De regio Amsterdam behoort samen met Frankfurt, Londen en Parijs tot de datacenterhubs van Europa. Maar de Nederlandse datacentermarkt is meer dan Amsterdam. De afgelopen jaren openden talloze datacenters hun deuren, multi én single tenant.
Uit de studie ‘The Dutch Data Center Report’ van ict-onderzoeksbureau Pb7, in opdracht van de Dutch Datacenter Association, blijkt dat Nederland ruim tweehonderd datacenters telt die in totaal goed zijn voor ruim 250.000 vierkante meters vloeroppervlak. Het gaat hier wel om multi tenant-locaties: datacenters die ruimte verhuren in de vorm van housing of colocatie. De single tenant-locaties, waarbij de serverracks voor intern gebruik zijn, tellen hierin niet mee, net als de megadatacenters van Microsoft en Google.
Concentraties
Van die ruim 250.000 vierkante meters neemt de provincie Noord-Holland (lees regio Amsterdam) wel het grootste deel voor haar rekening: bijna 160.000 vierkante meter (63 procent). Maar wanneer Amsterdam, die zich vooral richt op de internationale markt, buiten beschouwing wordt gelaten, dan valt op dat er ook sterke concentraties datacenters zijn rond onder meer Rotterdam, Eindhoven, Groningen en Twente. Dit soort locaties bedient regionale klanten, uiteenlopend van het midden- en kleinbedrijf tot aan multinationals
Onderzoeker Peter Vermeulen van Pb7 ziet ook regionaal het aantal single tenant-datacenters groeien, al was dit niet de focus van het onderzoek. De Belgische ict-dienstverlener Cegeka opende bijvoorbeeld in december vorig jaar een nieuw datacenter in het Nederlandse Geleen. Het bedrijf biedt vanuit deze energie-efficiënte locatie clouddiensten aan de eigen klantenkring. De locatie van het nieuwe datacenter in Zuid-Limburg, tegen de Belgische maar ook Duitse grens, is niet toevallig: met de overname van Brain Force heeft Cegeka er in korte tijd veel Nederlandse en Duitse klanten bijgekregen.
Betrouwbaar
Een sprekend voorbeeld van een regionaal opkomende multi tenant-speler is de Bytesnet Groep. Die positioneert zich als strategische partner voor datacenter- en cloudoplossingen in de regio’s Groningen en Rotterdam. Het bedrijf heeft datacenters in Rotterdam en Groningen én een dienstverlenende/adviserende tak. Klanten in de regio’s kunnen terecht voor flexibele clouddiensten, consulting en detachering. Geïntegreerde datacenteroplossingen, noemt de Bytesnet groep dit. Volgens algemeen directeur Cees de Jong zijn bedrijven en organisaties steeds vaker op zoek naar hoogwaardige regionale datacenteroplossingen. De afhankelijkheid van ict wordt steeds groter en dan biedt een regionaal datacenter voordelen, aldus de Jong.
Wat opvalt, is dat zijn bedrijf in de regio Rotterdam/Den Haag nauw samenwerkt met andere datacenterexploitanten, zoals Dataplace uit Alblasserdam en The Datacenter Group Delft. Dataplace vormt bijvoorbeeld met Bytesnet een regionaal twin-datacenter. Die samenwerking maakte het mogelijk een aanbesteding te winnen bij het CAK (Centraal Administratiekantoor), een uitvoeringsorganisatie in de zorg- en welzijnsector die naar een redundante datacenteroplossing zocht.
Ook The Datacenter Group laat zien dat kleinere, betrouwbare datacenters ook aanbestedingen kunnen winnen. De datacenterexploitant wist zo onder andere de gemeente Delft en onderzoeksinstelling annex museum Naturalis Biodiversity Center uit Leiden als klant binnen te halen.
Dijkring
Kwalitatief ogen de meeste multi tenant-datacenters in orde. Wanneer ze langs de meetlat van het Uptime Institute worden gelegd, heeft het merendeel een inrichting die vergelijkbaar is met Tier III. Alleen KPN heeft met zijn datacenter in Eindhoven het hoogste niveau behaald en een officieel Tier IV-certificaat in de wacht gesleept.
Het ict-concern heeft de afgelopen jaren gestaag gewerkt aan, zoals KPN het zelf wel eens noemt, een dijkring van datacenters, verspreid over het hele land: Amsterdam, Haarlem, Aalsmeer, Oude Meer, Lelystad, Almere, Rotterdam, Apeldoorn, Groningen en, als tiende datacenter, het vorig jaar geopende Eindhoven. Stelregel is om de datacenters op locaties neer te zetten waar genoeg economische bedrijvigheid is. KPN beschouwt ze als een belangrijke dienst voor zijn klanten waarbij het bedrijf naast voorzieningen ook diensten aanbiedt. Daarmee wil het zich onderscheiden van andere datacenteraanbieders die wel lokaal aanwezig zijn maar geen uitgebreide dienstverlening aanbieden. Klanten kunnen bij KPN zelf hun eigen plekje huren, maar ook alles uitbesteden, tot aan applicatiebeheer aan toe.
Daarnaast vormt het datacenteraanbod een essentieel onderdeel van de strategie om klanten in het mkb stap voor stap naar de cloud te brengen. Bijvoorbeeld door eerst een colocatie-contract te sluiten, waarbij de servers in het datacenter worden gezet om ze daar door KPN te laten beheren. De stap daarna is om de spullenboel in de cloud te zetten.
Overcapaciteit
Pb7-onderzoeker Vermeulen wijst er op dat het bouwen van een datacenter één ding is, maar het vullen ervan een tweede. De grote datacenters in Nederland hebben doorgaans een bezettingsgraad die tussen de 70 en 90 procent ligt. Maar de middelgrote en kleine datacenters komen vaak niet verder dan een graad die tussen de 25 en 50 procent ligt. Dat weerhoudt hen er echter niet van om uit te breiden, nu of de in de komende jaren, want de verwachtingen over een groeiende regionale markt zijn positief.
Alticom bijvoorbeeld is eigenaar van 24 mediatorens in Nederland (meestal oude zendmasten voor radio, tv en telefonie). Het bedrijf bouwt die deels om tot datacenters en verhuurt die aan partners. Samen bieden ze onder meer datacenterruimte aan in Hoogersmilde en Roermond. Of neem Serverius; dat meldde afgelopen februari aan datacenterinrichter ICTroom de opdracht te hebben verstrekt voor het bouwen van een nieuwe module in zijn modulair datacenter in Meppel. ‘In het afgelopen jaar is onze netwerk- en colocatieportfolio sterk gegroeid. Beide datacenters in Dronten en Meppel zijn zo goed als gevuld en onze nieuwe internetnetwerkdiensten zijn populair in binnen- en buitenland. Om aan de blijvende groei van hoogwaardige colocatie te kunnen blijven voldoen willen we een volgende ruimte in het datacenter in Meppel realiseren’, stelde Gijs van Gemert, algemeen directeur Serverius.
Maar niet alle investeringen worden een succes. Zo ging Data Protectors, dat onder andere de voormalige atoombunker in Kloetinge als datacenter exploiteerde, medio vorig jaar failliet en werd er een definitieve streep gezet door het Triple Green Datacenter-initiatief in Zwolle. Vermeulen constateert dat er momenteel een overcapaciteit bestaat aan regionale datacentra. Tegelijkertijd stelt hij vast dat voor vrijwel iedere mkb’er, op wat blinde vlekken in Zeeland en Noord-Nederland na, hoogwaardige datacentercapaciteit ruim voldoende binnen bereik is. ‘Daarvoor hoef je niet naar Amsterdam.’
Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine, jaargang 49, nummer 5, mei 2016
Computable-seminar ‘Data Driven Future’
Wilt u het Computable-seminar ‘Data Driven Future’, dat op 19 mei plaatsvindt in de Jaarbeurs Utrecht, bijwonen? Kijk voor het aanvragen van tickets op ComputableSeminars.nl. Na controle van de gegevens ontvangt de persoon via mail een ticket als gratis toegangsbewijs. Een ticket aanvragen is mogelijk tot en met 18 mei 2016.
Personen die niet vallen onder de doelgroep van cio’s, ict-managers en senior specialisten van de grotere publieke en zakelijke organisaties en dienstverleners die betrokken zijn bij het ict-inkooptraject, kunnen ook bij het seminar aanwezig zijn. Via www.computableseminars.nl kunnen ook tickets worden gekocht.
Onlangs werd duidelijk dat Amsterdam op o.a. voetbal en hockeyvlak niet altijd het beste is.
DIt zou voor datacentra wellicht ook kunnen gelden
(ofwel: de kop boven dit artikel komt over alsof het zo bijzonder is dat er een datacenter buiten Amsterdam bestaat, wat volgens mij niet terecht is)
Amsterdam heeft net als Londen een probleem met de stroomvoorziening waardoor meeste feeds maximaal gezekerd zijn tot 16 Ampère wat tot beperkingen van het vermogen in het rack leidt. Een bezettingsgraad van 50% of minder is dus niet zo heel verwonderlijk als we deze facilitaire beperkingen afzetten tegen de marges per vloertegel. Uiteraard kun je deze net zoals de KPN proberen te verhogen met het idee van ‘Get them in, move them up and keep them there’ door eerst de fysieke consolidatie middels co-locatie te doen en dan de virtuele naar de cloud maar de vraag is hoe realistisch deze strategie is.
@Ed
Misschien een aardig artikel in dat verband: aanvallen op datacenters door middel van een kwaadaardige workload.
http://www.cs.wm.edu/~hnw/paper/NDSS14.pdf