchtvaarmaatschappij TWA.
Vandaag de dag is software alomtegenwoordig, stellen de auteurs. ‘Het is ook wel de energie van de informatiemaatschappij genoemd. Onmisbaar en voor het grootste deel ook zichtbaar. Als het mis gaat – of dreigt te gaan, zoals tijdens de millenniumwissel – zijn we ons vaak pas bewust van de grote betekenis van software in ons leven.’
Eigen breekpunten
Maar, zo stellen zij, waar de geschiedenis van computers, hun ontwikkeling en hun betekenis al langer in de belangstelling staan, is de geschiedenis van software nog nagenoeg een onbeschreven blad. ‘Onterecht, want hoewel nauw verbonden met de ontwikkeling van de hardware, kent de softwarehistorie zijn eigen accenten, eigen breekpunten, eigen invloedrijke personen en organisaties.’
Het duo besteedt in ‘De geest van de computer’ in vier delen aandacht aan de geschiedenis van de software in Nederland. Het eerste deel staat stil bij de wetenschappers die nadachten over hoe de hardware het beste aan het werk kon worden gezet. Denk daarbij aan de vertaalslag die zij maakten van theoretische inzichten in de logica en de linguïstiek naar de praktijk van computerprogrammering. In het tweede deel staat het ontstaan en de ontwikkeling van de softwaresector in Nederland centraal. De geschiedenis van het softwareonderwijs komt in het derde deel aan bod en in het vierde deel is er aandacht voor de softwaregebruikers.
Werknemers en zzp’ers
Wat dit rijke boek in ieder geval duidelijk maakt is dat sinds de Gründerzeit in de jaren zestig de softwarebranche in Nederland inmiddels is uitgegroeid tot een volwassen economische sector die belangrijk is voor de Nederlandse economie. Volgens branchevereniging Nederland ICT wist de softwaresector in de crisisjaren 2010-2014 zelfs met 4 procent te groeien tot een omzet van 23,5 miljard euro. Nederland kende in 2014 44.000 bedrijven die software maken. Vooral de laatste jaren is dit aantal sterk gegroeid, doordat veel werknemers uit de ict-industrie als zzp’er aan de slag zijn gegaan. Zij ontwikkelen software voor derden, implementeren en testen oplossingen en verzorgen het onderhoud en beheer van applicaties.
Internationaal gezien blijft de softwarebranche in de schaduw staan van die uit de Verenigde Staten en in mindere mate grote Europese landen als Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk. Maar, blijkt uit ‘De geest’, in vergelijking met andere Europese landen valt op dat voor Nederland maatwerksoftware altijd belangrijk is gebleven. In de jaren zestig en zeventig leverden computerservicebureaus en automatiseerders als Volmac en CMG het maatwerk. Hoewel de rol van computerservicebureaus als grote softwarebedrijven in Nederland vanaf de jaren tachtig is overgenomen door de standaardpakkettenbouwers, blijft maatwerk belangrijk. Naast de gebruikelijk grote automatiseerders wordt dit nu vooral gedaan door de vele kleine softwarebedrijfjes die in totaliteit zelfs groter zijn dan de pakkettenbouwers.
Gemeentelijke basisadministratie
Ook mag worden geconcludeerd dat wie tegenwoordig zijn boterbriefje gaat halen, zoals Edsger Dijkstra deed in 1957, daarmee geen moeite meer zal hebben om zijn beroep als programmeur geregistreerd te krijgen in de gemeentelijke basisadministratie.
Dit artikel is ook gepubliceerd in Computable Magazine 1 van januari 2017.
De geest van de computer
De geest van de computer. Een geschiedenis van software in Nederland (uitgeverij Matrijs, ISBN: 978-90-5345-504-3, 312 pagina’s, 29,95 euro).