Topmensen verlaten het bedrijf aan de lopende band en oud-directeur Steve Jobs staat volop in de schijnwerpers sinds hij de rol van interim-leider vervult. Slechts weinig mensen herinneren zich mede-oprichter Steve Wozniak; de stille, zelfs verlegen techneut die op 1 april 1976 samen met Jobs een eigen computerbedrijfje begon.
Het bedrijf waarvan de moeizaam tot stand gekomen naam ontleend zou zijn aan een onderdeel van de lunch uit de beginperiode: een appel. Een naamstraditie die door de jaren heen trouw is volgehouden. Zo staat Macintosh voor een Amerikaanse goudrenet-achtige appel.Wozniak was het technische genie dat vele wonderen verrichtte bij de schepping van de producten van Apple. Zijn bijnaam luidde ‘Woz’; later werd hij zelfs bekend als ’the Wizard of Woz’. Deze betiteling verdiende de nu 47-jarige Amerikaan met zijn slimme ontwerpen die computers toegankelijk maakten voor niet-techneuten. Hij was degene die het voor elkaar kreeg de personal computer uit de sfeer van hobbyisten – zoals hijzelf – te halen.
Het eerste commerciële product van het tweemansbedrijfje was al meteen een volbloed consumenten-apparaat. Deze Apple I was bedoeld voor ‘gebruikers’; mensen die met een computer wilden werken – niet voor elektrotechnici die hun eigen machine wilden bouwen. De eerste ‘echte’ computer was namelijk de Altair, een rechthoekige kast met schakelaars. De Apple I was begin jaren tachtig al een PC zoals die nu nog steeds gebouwd worden: een machine met een toetsenbord en een monitor. Het idee voor dit destijds revolutionaire ontwerp baseerde Wozniak op bestaande gebruiksvoorwerpen in zijn omgeving: de typemachine en de televisie.
Totdat Apple op het toneel verscheen, zag de computer-industrie er namelijk heel anders uit. De èchte computers (lees: grote mainframes en de zogenoemde minicomputers) waren alleen weggelegd voor grote bedrijven. Het bedienen van die zwaar bewaakte en gekoelde apparaten was voorbehouden aan professoren in witte jassen, die als ware priesters hun heiligdom beheerden. Het idee van een persoonlijke computer was nieuw en voor velen lachwekkend; dat was meer iets voor hobbyisten.
Jobs ontdekt Wozniak
Dergelijke hobbyisten waren er genoeg. Deze ‘hardware-techies’ vonden elkaar in allerlei computerclubs. In een daarvan, de inmiddels legendarische Homebrew Computer Club, ontdekte Jobs in 1975 Steve Wozniak. Woz was één van de vele knutselaars van de club. Hij bezat echter iets wat niemand had: een vlot werkende computer die geluid liet horen en kleuren weergaf op een scherm. Deze 25-jarige zoon van een ingenieur bij vliegtuigfabrikant Lockheed deed dingen die men tot dan toe als onmogelijk bestempelde. Maar dat wist Wozniak niet. Hij had dan ook nooit een boek gelezen over het bedenken of bouwen van computers.
Toen hij Jobs ontmoette, was hij weliswaar hardware-ontwerper bij Hewlett-Packard, maar daar werkte hij aan rekenmachines. Een heel ander soort computer, een machine met slechts één enkel doel: sommen maken. De personal computer was juist bestemd om diverse, vaak nog onbekende taken uit te voeren.
Voor de fantasierijke Wozniak lag daarin juist de uitdaging van de microcomputer. Het ontwerpen van die apparaten omschrijft hij als het oplossen van een puzzel; zodra je er één hebt opgelost, begin je aan een moeilijkere. Zo speelde Woz het klaar de beeldaansturing van zijn microcomputers gebruik te laten maken van het gewone werkgeheugen. Dit was een belangrijke stap want chips waren nog schreeuwend duur. En zijn vondst zorgde ervoor dat de Apple I niet alleen bruikbaar, maar ook betaalbaar was voor Jan Modaal. Verder ontwierp hij een 5,25-inch diskettestation voor de Apple II, omdat hij – terecht – veronderstelde dat de schijf populairder dan de cassette zou worden als opslagmedium voor computergegevens.
Intellect, visie en garage
Het succesvolle begin en zelfs het ontstaan van Apple is dus voor een groot deel te danken aan de intellectuele prestaties van deze whizzkid – naast de visie en de garage van Steve Jobs. In die begintijd leunde Apple zwaar op Wozniak. Bijna alle producten ontsproten uit zijn vruchtbare brein. Jobs gokte op succes en regelde kapitaal. Wozniak knutselde verder. In wezen werkte hij aan zijn eigen projectjes. Een grote groep mensen vonden de resultaten daarvan zeer interessant; ze waren in ieder geval bereid er geld voor neer te tellen. Dat bleek pas goed bij de beursgang van Apple in 1980: in één klap waren de twee jonge oprichters multimiljonair en helden van de nerd-gemeenschap.
Niet gelukkig
Tegen die tijd was Wozniak niet meer zo onmisbaar als voorheen. Het succesvolle bedrijf had diverse ingenieurs in dienst die tezamen prestaties leverden die Woz in zijn eentje niet kon opbrengen. Dat werd echter ook niet meer van hem verlangd. Tot zijn spijt bekleedde Wozniak inmiddels een functie waarin hij mensen moest aannemen, sturen en eventueel zelfs ontslaan. De goedaardige computertovenaar had hier moeite mee, in tegenstelling tot Jobs die door velen ‘een geboren leider’ werd genoemd. Althans, in die periode van Apples geschiedenis.
Woz was toen niet meer zo gelukkig bij het bedrijf dat hij zelf had opgericht. Na een ernstig vliegtuigongeluk in 1981, waarbij hij licht geheugenverlies opliep, verliet deze ‘andere Steve’ in 1985 het bedrijf dat hij groot had gemaakt. Mèt 100 miljoen dollar in zijn bezit. Daarvan verloor hij weer 25 miljoendoor het organiseren en produceren van twee rockconcerten. Deze US Festivals waren echter niet de enige minder succesvolle ‘investeringen’ van het Apple-genie. In de loop der tijd is Wozniaks persoonlijke kapitaal stukje bij beetje ingeteerd. Twee mislukte huwelijken, sponsoring van de eerste drie koppelingen van de Space Shuttle met Russische ruimtevaartstations en een Amerikaans technologiemuseum hebben hem veel geld gekost.
Eenvoudige werknemer
Na een afwezigheid van ongeveer tien jaar keerde Steve Wozniak in 1995 weer terug bij het bedrijf dat hem zoveel vruchten had opgeleverd. Niet als hoge functionaris, noch als technisch ontwerper, maar als gewone werknemer met een adviserende functie. Het salaris is daarmee in overeenstemming, een bescheiden – zeg maar symbolische – beloning. En dat is precies zoals hij het wil. De bescheiden Steve Wozniak koopt nog geen computermuis met personeelskorting. Al zijn apparatuur schaft deze man-met-principes aan bij de PC-boer-om-de-hoek.
Zijn werkelijke levensdoel ligt tegenwoordig in het onderwijs. De grondlegger van Apple Computer geeft sinds 1992 les aan kinderen van negen tot veertien jaar. Computerlessen, maar eigenlijk zijn het levenslessen. Volgens Wozniak is het belangrijk dat de jeugd op zijn eigen manier leert omgaan met computertechnologie. De ‘onderwijzer’ predikt dat dit veel meer behelst dan alleen maar een programma kunnen gebruiken. Hij leert de kinderen onder andere netwerken op te zetten, inclusief hubs, routers en software. De apparatuur, vanzelfsprekend Apple-computers, betaalt hij uit eigen zak. Zijn leerlingen lijken het allemaal fantastisch te vinden, getuige een uitspraak van de 11-jarige Ashley Brown: "Steve denkt zoals een kind, dus hij weet hoe wij iets kunnen begrijpen."