Sake Algra is een jaar actief als algemeen directeur van CGI in Nederland. Het overgenomen Logica is inmiddels volledig geïntegreerd in het Canadese ict-concern en het portfolio voor de Nederlandse markt is aangescherpt. It-modernisering, outsourcing, cybersecurity, big data, mobility, internet of things; er valt genoeg te doen. De tijd is aangebroken om weer vol gas te geven, aldus Algra.
‘Members’, zo noemt CGI zijn medewerkers. De Canadese ict-dienstverlener – omzet 10,5 miljard Canadese dollar (circa 7,73 miljard euro), 68.000 medewerkers – beschouwt hen als ‘leden van een club’ in plaats van ‘gewone werknemers’. Elke ‘member’ kan ook mede-eigenaar van het bedrijf worden. Daarvoor is een aandelenspaarprogramma opgezet, enigszins vergelijkbaar zoals dat vroeger bij CMG bestond.
‘Voor elk aandeel dat je koopt, krijg je er vanuit de organisatie een extra aandeel ‘cadeau’ bij’, vertelt Sake Algra, senior vice president en general manager CGI Nederland. ‘CGI wil op deze manier de betrokkenheid van het personeel verhogen. Onze topman, Michael Roach, trekt in dit verband wel eens de parallel met het rijden van een eigen auto of een gehuurde auto. ‘Heeft iemand ooit zijn huurauto zelf gewassen?’, vraagt hij dan.’
Forse klus
Het in 1976 Conseillers en Gestion et Informatique (CGI) was tot voor de overname van Logica in augustus 2012 nauwelijks bekend in Nederland. Als Canadees bedrijf valt het qua bedrijfscultuur tussen Anglo-Amerikaans en Continentaal-Europees in, vindt Algra. ‘Het is een soms wat schizofrene cultuur. Aan de ene kant een extreme focus op de bedrijfsvoering en de dagelijkse gang van zaken. Aan de andere kant een sterke klantbetrokkenheid en focus op medewerkers. Er is veel aandacht voor de lokale omstandigheden. Wij rapporteren bijvoorbeeld in euro’s en communiceren zoveel mogelijk in het Nederlands. Het idee erachter is dat niemand zich belemmerd hoeft te voelen om zich te uiten. Je moet je prettig kunnen voelen in je eigen taal, ook in de omgang met klanten.’
Algra werd in juni 2014 aangesteld als directeur CGI Nederland. Zijn voorganger Ron de Mos, die de wereldwijde Shell-groep van CGI is gaan leiden, had de taak het overgenomen Logica na een reorganisatie te integreren. Een forse klus, waarbij ook het erp-systeem Unit4 Agresso moest worden gemigreerd naar de Oracle- en Peoplesoft-oplossing van CGI. Al heeft het Canadese bedrijf voor dit soort processen templates liggen om een acquisitie in te passen in zijn organisatieraamwerk.
Het gas erop
‘Na de integratie hebben we het afgelopen jaar vooral de tijd genomen om onze drieduizend medewerkers te laten wennen aan de bedrijfscultuur van CGI en om heel goed naar ons portfolio te kijken. Waar ligt op de Nederlandse markt onze kracht; wat zijn onze belangrijkste referenties en wat kunnen wij vanuit onze andere CGI- landen wereldwijd hier aanbieden?’ Volgens Algra is het moment aangebroken om vol gas te geven op de ict-markt in Nederland; het bedrijf wil zich ook meer laten zien en is ook weer gestart met wervingscampagnes. Daarbij wil het bedrijf vooral jonge mensen aannemen die het zelf wil opleiden.
Een groot verschil met Logica en daarvoor CMG is dat CGI veel nadrukkelijker naar de markt kijkt en oplossingen bedenkt, vindt hij. Er worden op regelmatige basis klanteninterviews gehouden, net als medewerkersenquêtes en management- en personeelsbijeenkomsten waar de (jaar)resultaten en de nieuwe plannen worden toegelicht. Algra: ‘De directie in Canada verwacht ook van het management dat het zich nadrukkelijk bezighoudt met wat klanten willen. Door die focus zijn we beter in staat om onze meerwaarde te laten zien en bijvoorbeeld Indiase partijen of niche-spelers te verslaan.’
Experts invliegen
De ict-dienstenmarkt is nog steeds een moeilijke markt, al neemt de krimp af, merkt Algra. Hij voorziet een kanteling naar groei aan het eind van dit fiscale jaar van CGI of aan het eind van het vierde kwartaal van het kalenderjaar 2015. De directeur ziet bij de centrale overheid nog steeds een druk op de ict-budgetten, daar waar de financiële sector aan het herstellen is. ‘Met name bij banken en verzekeraars; pensioenfondsen zijn altijd wel steady geweest. Daarnaast geeft de commerciële sector een divers beeld; dat middelt zich wel uit met opstekers en tegenvallers. Bedrijven als DSM en ASML zijn nu bijvoorbeeld sterke stijgers.’
De gouden jaren dat klanten vanzelf langskwamen komen niet meer terug, benadrukt Algra. In zekere zin vindt hij dat ook een zegen. ‘Als bedrijf word je daardoor meer uitgedaagd; laat maar zien wat je kan en welke innovatieve oplossingen je voor klanten kunt denken waarmee ze bijvoorbeeld sneller naar de markt kunnen met een product, kosten kunnen besparen of nieuwe markten kunnen betreden. Medewerkers kunnen ook een innovatieplan indienen en budget krijgen om dit te realiseren. Het voordeel van werken bij CGI is dat we onderdeel zijn van een financieel gezond bedrijf met 68.000 mensen. Er vinden elders ook interessante dingen plaats. Dan kun je ook eens expertise invliegen vanuit andere CGI-vestigingen in de wereld.’
Hot topic
Hij wijst op cybersecurity. Dat thema speelt echt bij klanten; CGI Nederland heeft dit opgepikt en samen met lokale en buitenlandse experts een dienstverlening voor klanten opgezet. Daarbij wordt het Nederlandse team ondersteund door het cyberinformatiecenter in Canada. ‘Wij zien dit als een groeimodel. Er zijn 550 miljoen cyberattacks per maand. Dan is het logisch dat dit thema als rode draad door onze activiteiten loopt. Overal waar we praten, is dit een hot topic.’
Andere domeinen waarop CGI zich richt is de modernisering van legacy-omgevingen bij klanten, outsourcing, mobiliteit, big data en internet of things (IoT). Het bedrijf heeft bijvoorbeeld een IoT-oplossing voor de Nederlandse Spoorwegen bedacht: de iNStapp, een app waarbij reizigers kunnen zien waar in de trein zitplaatsen beschikbaar zijn en waar de faciliteiten zich bevinden in de treinstellen. Of neem de smartgrid-platforms die CGI aan nutsbedrijf Alliander en Rijkswaterstaat heeft geleverd. Hiermee kunnen op afstand slim gemaakte objecten in de openbare ruimte, zoals lichtmasten, worden beheerd.
Eigen IP
CGI richt zich vooral op de bovenkant van de markt. Transport, energie, rijksoverheid, financiën en industrie zijn belangrijke sectoren. Bekende klanten zijn onder andere ING, NS, Prorail, Rijkswaterstaat, UWV, APG, KLM, Shell, EDSN en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Algra wil wel meer focus gaan leggen op nieuwe klanten en marktgebieden, zoals de zorg en de decentrale overheid. Die laatste sector is opvallend, omdat CGI zich daar juist een paar jaar geleden grotendeels uit terugtrok, onder meer uit de gemeentelijke midoffice-joint venture met Govunited en Green Valley.
Toch vindt Algra een terugkeer een logische keuze. ‘Wij zijn nu veel meer gericht op het samenstellen van een portfolio voor deze markt. Er gebeurt ook enorm veel met het afstoten van het Rijk naar gemeenten. Je moet altijd oppassen wanneer je nieuwe dingen ontwikkelt voor een nieuwe markt; dat is een combinatie die niet altijd handig is. Bij Logica bestond de neiging om voor elke klant een oplossing te bedenken. CGI is er op gericht om zijn eigen oplossingen te vermarkten.’
De ambitie is om in 2019 30 procent eigen IP-oplossingen in huis te hebben, zegt Algra. Het it-moderniseringsportfolio met assessments en legacyvernieuwing is zo’n voorbeeld van eigen IP. CGI let scherp op hergebruik van oplossingen, zoals Burgernet 2.0, dat het bedrijf heeft ontwikkeld en nu beheert. Burgernet is een samenwerking tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te vergroten. Bekeken wordt of dit burgerparticipatienetwerk ook in andere landen kan worden opgezet. In het Rotterdamse hoofdkantoor is kortgeleden een demoruimte – het Spark Innovation Centrum – geopend om klanten te laten kennismaken met dit soort eigen oplossingen.
Geen vies woord
Het merendeel van de omzet in Nederland – circa vierhonderd miljoen euro – komt voorlopig nog uit het detachering. ‘Dat is geen vies woord geworden, hoor, stelt Algra. ‘Het is gewoon een contractvorm en voor ons een belangrijke activiteit. Wel doen we het liefst detachering als voorkeursleverancier waarbij we langetermijncontracten kunnen afsluiten en het niet alleen om de laagste prijs gaat. Bij het pure detacheren, voor iedere opdracht een contract afsluiten, kun je je als leverancier in concurrentie met andere partijen toch moeilijker onderscheiden.’
De verhouding korte versus lange termijn-projecten ligt momenteel nog op 70/30 procent. Het streven is om uiteindelijk een verhouding 50/50 te bereiken. Volgens Algra is het vooruitzicht om dit jaar uit te komen op 65/35 procent. De omzet – rond de vierhonderd miljoen euro – is groeiende, maar hij merkt nog wel een druk op de winstmarge. ‘Uiteindelijk worden we hogerhand afgerekend op structurele omzet- en winstgroei in de komende jaren.’
In Nederland heeft CGI een goed uitgangspunt op de ict-markt; elders in Europa en daarbuiten zoekt het bedrijf naar nieuwe overnames om ook daar een positie als sterke systeemintegrator op te bouwen. Algra: ‘CGI wil altijd groeien: het bedrijf zit in een consolidatiemarkt. Dan moet je zorgen dat je niet op het menu komt te staan maar steeds naar het menu kan kijken.’
Dit artikel is eerder in verkorte vorm verschenen in Computable magazine jaargang 48, nummer 6, zomer 2015.
Strakke franchise-opzet
CGI hanteert een strak managementsysteem dat wereldwijd is ingevoerd om het bedrijf te runnen. Dat systeem bestaat uit een set van processen, zoals voor verkoop, klantcontact en delivery, die door iedereen gevolgd wordt, tot aan de kpi’s, tools, formulieren en slidesets toe. Ook gemaakte afspraken over de te behalen resultaten staan er in, maar bijvoorbeeld ook over personeelsbeleid. ‘Wanneer je als manager afspreekt dat je voor een bepaalde tijd honderd mensen op training stuurt, en je maakt die afspraak niet waar, dan krijg je daar constant meldingen over tot je de target wel hebt gehaald. Maar ook personeelsleden worden gehouden aan afspraken en gewezen op de do’s en don’ts in de organisatie. De governanceprocessen hiervoor zijn intern krachtig geborgd’, vertelt Sake Algra, algemeen directeur CGI Nederland.
Elk kwartaal worden de cijfers op wereldwijd niveau gepresenteerd en wordt samen met de hoofddirectie bekeken of bijsturing van de plannen nodig is. Deze aansturing mag streng overkomen, het zorgt wel voor transparantie, stelt Algra. ‘Bovendien krijg je als landenvestiging veel vrijheid om zaken naar je hand te zetten. Ja, er is een global management framework, maar daarbinnen heb je zelf de keus met welke klanten je schakelt en welk portfolio je aanbiedt. Ik vergelijk het wel eens met een franchise-opzet. Dat maakt ons wel anders dan menig ander groot ict-concern waar van hogerhand wordt afgedwongen wat de koers is.’
Zo staan in dit derde kwartaal – CGI heeft een gebroken boekjaar dat tot oktober loopt – de gesprekken met klanten op de planning over hun marktsituatie, investeringsplannen en behoeften op it-gebied. ‘Voor hen zijn die gesprekken ook interessant omdat zij dan horen wat er bij hun peer-groeps speelt, wat de business thema’s zijn’, zegt hij. ‘Dit soort reviews voert CGI wereldwijd; in totaal ruim duizend. Die gesprekken verlopen heel gestructureerd. Klanten en medewerkers zien na de uitwerking concreet terug wat we ook met de inhoud doen.’
Daarnaast vullen medewerkers een enquête in over wat er in hun ogen gebeurt in de markt en waar CGI staat, wat ze goed vinden gaan en wat beter kan. Gemiddeld genomen doet bijna vijftig procent dat. ‘In juni volgt dan een managementsessie op groepsniveau waarbij we onze bevindingen bespreken. CGI stuurt dit soort zaken strak aan. Aan het eind van elk boekjaar worden per regio ook nog eens grote kick-off bijeenkomsten voor al onze members georganiseerd waar de hoofddirectie de jaarresultaten toelicht en uitlegt wat de nieuwe plannen zijn.’
Zo te zien komt het oude CMG – van voor de periode Stutterheim – weer bovendrijven. Het is wel een manier om je te onderscheiden van Capgemini, Ordina, et cetera. Hopelijk wordt het beleid vooral geoptimaliseerd en houdt het gezwabber op.