Luc Van den Hove, topman van de internationale r&d-organisatie Imec met hoofdkantoor in Leuven, houdt een vurig pleidooi voor meer samenwerking in de chipindustrie. Op dat vlak heeft deze sector al jarenlang het goede voorbeeld gegeven. Maar dit jaar moet volgens hem meer dan ooit worden ingezet op internationale samenwerking, met de Chips Acts in de VS en de EU als blauwdruk.
Volgens Van den Hove werd het voorbije jaar gekenmerkt door een wereldwijde ‘polycrisis’: verschillende negatieve trends (geopolitiek, economisch, monetair en ecologisch) versterkten elkaar, en vormden samen een quasi onontwarbare knoop. ‘Dé vraag voor 2023 is dan ook hoe we uit die negatieve spiraal raken. Kan de wereld misschien iets leren uit hoe de chipindustrie met uitdagingen omgaat? En welke kansen biedt dat voor elk van ons?’
Volgens de topman hebben samenwerking en internationalisering de chipindustrie groot gemaakt. Hij ziet in de Chips Acts in de VS en EU een uitgelezen kans om op de ingeslagen weg verder te gaan. ‘Ze zouden zelfs als blauwdruk kunnen fungeren, en de internationale gemeenschap inspireren om de talloze andere uitdagingen waarmee we ons geconfronteerd zien aan te pakken.’
Utopie?
Aanhoudende geopolitieke strubbelingen dwingen alle betrokkenen om het politieke en economische speelveld te herzien, en in te zetten op de eigen sterktes. Van den Hove: ‘Het lijkt daarom misschien een contradictio in terminus, maar eigenlijk komt het er nu vooral op aan om, ondanks dat streven naar meer onafhankelijkheid, de blik op het grotere geheel niet te verliezen en te zoeken naar factoren die verbinden. Want laat ons eerlijk zijn: het bereiken van een totale onafhankelijkheid is vandaag niets minder dan een utopie; het is een strategie die niet eens ten goede komt van het algemene belang – want om écht vooruitgang te boeken, moeten we expertise samenbrengen.’
Hij vervolgt: ‘Precies op die observaties spelen de Chips Acts in. Enerzijds geven ze elke regio de broodnodige middelen om de eigen sterktes te versterken. Daardoor staan ze niet alleen zelf sterker, maar worden ze ook belangrijker voor andere regio’s. Vooral dat laatste is cruciaal. Om werkelijk succesvol te zijn, zullen de verschillende regionale initiatieven zich immers moeten openstellen en streven naar een intensieve samenwerking. Het heeft geen zin om zomaar te dupliceren wat elders gebeurt. Integendeel: het komt er net op aan voort te bouwen op elkaars expertises en sterktes om het hele ecosysteem naar een hoger niveau te tillen.’
Slimme auto’s
Als klinkend voorbeeld noemt hij het high-na euv-programma met ASML dat leidde tot de ontwikkeling van de meest geavanceerde chip-fabricage-machine ter wereld. Door de expertise van Imec en ASML te combineren, en vanaf het prille begin ook de rest van het ecosysteem te betrekken, kan de technologie sneller bij de chipproducenten belanden.
Ook de auto-industrie is ermee gebaat ‘het geheime recept van onderlinge afhankelijkheden’ te volgen. Dat kan een boost geven aan duurzame innovatie, aldus de Imec-topman. Hij wijst op de transitie naar intelligente voertuigen met geavanceerde veiligheids-features. Die bevatten steeds meer software en talloze regels code alsmede meer microchips. Auto’s worden slimme, gepersonaliseerde computers op wielen, aangedreven door complexe ai-algoritmes. Autoconstructeurs moeten daarom de mogelijkheid krijgen om de roadmaps van de chipindustrie mee te sturen, zo besluit Van den Hove.