De VAR, de verklaring arbeidsrelatie, is dit jaar vervangen door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). De wet zorgt nu nog voor onzekerheid bij zelfstandige ict’ers. Ook is er nog veel onduidelijkheid rond de wet. Tijd om hierin verandering te brengen. Computable duikt in de wetgeving en spreekt hiervoor met Jan-Willem Reintjes, projectleider DBA bij de Belastingdienst.
‘De VAR is vooral vervangen door de DBA-wet, omdat de VAR in feite gebruikt werd als een soort werkvergunning. Het risico lag voor 100 procent bij de zelfstandigen, terwijl hun opdrachtgevers gevrijwaard waren van naheffingen. Daarom wilden werkgevers vaak alleen maar zakendoen met zzp’ers met een vrijwarende VAR’, aldus de projectleider.
Volgens Reintjes kon de VAR tot schrijnende situaties leiden. ‘Een werknemer werd bijvoorbeeld eerst ontslagen en vervolgens weer als ‘zelfstandige’ door hetzelfde bedrijf ingehuurd, waardoor de medewerker zo’n 30 procent goedkoper was. Wanneer deze schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst ontdekt werd, was enkel de ‘zelfstandige’ de dupe. Vaak belandde hij of zij in de bijstand, als zelfstandige heb je immers geen recht op ww, en kreeg de ‘schijnzelfstandige’ te maken met een navordering van belasting en premies. De DBA-wet zorgt ervoor dat de opdrachtgever medeverantwoordelijk wordt voor de arbeidsrelatie en de Belastingdienst beter kan handhaven.’
Wat houdt de DBA-wet in?
De VAR, die ruim tien jaar heeft bestaan, maakte afgelopen voorjaar plaats voor de DBA-wetgeving. Reintjes beaamt dat er wel kennis nodig is om aan de DBA-wet te voldoen. ‘Bedrijven moeten nu hun huiswerk doen, terwijl dat bij de VAR nauwelijks nodig was. Zelfstandige ict’ers moeten goed kijken naar hun eigen werksituatie en samen met hun opdrachtgever vaststellen of ze wel of niet in dienstbetrekking werken. Dit kunnen ze doen aan de hand van de volgende drie vragen:
1. Is er sprake van loon?
2. Staat de zzp’er onder werkgeversgezag?
3. Kan de zzp’er zich vrij laten vervangen?
Zonder loon is er geen dienstbetrekking, zonder gezag ook niet en zonder persoonlijke arbeidsverplichting, waarbij de zzp’er zich dus vrijelijk kan laten vervangen, ook niet.’
Gezag
De projectleider DBA verduidelijkt wanneer er sprake is van werkgeversgezag en wanneer niet. ‘De opdrachtgever mag invloed hebben op alles wat de uitkomst van de opdracht bepaalt, ook bijsturing in het resultaat is acceptabel. Hij mag zich niet gedragen als ‘meewerkend voorman’, waarbij hij kan aangeven hoe het werk moet worden gedaan. Er kan overigens meer dan veel zelfstandigen en hun opdrachtgevers denken. Zo mag de werkgever eisen dat de zzp’er visitekaartjes van het bedrijf gebruikt en bepaalde kledingvoorschriften opstellen.’
Persoonlijk contract
Werken buiten dienstbetrekking kan ook als er sprake is van ‘vrije vervanging’. Dit houdt in dat de zzp’er de opdracht niet persoonlijk hoeft uit te voeren en vrij is een geschikte vervanger te sturen. De opdrachtgever mag die vervanger niet weigeren, maar hij mag wel bepaalde objectieve eisen stellen, bijvoorbeeld een verklaring omtrent gedrag. ‘Veel zelfstandig ict’ers hebben een eigen netwerk, waardoor ze makkelijk zelf een gelijkwaardige vervanger kunnen aandragen’, meent Reintjes.
Tussenkomst
De DBA-wetgeving kent echter ook haken en ogen. Zo zijn er een aantal situaties die maken dat er toch een dienstbetrekking is, ondanks dat er bijvoorbeeld geen sprake is van werkgeversgezag of persoonlijke arbeid. Ict’ers kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met de zogenaamde ‘tussenkomstfictie’. Hoe zit het bijvoorbeeld met ‘werkgeversgezag’ wanneer er sprake is van een tussenpersoon, bijvoorbeeld een detacheringsbureau? Reintjes: ‘Die tussenpersoon moet dan ook controleren of de ict’er ondernemer is. Dit kan hij doen door te kijken of er sprake is van een KvK-registratie, een btw-nummer en of er afspraken zijn over aansprakelijkheid. Ook moet hier werkgeversgezag van de tussenpersoon of inlener ontbreken. Ik raad aan om een en ander voor de zekerheid op papier te zetten en ook daarna te blijven controleren of de werkverhouding hetzelfde blijft als op papier staat. Tevens kan het zo zijn dat zzp’ers die steeds via eenzelfde intermediair opeenvolgende opdrachten accepteren in een afhankelijke werksituatie komen, waardoor zij mogelijk toch in dienstbetrekking werken. Voor deze situatie kunnen de modellen op onze site worden geraadpleegd.’
Modelovereenkomst
Reintjes beaamt dat er ook veel onduidelijkheid is over het wel of niet gebruiken van een modelovereenkomst. Volgens hem is het als zzp’er verstandig om de volgende stappen te volgen:
1. Is er sprake van een duidelijke situatie? Dus duidelijk een opdracht of een dienstbetrekking? Dan is een modelcontract niet nodig. Het is sowieso niet verplicht.
2. Zo nee, kijk of gebruik van een modelovereenkomst wel duidelijkheid biedt.
3. Is er geen geschikte modelovereenkomst? Maak dan gebruik van de overeenkomst van de branche of de beroepsgroep.
4. Is deze er ook niet? Stel dan een individuele overeenkomst op en laat deze door de Belastingdienst beoordelen.
De projectleider geeft aan dat elke overeenkomst wordt getoetst aan de drie eerder genoemde criteria (loon, gezag, persoonlijk contract). Deze zijn fiscaal relevant. ‘Een concurrentiebeding, schadebepaling of geheimhoudingsverplichting zien we ook vaak, maar deze zijn niet snel voor ons relevant, tenzij het de zzp’er volledig afhankelijk van een opdrachtgever maakt’, aldus Reintjes.
Voorlichtingsmateriaal
Op de site van de Belastingdienst is veel voorlichtingsmateriaal te vinden over de DBA-wet. Ook zijn er DBA-voorlichtingsvideo’s aanwezig op Youtube. ‘Als zelfstandige hoort het erbij dat je een redelijk beeld hebt van de wetgeving die voor je onderneming cruciaal is. Zie het als een investering in jezelf om je te verdiepen in deze wetgeving. Bij twijfel raad ik aan om een en ander altijd te laten controleren door je boekhouder. Mijn advies blijft echter: maak je niet te druk. Wij vinden het belangrijk om zzp’er pas te controleren als er voldoende voorlichting is geweest. Alleen bij zeer duidelijke gevallen staan we op de stoep. Leuker kunnen we het niet maken’, besluit Reintjes.
Zorgen om DBA wetgeving zijn onnodig alleen kent de wetgeving haken en ogen 😛
Tis duidelijk : tis onduidelijk.
beaamt Reintjes.
“Bij twijfel” raadt hij “aan om een en ander altijd te laten controleren door je boekhouder”.
Boekhouder, zou die VAR/DBA-wet expert zijn ? Kan Computable mijn boekhouder dan niet beter interviewen ?
In ieder geval moeten we ons niet druk maken..
Met zo’n gelikt verhaal kan het niet anders dat er een addertje onder het gras zit.