Het Nederlandse softwareontwikkelplatform Uniface staat weer op eigen benen. Compuware verkocht het onderdeel begin dit jaar aan de Amerikaanse investeringsmaatschappij Marlin Equity Partners. Directeur Aad van Schetsen krijgt de ruimte en de middelen om vanuit het hoofdkantoor tegenover de Amsterdam Arena te bouwen aan een nieuwe internationale organisatie. Hij heeft tientallen ontwikkelaars en ondersteunende medewerkers nodig, wil het partnerkanaal uitbreiden en investeert in de ontwikkeling van nieuwe cloud- en mobiele tools.
Uniface gold in de jaren tachtig en negentig als een van de softwareparels van de Nederlandse ict-sector, samen met onder andere Baan Company en USoft. In 1994 is Uniface verkocht aan Compuware. Waarom wilde het Amerikaanse softwarebedrijf er na ruim twintig jaar weer vanaf?
Aad van Schetsen: Compuware bestond uit zes productlijnen, waaronder Uniface, die de laatste paar jaar al behoorlijk zelfstandig opereerden. Op een gegeven moment is er door de top van het bedrijf, mede onder de druk van de markt en hedgefunds, besloten om meer focus aan te brengen in de organisatie. Daarop volgde het besluit om een aantal onderdelen te verkopen, zoals Uniface, Changepoint en Professional Services. Het onderdeel Covisint was al naar de beurs gebracht. Compuware gaat nu met een kleinere organisatie verder met mainframe-ontwikkeltools en application performance management.
Die investeringsmaatschappij Marlin Equity Partners, wat is dat voor een club?
Dat is een grote club met een goede reputatie en ervaring in ict, met name in telecom. Marlin stapt er in voor de langere termijn en wil in Uniface investeren. Er is kapitaal beschikbaar om het bedrijf en ons softwareontwikkelplatform uit te bouwen, en voor eventuele overnames. Het is geen investeerder die bedrijven uitmelkt en alleen voor de maximale winst gaat. Bij het verkoopproces zijn we niet over één nacht ijs gegaan en hebben we met diverse partijen gepraat. Ik heb aan keuze voor Marlin een goed gevoel overgehouden.
Investeren
Wat zijn de plannen voor de komende tijd?
We gaan weer een compleet nieuw bedrijf rond Uniface opbouwen vanuit Nederland. Dat schept werkgelegenheid; daar zal het ministerie van Economische Zaken blij om zijn. Allereerst zoeken we ontwikkelaars die nodig zijn om verder te investeren in webservices, het werken in de cloud en de mobiele mogelijkheden van ons platform. Eind dit jaar komt de geheel vernieuwde versie 10 van ons platform uit. De werving doen we vooral via universiteiten en hogescholen. Dat deden we al een tijdje en het lukt redelijk goed om kandidaten binnen te halen. We zoeken ontwikkelaars voor het complexe technisch werk; die het bijvoorbeeld leuk vinden om compilers te bouwen. Daarnaast hebben we ook ondersteunend personeel nodig, bijvoorbeeld voor de financiële afdeling.
Gaan jullie ook investeren in het verkoopapparaat?
Ja, maar dan vooral in het partnerkanaal. Wij gaan zelf niet meer met onze ontwikkeltools langs de deur, bij wijze van spreken. Die tijd is voorbij. We moeten ons partnernetwerk Universum uitbreiden. Uniface heeft drie soort partners: partijen die ons platform gebruiken om er applicaties mee te bouwen en te verkopen. Dat is een wereldwijde business, goed voor de helft van de omzet. Dan zijn er partners die met ons platform projecten uitvoeren bij hun klanten en er is nog een groep wederverkopers voor een aantal landen buiten Europa, zoals Mexico, Brazilië, Japan en Israël.
Internationaal
Wat heeft de periode onder Compuware eigenlijk opgeleverd?
Onder de vlag van Compuware is Uniface sterk internationaal gegroeid. Onze klantenbasis zit overal ter wereld; er zijn zo’n zestienhonderd klanten. De laatste paar jaar was er echter te weinig aandacht binnen Compuware voor ons, behalve voor onze winst. Nu Uniface opnieuw op eigen benen staat, kunnen we weer met volle energie werken aan een hernieuwde uitbouw.
We kunnen ook efficiënter opereren en sneller reageren als kleiner bedrijf met 120 man. Bij Compuware hadden we natuurlijk altijd te maken met het concern. Gelukkig zijn de ontwikkellab en diverse ondersteunende functies altijd in Nederland gebleven, dus helemaal opnieuw beginnen in Amsterdam hoeven we ook niet. En we blijven natuurlijk samenwerken met Compuware, omdat we veel dezelfde klanten bedienen. Je kunt niet ineens doen alsof je mekaar niet meer kent. Dat vinden klanten gek.
Uniface heeft ook buitenlandse vestigingen, toch?
Ja, een vestiging in de Verenigde Staten in Detroit. Daar zit een man of tien. Verder heeft Uniface een vestigingen in het Britse Maidenhead. Beide kantoren zitten nog bij Compuware. Daar moeten we nog zaken aanpassen. Daarnaast komen er Uniface-kantoren in Parijs en Tokio en mogelijk in Australië.
In Detroit kom ik trouwens graag. Het heeft een slechte naam van een stad in verval maar dat is een eenzijdig beeld. Compuware is bijvoorbeeld bewust vanuit een buitenwijk naar de binnenstad getrokken en zit nu op een plek waar een warenhuis stond. Downtown bruist het van de economische activiteiten en er vestigen zich allerlei startups. Je kunt er ook heerlijk eten.
Toolkit
Uniface is een van de weinige Nederlandse softwareproducten waarmee wereldwijd is en wordt ontwikkeld. Komt dat door de programmeurvriendelijke omgeving – een ‘4GL RDBMS Rapid Application Development (RAD) environment’ – waar het platform om bekend staat?
Ja, en omdat het platform van Uniface geschikt is voor complexe projecten met duizenden componenten en veel functiepunten. Daarin maken we het verschil. Met Uniface kan ook een schil worden gelegd om bestaande applicaties, waarmee vervolgens gegevens kunnen worden uitgewisseld en gemuteerd. Als de code van een systeem goed is en het systeem werkt, waarom zou je het dan niet laten draaien? In zo’n schil schermen we de programmeerfunctie van de fysieke implementatie af en trekken we de bestaande technologie naar binnen.
Uniface is een toolkit die de zekerheid biedt dat een project binnen budget en tijd kan worden opgeleverd. Ons standpunt is dat je een applicatie maar één keer hoeft te bouwen om ‘m daarna zo vaak uit te rollen waar je waar wilt. Een met Uniface ontwikkelde toepassing moet overal kunnen draaien. Daar investeren we in. Sinds versie 9.4 werken we bijvoorbeeld voor internettoepassingen met Ajax-technologie.
Wat voor soort klanten gebruikt Uniface-toepassingen?
Dat varieert, maar het zijn vaak wel klanten die werken met transactierijke bedrijfsprocessen. Zo gebruikt een Amerikaanse organisatie een Uniface-systeem voor bloedanalyses. In Groot-Brittannië heeft de centrale overheid een schil over bepaalde legacy-applicaties gelegd om voortaan gelijktijdig gegevens met regio’s te kunnen uitwisselen. Of neem het Britse Phonehouse: dat stuurt al jaren zijn tweeduizend winkels in Europa aan met een zelfgebouwde Uniface-applicatie.
In Nederland hebben bedrijven als KLM, KPN en Prorail Uniface-systemen draaien; het zijn meestal primaire systemen die het altijd moeten doen. Ict-partijen als Raet, Centric en Pinkroccade passen onze technologie toe. Pinkroccade kocht bijvoorbeeld een paar jaar geleden Planconsult, dat software voor de sociale diensten ontwikkelt. Met Uniface!
Oergeneratie
Een drijvende kracht achter Uniface en de verkoop aan Compuware was ict-ondernemer Bodo Douqué. Heeft hij nog gebeld na het nieuws dat ‘zijn bedrijf’ weer op eigen benen staat?
Nee. Ik ken hem ook niet goed. Ik ben in 1992 bij Compuware begonnen als bescheiden verkoper. Hij was toen de grote baas. Ik ben hem wel eens tegenkomen maar tot een echt gesprek kwam het niet. De oergeneratie is inmiddels ook verdwenen. Je had ook de groep ontwikkelaars rond de in 2003 overleden Frits Kress, die aan de wieg stonden van het Uniface-product. De laatste van die groep is een paar jaar terug met pensioen gegaan.