Met een vorig jaar aangestelde Amerikaanse topman, Al Monserrat, en een pas geopende vestiging in Boston wil softwarebedrijf RES de Verenigde Staten en daarna Azië veroveren. De wortels van RES liggen in Noord-Brabant en gaan terug tot eind jaren negentig. Toen richtte Bob Janssen met twee collega's het bedrijf op dat software levert om de hybride werkplekomgeving te beheren en te beveiligen.
Sinds kort heeft RES een belangrijk contract op zak: de Amerikaanse overheid is klant geworden en gaat de RES One Security software gebruiken om werkplekken veilig uit te leveren op alle ministeries. ‘Het gaat om grote ministeries met honderdduizenden gebruikers. Het is te gek dat een Nederlands softwarebedrijf dit voor elkaar krijgt, in samenwerking met IBM’, zegt een trotse Janssen, chief technology officer (cto) van het Bossche bedrijf.
Het contract betekent een voet tussen de deur op de Amerikaanse markt; in Nederland levert het softwarebedrijf al langer op grote schaal aan overheden. ‘Vaak hebben overheidsorganisaties te maken met complexe omgevingen met veel applicaties en een mix van fysieke apparatuur en virtuele systemen. Onze oplossing is uitermate geschikt om dit soort omgevingen veilig te beheren’, stelt Janssen.
De softwaresuite van RES is specifiek bedoeld voor de hybride werkplekomgeving en bestaat uit producten voor het beheren en beveiligen van die omgeving alsmede het automatiseren van de beheer- en serviceprocessen (selfservice). ‘Ons doel is’, zegt cto Janssen, ‘om it-afdelingen te helpen op een slimmere manier hun diensten te leveren en de werkplekomgeving goed te managen en te beveiligen, en dan zoveel mogelijk geautomatiseerd.’
Client/server-gedachte
Janssen, die een opleiding bedrijfskundige informatica aan de Hogeschool Fontys heeft gevolgd, komt in 1998 als informatie-architect terecht bij logistiek dienstverlener Schenker. Daar blijkt het bedrijf moeite te hebben met het inrichten van een nieuwe werkplekomgeving, waarbij werknemers zowel vanaf de pc op kantoor als thuis kunnen werken. In een interview met mkb-zakenblad Sprout uit 2011 vertelt Janssen dat het probleem niet zozeer ligt in het aanbieden van software via een thuisverbinding maar in het uitgedijde aantal applicaties die de werknemers op hun bureaublad voorgeschoteld krijgen. Dat aantal loopt op tot zo’n tachtig, terwijl een gemiddelde werknemer in de praktijk slechts een paar applicaties gebruikt. De gebruikersonvriendelijkheid leidt tot klachten en als gevolg daarvan krijgt de it-afdeling veel servicedeskcalls te verwerken. Bovendien brengt de complexe omgeving beveiligingsissues met zich mee.
Hij gaat met een paar collega’s aan de slag en zij kiezen er voor de client/server-technologie van Citrix toe te passen waarbij de gebruiker het uitganspunt is en niet de apparatuur. Zij komen met een oplossing waarmee een systeembeheerder een werknemer niet alleen vanuit zijn huis op het bedrijfsnetwerk kan laten inloggen, maar ook in staat wordt gesteld de alleen voor die medewerker relevante software op het bureaublad te tonen.
Het team krijgt, gedurende de tien maanden dat het aan de oplossing bouwt, het idee dat dit concept voor ‘de dynamische desktop’ groter is dan het project bij Schenker. Partnerbedrijf CDG Europe, dat de Citrix-software levert, geeft aan dat ook andere partijen baat hebben bij deze oplossing. Samen met collega’s Timo Bosma en Paul Agerbeek besluit Janssen een eigen bedrijf te beginnen. Daarvoor moet eerst overeenstemming worden bereikt met opdrachtgever Schenker. Die geeft akkoord, in ruil voor een eeuwigdurende licentie en het verzoek om nog een jaar in dienst te blijven voor de nog nodige ondersteunende it-dienstverlening.
Het nieuwe bedrijf heeft Real Enterprise Solutions (RES) Software; in 2015 ingekort tot RES. Een droomstart, zegt Janssen. ‘We hadden in 1999 gelijk een referentieklant en een distributiepartner. We zijn vervolgens ons product – Workspace Manager – verder gaan ontwikkelen en aan de man gaan brengen. In het eerste jaar bedienden we drie klanten; na het tweede jaar waren dat er al twintig geworden en zo is het verder gegroeid.’
Internationale groei
Het bedrijf kiest er een paar jaar later voor om ook met de software de grens over te gaan. In andere Europese landen hebben ze immers dezelfde problematiek rond werkplekomgevingen als in Nederland. Uitgangspunt daarbij is dat RES standaardoplossingen aanbiedt; mocht er maatwerk bij de klant nodig zijn, dan regelt de partner dat. Verkoop van de producten geschiedt via een netwerk van wederverkopers en distributeurs. ‘Onze partners richten zich op een bepaald type klant of regio. Wel kwamen we er achter, nadat ook de grootzakelijke klanten interesse toonden in onze producten, dat we meer aandacht moesten besteden aan eigen marketing en verkoop.’
Het Workspace Manager-product is in eerste instantie opgezet voor virtuele werkplekomgevingen. RES krijgt echter van klanten steeds vaker de vraag of er ook een oplossing is om fysieke desktops te beheren. Vaak is van hun desktoppark slechts een deel Citrix-gebaseerd. Aan die wens komt het bedrijf tegemoet. Klanten kunnen voortaan met één oplossing beide platformen – virtueel én fysiek – managen, zowel lokaal als op afstand. Daarbij worden de taken die it-beheerders elke dag doen zoveel mogelijk geautomatiseerd. Geen helpdeskverzoeken en ticketing meer, is het uitgangspunt. Janssen: ‘De mensen die op een it-afdeling werken, kunnen dan hun tijd besteden aan interessantere en leukere zaken.’
Bijzonder is dat RES in plaats van software van derden eigen ontwikkelde beveiligingstechnologie toepast. Met behulp daarvan kan een it-beheerder bijvoorbeeld aan de hand van het profiel van een medewerker bepalen welke applicaties die wel en niet mag gebruiken, zowel in een fysieke als virtuele omgeving. Ook is de technologie uitgebreid met application whitelisting en blacklisting om malware, phishing en ransomware tegen te gaan. Verder zijn er audit- en governance-mogelijkheden. De software geeft onder andere inzicht in het gebruik van de applicaties en de aangevraagde licenties; handig voor het wegsnijden van overbodige applicatiekosten, maar ook voor audit- en governance-doeleinden (‘wie heeft wat gebruikt en wanneer’).
Technologiegedreven
Dat RES een echt technologiebedrijf is, blijkt uit de diverse patenten die het bedrijf op zijn naam heeft staan, zoals voor methoden om de remote desktop uit te breiden met applicaties die lokaal draaien. Het bedrijf heeft eigen ontwikkelcentra in Nederland (Den Bosch), Roemenië (Boekarest) en de VS (Boston). Vijf jaar geleden is het bedrijf in Boekarest gestart met een ontwikkelteam omdat het in Nederland te weinig techneuten kon vinden. Janssen: ‘In Roemenië vind je nog volop universitair geschoolde software-ontwikkelaars en testers. In Boston zit nu ook een ontwikkelteam. Dat houdt zich bezig met het bouwen van een eigen datawarehouse en analysesoftware. We willen in 2017 klanten nieuwe dashboards aanbieden met reportingtools.’
De meeste ontwikkeltools die het bedrijf gebruikt, zijn Microsoft-gebaseerd; voor de engines gebruiken de ontwikkelaars de programmeertalen C Sharp, C++ en html5, voor het front-end framework Bootstrap en voor de mobile clients onder meer Angler. ‘We houden nieuwe ontwikkelingen in de gaten en die we interessant vinden, proberen we te incorporeren’, zegt Janssen. ‘Je moet continu innoveren, ook om je eigen software goed te kunnen blijven onderhouden. De klant heeft er in eerste instantie weinig aan, maar op de langere termijn wel.’
Hij geeft als voorbeeld het schrijven van een devicedriver voor de beveiligingslaag van de software. ‘Dat is een van de moeilijkste dingen om te ontwikkelen, omdat je dan diep ingrijpt in het besturingssysteem. Toch hebben we dit acht jaar geleden op de schop gegooid en zijn we opnieuw begonnen. We hebben toen een filterdriver gebouwd die kleiner en efficiënter is en met minder kans op fouten. Een sprong vooruit, maar zoiets bouwen kost je uiteindelijk wel een jaar.’
Amerikaanse markt
Om de groei in het bedrijf te continueren en te investeren in nieuwe productontwikkelingen aan de mobiele kant – nieuwe partijen als Appsense melden zich als concurrent – zoekt RES eind jaren 2000 naar extra kapitaal. De Bosschenaren halen in 2009 eerst circa negen miljoen euro bij de Amerikaanse investeerder Updata Partners op. Een jaar later volgt een extra bedrag van 4,7 miljoen euro, neergelegd door het Vlaamse fonds Gimv. Het overgrote deel van het geld steekt RES in de expansie naar de VS met onder andere de opening van een kantoor in Philadelphia.
Begin dit jaar regelt het bedrijf een extra investering van tien miljoen dollar bij het Amerikaanse Orix Ventures. De ambities zijn stevig. Het kapitaal is bedoeld voor de verdere groei in Amerika en op termijn de overstap naar Azië. De vorig jaar van Citrix overgestapte ceo Al Monserrat spreekt van een ‘reis die hij met RES de komende periode wil maken’. De topman ziet veel kansen liggen in het automatiseren van servicedeskprocessen. Hij stelt dat er rond de traditionele werkplekomgeving nog veel handmatige werkzaamheden plaatsvinden, bijvoorbeeld om te zorgen dat een nieuw personeelslid wordt voorzien van een account, computer, mobiele telefoon en toegangspas. ‘Zo’n intake-proces kan vooraf al grotendeels automatisch worden ingeregeld. Dat scheelt in de kosten en is veiliger. Bovendien voelt zo’n kersverse werknemer zich ook gelijk thuis, in plaats dat alles op zijn eerste werkdag nog geregeld moet worden. Een ander voordeel zit aan de governance-kant. Door alles te automatiseren krijgt een it-afdeling de complete controle over de processen in de werkplekomgeving.’
Monserrat schat in dat zo’n 80 tot 90 procent van de taken geautomatiseerd kan worden middels (selfservice)tools. De rest, zoals een nieuwe mobiele applicatie of een unieke werkgerelateerde tool, kan een it-afdeling via een click-model in de RES Store toevoegen. Daardoor kan ook het aantal helpdesktickets fors naar beneden. ‘Het merendeel van technische fouten heeft een menselijke oorzaak. Hoe meer menselijk interventies worden geëlimineerd, hoe minder risico je loopt.’
De gemiddelde werkruimte bestaat vandaag de dag uit fysieke applicaties, virtuele applicaties en software as a service (SaaS)- en webapplicaties. Deze verschillende type applicaties maakt het beheren ervan complex. ‘Bij RES bieden we een container om al deze applicatie-vormen heen. Wij hebben tegenwoordig naast de Workspace Manager de beschikking over de tools RES Service Store en RES Automation die klanten kunnen integreren met hun personeelszaken- of helpdesksysteem waardoor selfservice mogelijk wordt.’
Geen utopie
RES draaide in 2015 een omzet van zo’n vijftig miljoen euro. Er werken inmiddels circa 350 man bij het bedrijf, dat wereldwijd ruim drieduizend klanten in dertig landen bedient. Hoewel de topman de komende tijd de meeste groei in de VS verwacht, ziet hij op de Nederlandse markt, wat voor RES met zo’n twaalfhonderd klanten een solide klantenbasis vormt, nog genoeg groeikansen liggen, net als in België. Verder wil het bedrijf dit jaar uitbreiden in Scandinavië, Duitsland en Groot-Brittannië, onder meer door het aantrekken van nieuwe partners en het versterken van het verkoopkanaal. Overnames worden niet uitgesloten, daarbij gaat het dan om het binnenhalen van specifieke technologie.
Monserrat ziet het als zijn opdracht om de internationale markt uit te leggen dat een volledige digitaal beheerde werkplekomgeving geen utopie is. De RES-ceo maakt graag de vergelijking met een pinautomaat. Niemand stuurt van te voren een e-mail of pleegt een belletje naar de automaat om geld te vragen en dat er dan vervolgens iemand met het gevraagde bedrag naar je toekomt. ‘Door de interactie met de machine weet die machine wie ik ben. Het apparaat kan zelfs op basis van eerdere handelingen een inschatting maken welk bedrag ik wil opnemen en kan zijn dienstverlening daar op afstemmen. Zulke interactie is ook in een helpdeskomgeving mogelijk.’
Dit artikel is ook gepubliceerd in Computable Magazine 7, 9 september 2016
Al Monserrat heeft voordat hij in 2015 als ceo bij RES aantrad, zo’n vijftien jaar bij Citrix Systems gewerkt. Daar maakte hij deel uit van het directieteam en was hij onder meer verantwoordelijk voor de wereldwijde verkoop- en dienstenafdeling van het bedrijf. Voordat hij bij Citrix begon, werkte Monserrat bij de it-adviesfirma Innovex Group en Andersen Consulting. Monserrat heeft een business-opleiding gevolgd aan de Universiteit van Texas (Austin) en bezit een graad in computerwetenschappen (Universiteit van Miami).
Bob Janssen kwam al op jonge leeftijd in contact met de ict-branche: zijn moeder werkte bij Kooijmans Software (assurantiebranche). Hij schreef op elfjarige leeftijd zijn eerste computerprogramma in Basic, maar een latere informaticapleiding aan de TU Eindhoven vond hij te theoretisch en brak hij af. Daarna volgde hij een studie bedrijfskundige informatica aan de Hogeschool Fontys in Tilburg. Hij werkte achtereenvolgens als systeemadministrator/ontwikkelaar bij Air Liquide en als informatie-architect bij Schenker voordat hij in 1999 RES oprichtte.
Pareltjes
In deze rubriek worden bedrijven geportretteerd die een opvallende rol hebben gespeeld of nog spelen in de Nederlandse ict-wereld.