Als een David tegen Goliath strijdt Equihold-oprichter Kenneth Berkleef tegen automatiseerder Capgemini. Hij wil genoegdoening voor het faliekant mislukken van de ontwikkeling van de sportmanagementapplicatie 1-2 Focus. Dit kostte Berkleef zijn vennootschap Equihold ruim zes miljoen euro en een hoop potentiële omzet onder sportbonden en sportclubs. Bovendien ging zijn bedrijf failliet. Volgens Berkleef is het vooral misgegaan in India, waar de offshorepraktijk van Capgemini spaghetticode zou hebben afgeleverd. De automatiseerder staat echter op het standpunt dat er niets mis is met de kwaliteit van de code. Een gebrek aan regie bij Equihold zou het project de das hebben omgedaan.
In 2002 ontwikkelde Equihold, een kleine automatiseerder uit Almere, zijn 1-2 Focus Sports Management Solutions-applicatie voor de sportwereld. Het was een toepassing waarmee de prestaties en fysieke gesteldheid van sporters konden worden gevolgd via modules als Management, Sport, Wedstrijd, Medisch, Scouting en Admin. Alle gegevens waren opgeslagen in een centrale database, waardoor de informatie uit de ene module ook door de andere kon worden gedeeld. Gegevens die een trainer of coach bijvoorbeeld invoerden, konden ook worden gezien door de teamarts, fysiotherapeut en technisch manager.
Heilige graal
Equihold was opgericht door een aantal mensen die in de sportwereld actief waren, waaronder voormalig atleet Rufus van Gom, jurist Kenneth Berkleef en ex-profvoetballer en trainer Frank Rijkaard. Het idee was om eerst de voetbal- en hockeywereld te bedienen met de software; in een later stadium zou het vizier worden gericht op sporten als basketbal, cricket, rugby en american football. Zij merkten dat het vergaren, verwerken en analyseren van informatie over sportprestaties binnen sportclubs de afgelopen jaren steeds meer nadruk heeft gekregen. Professionele software voor business intelligence en analytics ontbrak echter nog. In die lacune wilde Equihold met zijn 1-2 Focus-toepassing voorzien.
Mede-oprichter en -aandeelhouder Kenneth Berkleef dacht de heilige graal in handen te hebben. ‘Ik heb een groot netwerk in de sportwereld. Mensen die onze applicatie zagen, waren razend enthousiast. Zo’n applicatie bestond nog niet. Wij hadden de ambitie om het uit te bouwen tot het enterprise resource planning (erp)-systeem voor de sport.’ Equihold wist sportorganisaties als de KNHB en de FIFA te interesseren, net als diverse hockey- en voetbalclubs, waaronder PSV (via Berkleefs contacten met Guus Hiddink). De ABN Amro wilde met de software een proef uitvoeren om – bij het slagen ervan – 1-2 Focus aan te bieden aan alle hockeyclubs die de bank sponsorde.
Van VB6 naar .Net
Via zijn contacten met Johan Cruijff en Frank Rijkaard wist Berkleef zelfs binnen te komen bij FC Barcelona. De Spaanse topclub toonde interesse maar ict-partner Accenture stelde als voorwaarde dat de applicatie moest worden omgezet van een Visual Basic 6-architectuur naar een J2EE- of .Net-framework. Accenture vond VB6 achterhaald; een .Net-omgeving zou beter aansluiten bij internet en een grootschalige uitrol naar zoveel mogelijk sportorganisaties makkelijker maken.
‘Wij hebben vervolgens met diverse ict-partijen gesprekken gevoerd om te bepalen of zij zo’n migratie konden uitvoeren, aldus Berkleef. ‘Op een door mij gegeven workshop op de Hogeschool van Amsterdam kwam ik in contact met een cursist die bij Capgemini werkte en enthousiast was over het product. We raakten aan de praat en via hem ben ik met Capgemini in contact gekomen en koos ik uiteindelijk voor dit bedrijf.’
Rightshoring
Wat hierbij voor Equihold de doorslag gaf, was de professioneel ogende opzet van wat Capgemini de ‘Rightshore-oplossing’ noemde: een combinatie van offshore-ontwikkeling in India met onshore dienstverlening in Nederland. Volgens Capgemini leverde deze mix als voordelen een variabele prijs met in India een uurtarief voor ontwikkeling dat vele male lager lag dan in Nederland, een hoge kwaliteit en uitgebreid risicomanagement. In oktober 2005 sloten beide partijen een raamovereenkomst voor de applicatie-ontwikkeling met als opdracht de broncode van de 1-2 Focus-toepassing te herschrijven met behulp van .Net en C#.
‘Bij Equihold werkte een aantal ict’ers, waaronder mijn hoofdontwikkelaar’, vertelt Berkleef. ‘Tegen hen heb ik gezegd: ‘Capgemini wil het ontwikkelwerk helemaal zelf doen, dus ik haal jullie er vanaf. Zij hebben zich toen samen met TNO bezig gehouden met het bedenken van verdere innovaties voor het product. Achteraf gezien had ik dat nooit moeten doen. Maar ja, de opdracht aan Capgemini leek overzichtelijk: maak eenzelfde product in .Net, zoals we hebben in VB6. Capgemini zou daarbij de RUP-ontwikkelmethode toepassen, Rational Unified Process: een goed gedocumenteerde aanpak waarbij taken, verantwoordelijkheden en vereisten van te voren duidelijk worden gedefinieerd en testen een belangrijk onderdeel vormt om tot een stabiele architectuur te komen.’
PSV
Op papier klonk het goed, maar vanaf oktober 2005 duurt het maanden eer Capgemini de vereisten van de te ontwikkelen code in kaart had gebracht. ‘We kregen dagelijks een team van vijf Cap-medewerkers over de vloer die de VB6-applicatie gingen bestuderen en printscreens maakten van de verschillende schermen, zodat ze in India zouden weten hoe en wat er aan de .Net-versie ontwikkeld moest worden. Ik kreeg er geen goed gevoel bij, maar volgens Cap was het normaal beleid’, stelt Berkleef.
Capgemini richtte in Nederland een front office in en in India een backoffice. De frontoffice was verantwoordelijk voor het projectmanagement en de architectuur; de backoffice voor de ontwikkeling van kwalitatief goede software, zoals in het contract stond omgeschreven. Bij Equihold lag de verantwoordelijkheid voor de acceptatietesten, waarvoor het onder andere samenwerkte met pioniersklant PSV, en het vermarkten van de applicatie.
Naar India
Versie 1.0 van 1-2 Focus in .Net werd in juni 2006 opgeleverd. Capgemini had er inmiddels zestien manjaar ontwikkeling aan besteed en Berkleef was ruim een miljoen euro armer. Alleen, er waren zoveel gebreken dat de applicatie niet werkbaar was. Het team bleek in India ook vervangen zonder dat Equihold daarvan op de hoogte was, aldus Berkleef. ‘De Indiase projectleider vertelde dat dit was gebeurd omdat Capgemini Nederland niet wenste te betalen voor de senior ontwikkelaars in India. Daarop werd besloten junior medewerkers op het project los te laten.’
‘Wij zijn in een later stadium een keer naar India afgereisd’, vervolgt Berkleef. ‘Het werd ons toen ook duidelijk dat het verloop bij de ontwikkelfabriek van Cap groot was. Als je daar één jaar ervaring had, werd je al bestempeld als hoog gekwalificeerde programmeur en was de verleiding groot om over te stappen naar een andere it-leverancier.’
Bugs
Ondanks geruststellende mededelingen en toezeggingen van Capgemini, waarbij de automatiseerder begin 2007 intern ook nog een code review liet uitvoeren met als conclusie dat er niets mis was met de kwaliteit van de code, bleven zich problemen voordoen tijdens het ontwikkeltraject. In juni 2007 werd de applicatie – inmiddels bij versie 5.0 aangekomen na 35 manjaar aan ontwikkeling – voor het eerst uitgeleverd aan klanten, waaronder PSV. In de toepassing zaten zoveel fouten dat er amper mee gewerkt kon worden. Capgemini herstelde sommige gebreken wel, maar dat duurde soms maanden en sommige oplossingen zorgden weer voor nieuwe bugs, zegt Berkleef.
‘Het leek wel alsof Capgemini nooit iets getest had. Wij waren dagelijks bezig om problemen met het gebruik van de applicatie bij afnemers op te lossen. Ik had er inmiddels bijna twee miljoen euro ingestoken, maar de enige houding bij Capgemini was dat de boel werd stilgelegd als ik zou stoppen met betalen. Ik zag geen andere mogelijkheid dan er op te vertrouwen dat Cap de problemen zou oplossen.”
Afhaken
De aanhoudende problemen en grote hoeveelheid bugs leidden echter tot een negatieve spiraal. In 2009 was het geld op en moest Berkleef zijn personeel ontslaan en stoppen met het bewerken van de markt. Hij informeerde potentiële klanten, zoals de hockeybond, dat het product er hoogstwaarschijnlijk niet meer zou komen. De paar klanten haakten ook af; PSV bijvoorbeeld gaf er in maart 2010 de brui aan.
In de dagvaarding voert Berkleef een strofe uit de opzeggingbrief van de voetbalclub op. Hierin klaagt PSV dat het sinds 2009 al drie keer is begonnen met het in gebruik nemen van 1-2 Focus, maar dat Capgemini ondanks telefonische toezeggingen nog steeds geen contact heeft opgenomen om de fouten op te lossen. ‘PSV heeft veel tijd en geld gestoken in een softwarepakket dat nooit volledig operationeel is geworden. Dit is zeer teleurstellend en vandaar ons besluit om er nu onmiddellijk mee op te houden.’
Nieuwe reviews
In 2010, nadat het project definitief was gestrand, kreeg Berkleef bezoek van voormalig hoofdontwikkelaar Roland Schoofs. Die bood aan de software zelf te onderzoeken. Zijn conclusies waren vernietigend: Schoofs haalde er bijvoorbeeld met een tool zo’n tweeduizend bugs uit. Ook stelde hij vast dat de software niet de gewenste gelaagde structuur met business logica had, maar bestond uit een presentatielaag, een datalaag en twee nep-lagen.
Na deze alarmerende vaststelling besloot Berkleef een onafhankelijk bureau, SQMI (Software Quality Measurement and Improvement) in de arm te nemen voor een tweede code-review. De vernietigende conclusie van onderzoeker Graham Bolton, oprichter SQMI, luidde: spaghetticode! Bolton meldde tevens slechts eenmaal eerder slechtere code te hebben onderzocht. Het afschrijven van de code en helemaal opnieuw beginnen was in zijn ogen aan te bevelen.
Miljoenenclaim
Berkleef stelde Capgemini vervolgens eind oktober 2010 aansprakelijk. Hij heeft een claim van 43 miljoen euro neergelegd, opgebouwd uit de 2,4 miljoen euro die Equihold heeft betaald aan Capgemini, inclusief rente, plus het volgens hem ‘enorme potentieel aan omzet dat verloren is gegaan.’ Hij vindt dat er sprake is van wanprestatie en onrechtmatig handelen.
Volgens hem betwistte de automatiseerder de aansprakelijkheid en ging het bedrijf niet in op de onderbouwde vordering van Equihold. Omdat het bedrijf inmiddels blut was en de Rabobank niet mee wilde betalen om de vordering op Capgemini te gelde te maken, nam Berkleef de vordering kort daarna over. Na herhaald aandringen lukt het hem om in het najaar van 2012 opnieuw met Capgemini in gesprek te komen. Nu besloot het ict-concern zelf een audit uit te voeren om de kwaliteit van de code te onderzoeken.
Failliet
De zaak werd echter gecompliceerder nadat de Rabobank het faillissement van Equihold had aangevraagd en dit op 20 februari 2013 werd uitgesproken. Bij Capgemini gingen de deuren weer dicht. Curator Nienke Bobbert van Höcker Advocaten schoot Berkleef echter te hulp. Zij heeft na overleg met de Rabobank en de rechter-commissaris vastgesteld dat de vordering op Capgemini ‘reëel en substantieel lijkt’, ook na een second opinion, blijkt uit de faillissementsrapportages. Bobbert trekt samen op met Equihold en mocht er een schadevergoeding worden uitgekeerd, dan krijgt de curator een deel ervan om alle schuldeisers zoveel mogelijk tevreden te stellen.
Opmerkelijk is de constatering van Bobbert dat het lastig is om met Capgemini over de vordering te praten. Zij heeft samen met Berkleef Cap herhaaldelijke malen gevraagd om het onderzoeksrapport van Software Improvement Group (SIG) dat het bedrijf begin 2013 heeft laten opmaken. Pas na diverse toezeggingen stuurde de automatiseerder een managementsamenvatting met als conclusie dat er weinig met de code mis zou zijn.
Bemiddeling
Er vond nog een bemiddelingspoging via de Stichting Geschillenoplossing Automatisering (SGOA) plaats, maar die mislukte. Inmiddels loopt er bij de rechtbank Midden-Nederland een bodemprocedure die tot een eventuele schadeloosstelling moet leiden. Maar nog steeds, zo schrijft Bobbert, in het meest recente verslag, ‘is het streven om in overleg met belanghebbende partijen een minnelijke regeling te treffen met Capgemini.’
De automatiseerder zelf laat nog weinig van zich horen. Bij de rechtbank ligt een uitvoerige dagvaarding van Equihold met 38 productiestukken. Deze maand moet Capgemini reageren op de stukken van Berkleef. ‘Ik ben heel benieuwd. Capgemini staat op het standpunt dat er met de code niets mis is; hooguit moeten er nog een paar onderdelen bij worden geprogrammeerd. Het bedrijf schuift de verantwoordelijkheid voor het eindproduct af op mij met de opmerking dat het alleen personeel zou leveren. Equihold is in hun ogen als regiepartij de eindverantwoordelijke.’
Weerwoord
Wat wel opvalt is dat Capgemini op zijn website op 30 mei jongstleden een korte apologie heeft geplaatst. Voor zover bekend gaf de automatiseerder, die zich kennelijk toch wat in het nauw gedreven voelde, niet eerder op zo’n manier een reactie. In deze verklaring, getiteld ‘Reactie Capgemini op persoonlijke claim van de heer Berkleef’ schrijft Capgemini dat het ‘met kracht de claim van de heer Berkleef en het beeld dat hij schetst van Capgemini om zijn claim te onderbouwen, verwerpt.’
De automatiseerder vindt dat zijn claim inhoudelijk niet goed is onderbouwd en dat de maximale schadevergoeding niet reëel is, want dertig keer hoger dan in het kader van de contractuele aansprakelijkheid. ‘De claim van de heer Berkleef is gebaseerd op de veronderstelling dat Equihold de volledige regie en uitvoering voor de ontwikkeling van de applicatie aan Capgemini heeft uitbesteed. Dit is feitelijk onjuist. Equihold heeft vanaf het begin uitdrukkelijk de regierol bedongen, waaronder beslissingen over de gewenste ontwikkelrichting, functionaliteit en prioriteit’, aldus het ict-concern.
In gebreke blijven
Volgens Capgemini beschikte Equihold over alle technische kennis om deze regierol te kunnen vervullen en de kwaliteit van de opgeleverde code te controleren. Het bedrijf leverde mankracht en bouwde op aanwijzing van Equihold de gewenste functionaliteit. Problemen ontstonden doordat Equihold specificaties te laat goedkeurde, wijzigingen op het laatste moment doorvoerde, onredelijke deadlines stelde in het licht van (niet-gecommuniceerde) afspraken met klanten en het laten ontstaan van grote betalingsachterstanden, zegt de automatiseerder in zijn verweer.
Het it-bedrijf zegt dat Equihold pas in 2010, nadat er grote betalingsachterstanden zouden zijn ontstaan, heeft laten blijken ontevreden te zijn over de kwaliteit van de code. In de periode 2007-2008, toen de meeste releases werden opgeleverd, stegen de klanttevredenheidscores van de door Capgemini geleverde diensten. Bovendien heeft onderzoek van de Software Improvement Group uitgewezen dat de software niet ondeugdelijk was.
Verboden
Natuurlijk is Berkleef het niet eens met het verweerschrift van Capgemini. Hij zei daarover eerder in Computable dat de regie met betrekking tot de ontwikkelwerkzaamheden weldegelijk bij Capgemini lag. Equihold beperkte zich tot het bewaken van de ontwikkelrichting – voor welke sport moest een applicatie worden ontwikkeld – en het functioneel toetsen van de applicatie. ‘Capgemini hield zich bezig met de werving en selectie van het ‘ontwikkel’-personeel, het toezicht houden op dit personeel, het ter beschikking stellen van software, hardware en communicatiemiddelen aan dit personeel en het beoordelen van dit personeel.’
De oud-directeur van Equihold wijst er op dat directe communicatie tussen Equihold en Capgemini-medewerkers in India tot 1 januari 2007 verboden was en vanaf die datum slechts mogelijk via de door Cap aangewezen ‘liason officers’. E-mailen met individuele programmeurs vond bij zeer hoge uitzondering plaats. ‘Van door Equihold gevoerde regie in deze kan dan ook geen sprake zijn’, vindt Berkleef.
Opmerkelijk is verder zijn opmerking dat het eigenlijk niet mogelijk was de inzet van het Capgemini-personeel uit India kritisch te beoordelen. Berkleef kreeg, naar eigen zeggen, van Roel van Schaik, de toenmalige vice president Capgemini Nederland, te horen dat een lagere beoordeling dan 4.3 (op een schaal van 1- 5) niet werd gewaardeerd en mogelijk tot repercussies zou leiden voor de mensen in India. ‘De vervolgbeoordelingen mochten ook niet lager zijn dan de eerste beoordeling en werden gemakshalve door Capgemini-medewerkers zelf ingevuld. E-mails die deze gang van zaken bevestigen, zijn ingebracht in de gerechtelijke procedure. In dit licht moeten ‘onze beoordelingen’ worden gewogen.’
Frank Rijkaard
Saillant is de opmerking in Caps communiqué over Frank Rijkaard die in diverse stukken in de pers werd genoemd als betrokkene bij de claim. ‘Capgemini is zich niet bewust van enige betrokkenheid van de heer Rijkaard, zijn zaakwaarnemer zegt desgevraagd ook niets van de betrokkenheid van de heer Rijkaard bij de claim te weten.’
Volgens Berkleef een vreemde reactie omdat Rijkaard daar al lang over is geïnformeerd. Bovendien heeft in het bedrijfsblad Face to Face van Capgemini in 2006 een artikel gestaan onder de achteraf onbedoeld ironische titel ‘Three strikes and you’re out’ over de samenwerking met 1-2 Focus. Daarin wordt ook Rijkaard opgevoerd die als toenmalige trainer van FC Barcelona meldt dat de applicatie zijn werk ‘een stuk eenvoudiger maakt.’
Offshoring
Ondanks de dramatische afloop van het project zegt Berkleef niet uit rancune jegens Capgemini te handelen. Hij snapt alleen niet hoe zo’n groot concern met zo’n grote naam in de ict-wereld zo omgaat met projecten. ‘Mij bekruipt het gevoel dat ik niet de enige gedupeerde ben. Het kan toch haast geen toeval zijn dat er de laatste tijd allerlei berichten over mislukte ict-berichten de krant halen, waarbij ook veel ontwikkelwerk in India is uitgevoerd. Kennelijk is het beleid geworden bij grote automatiseerders, waarmee veel geld wordt verdiend. Ik denk dat die hele offshoreconstructie dodelijk is voor de kwaliteit van software.’
Principekwestie
Hij weet nog goed dat hij, nadat hij in Nederland nul op het rekest kreeg, hij ten einde raad contact zocht met de top van het bedrijf in Parijs en hen het dossier stuurde. ‘Het enige antwoord dat ik van de directie terugkreeg was dat ik nog driehonderdduizend euro moest betalen en als ik dat niet snel deed, zij beslag op mijn rekeningen zou laten leggen. Toen was mijn geld al op, maar op dat moment nam ik me voor dat als ik weer wat had verdiend, ik Capgemini op allerlei mogelijke manieren zou gaan bestrijden. Het is een principekwestie geworden.’
Capgemini laat in een reactie op dit stuk weten dat het bedrijf al zijn visie op deze zaak gegeven heeft (namelijk de eerder genoemde persverklaring). ‘Het artikel geeft geen aanleiding om met een nieuwe reactie te komen’, aldus woordvoerder Alexander Kuhn.
“Cap heeft toch een hele bende bankzitters hier in Nederland”
Nog steeds? Er zijn toch een paar jaar geleden meer dan 1000 man uitgezet omdat ze op de bank zaten (danwel omdat Indiersgoedkoper zijn en meer vervolgopdrachteen opleveren wegens prutswerk maar dat zeggen ze niet hardop).
Uiteindelijk had Cap het project gewoon beter moeten doen. Als je een opdracht aanneemt moet je ervoor zorgen dat duidelijk is wat je moet maken en het conform die specs opleveren. Cap had haar klant beter moeten begeleiden.
Lijkt een typische Cap Gemini werkhouding. Vooral veel energie steken in het binnenharken van geld. Maar de klant écht uit de brand helpen? “Nee… Dat staat niet in het contract!”.
Wanneer je een grote partij hebt met veel kennis van zaken over contracten en een aantal mensen op juridische zaken dan kan een samenwerking met Cap Gemini prima werken. Maar voor een wat kleinere speler is het een slecht idee! Spijtig dat dit bedrijf daar zo achter moet komen. Anderzijds hadden ze hier ook redelijk gemakkelijk vooraf achter kunnen komen door in het werkveld wat navraag te doen over Cap Gemini. Dit is redelijk algemene kennis…
Wat hier gebeurde is niets anders dan wat al meerdere jaren een praktijk is in het ERP-wereldje, waar ICT-leveranciers alles beloven, ook al dekt de vlag de lading niet. Het is alleen de omzet van de leverancier die telt, en hoe slechter de verkochte oplossing, hoe meer er aan verdiend wordt. Het lijstje van de meest succesvolle pakketten, die op basis van het gespierde marketing jargon verkocht wordt als oplossing waar alles in zit , maar waar maatwerk en add-on nodig is om een vleugje van wat men hoopte te bekomen na jaren zogezegd operationeel is , is onder experts genoeg bekend. Ook multinationals laten zich vangen, hoe ongelooflijk het ook lijkt.
En dat is al langer een ingeburgerde methode.