De LCI Technology Group dreigt als een kaartenhuis ineen te zakken. De automatiseerder is niet bij machte de ruim dertig miljoen euro aan schuld bij de Oostenrijkse dochtermaatschappijen op te vangen.
LCI vroeg afgelopen week uitstel van betaling aan. Woordvoerder Lex van Drooge zegt dat deze stap nodig was om "even rust te krijgen in deze krankzinnige zaak". De Bossche automatiseerder heeft meer tijd nodig om de financiering weer op orde te krijgen. Van Drooge spreekt van een tijdelijke maatregel. "Als we er geen heil meer inzien, hadden we wel het faillissement aangevraagd."
Handels- en effectenbank Kempen & Co constateerde begin oktober reeds: LCI liep groot gevaar in liquiditeitsproblemen te geraken door de aanhoudende marktdip. Vlak daarop zag de bank zijn stelling bewezen. De financiële problemen in Oostenrijk, waarvan LCI in september melding maakte, bleken vele malen erger te zijn dan verwacht. Door frauduleuze handelingen bij dochtermaatschappij CCW kwam een niet gedekt deficit van ruim dertig miljoen euro aan het licht. LCI meldde daardoor in liquiditeitsproblemen te zijn gekomen en voerde moeizame onderhandelingen met zijn banken over een herfinanciering.
Het feit dat LCI in september gelijk uitstel van betaling aanvroeg voor zijn Oostenrijkse ondernemingen was eigenlijk al een veeg teken. "Wie zoiets doet, zit slecht bij kas en kan niet bijpassen", zegt analist Tim Kruis van Kempen & Co. Hij wijst als een van de oorzaken van de kasproblemen het gebrek aan inzicht bij het bedrijf aan. "De LCI-holding bestond uit wel 22 ondernemingen. Er was een beperkte managementcontrole, anders zou die zaak in Oostenrijk niet zo hebben kunnen escaleren." Bovendien ondervindt LCI – in het afgelopen boekjaar nog goed voor een omzet van 310 miljoen en een winst van 8,9 miljoen euro – veel last van de huidige malaise op de markt. "Het is ongekend welke klappen de kleinere ict-leveranciers oplopen." Volgens Kruis zit er best potentie in LCI, zoals het netwerkbeheer en de faciliteiten voor elektronisch leren, maar gaan klanten op dit moment vooral met grotere ict-dienstverleners in zee voor zaken als uitbesteding. Dat heeft ook gevolgen voor de Smartpen, de gelauwerde biometrische vinding, waarin het bedrijf continu moet investeren. Kruis: "Die begint steeds meer als een molensteen om de nek van LCI te hangen. Bovendien moeten de ontwikkelkosten, die reeds op de balans zijn geactiveerd als onderhanden werk, wel terugverdiend worden. Alleen blijven de opdrachten uit."
Arbitragetribunaal
Behalve het Oostenrijkse drama loopt voor LCI ook nog steeds de rechtszaak tegen Motorola uit 1998, waarin het 237 miljoen dollar eist wegens contractbreuk. Het arbitragetribunaal Cepina in Brussel heeft nog immer geen uitspraak gedaan.
Sam Asseer is inmiddels als bestuursvoorzitter opgevolgd door Willem Nijboer. Hijzelf gaat leiding geven aan de Smartpen-divisie, zijn liefdeskindje. Mochten er delen van LCI verkocht worden, dan is deze divisie volgens analisten met stip genomineerd.
LCI Computer Groep begon in 1983 als hardwaredistributeur. In 1988 ging het bedrijf naar de Amsterdamse beurs. Onder leiding van de in 1994 aangestelde Iraanse bestuursvoorzitter Sam Asseer ontwikkelde de onderneming zich tot een software- en dienstengroep. In 1999 herdoopte hij de automatiseerder in LCI Technology Group. Van de duizend werknemers werken er circa 150 in Nederland. Het bedrijf was na overnames ook in het buitenland actief. Sterker nog, de Belgische en Oostenrijkse vestigingen zijn en waren groter dan de Nederlandse. "Het wegvallen van Oostenrijk scheelt ons zo’n honderd miljoen euro aan opbrengsten", stelt zegsman Van Drooge.