Hoewel de deuren van het tweede datacenter in de Eemshaven net zijn geopend, treft Google al de eerste voorbereidingen voor de bouw van een derde datacenter in deze regio. ‘De voorbereidingen voor een nieuw datacenter kosten nu eenmaal veel tijd. Daarmee kun je niet snel genoeg beginnen.’ Dat zegt Joe Kava, vice-president Google en verantwoordelijk voor de datacenters van de Amerikaanse internetreus.
Kava meldde tijdens de opening afgelopen dinsdag dat Google zo’n zeshonderd miljoen euro in zijn tweede datacenter in de Eemshaven heeft gestoken. De bouw van het datacenter nam twee jaar in beslag. Tijdens deze fase werkten er dagelijks gemiddeld vijftienhonderd personen op locatie. In totaal zijn er 8950 medewerkers, zowel in- als extern – betrokken geweest bij het ontwerp, de bouw en de inrichting’, vertelde hij.
Trots is Kava op het feit dat de nieuwe Eemshaven-locatie het eerste datacenter van Google ter wereld is dat vanaf de start volledig op duurzame energie draait. Dit wordt aangeleverd door een windpark van Eneco in het nabijgelegen Delfzijl. Google zal daarnaast groene stroom afnemen van Windpark Krammer in Zeeland, een initiatief van een coöperatie van vierduizend particulieren.
Bovendien kondigde hij aan dat Google in 2017 zijn doelstelling behaalt om zijn wereldwijde activiteiten volledig op duurzame energie te laten draaien, met inbegrip van kantoren en datacentra. ‘In 2010 zijn wij gestart met de grootschalige inkoop van groene stroom en hebben reeds voor de levering van 2,6 GW getekend. Daarmee is het bedrijf naar mijn weten ’s werelds grootste zakelijke inkoper van hernieuwbare energie. Dit past in ons streven om volledig duurzaam en CO2-neutraal te zijn.’
Vraaggesprek
Google-vice-president Kava is met zijn team wereldwijd verantwoordelijk voor de datacenters van Google. In een kort vraaggesprek na de opening gaat hij in op een aantal aspecten daarvan. Wat zijn bijvoorbeeld de belangrijkste uitgangspunten bij het ontwerp, de bouw en de inrichting van een Google-datacenter?
Joe Kava: Allereerst checken we of er genoeg land beschikbaar is en mogelijkheden voor duurzame energie. Daarnaast staan de volgende uitgangspunten centraal: de beveiliging van de locatie, de databescherming, een kostenefficiënt ontwerp én het makkelijk inpasbaar zijn van nieuwe technologie. Denk daarbij aan ‘high quality acces’ ‘of innovatieve energiemogelijkheden.
– Wat is de belangrijkste ontwikkeling geweest in de afgelopen tien jaar in de datacenterwereld?
Dat zijn toch de schaalgrootte waarop en de snelheid waarmee cloud computing zich beweegt. Dat heeft ook mij – als iemand met toch enige kennis van deze wereld – verrast. Wij hebben altijd van begin af aan gekozen voor hyperscale computing en Saas: software as a service. Nu zie je dat elk groot bedrijf dat voorheen vooral mainframes in huis had, naar de cloud wil.
– Google gebruikt enorme datacenters. Overweegt het bedrijf ook housingdiensten aan derden aan te bieden?
Nee, dat doen we niet. Het Google-cloudplatform host onze systemen en -diensten maar ook commerciële systemen. Wij verhuren virtual machines met bijbehorende diensten aan klanten. Maar we bieden klanten geen toegang tot onze datacenters om daar bijvoorbeeld serverrack-ruimtes te verhuren. Daar zijn genoeg andere partijen mee bezig.
– Welke bloedgroep is tegenwoordig eigenlijk belangrijker in een datacenter: de computer- of de elektrotechnicus?
Nog steeds wel beide beroepsgroepen, hoor. Kijk, onze software beheren we op afstand, maar ter plekke hebben we computertechnici nodig voor de hardware-operaties alsook elektrotechnici voor de stroom- en koelinstallaties. En natuurlijk beveiligers voor het pand. Tezamen vormen ze de facilitaire dienst en zitten ze in het hart van het datacenter.
Wereldwijd hebben we zo’n zeshonderd experts die zich apart bezighouden met onze ict-beveiliging. We krijgen natuurlijk veel aanvallen op onze ict-infrastructuur te verduren en die nemen alleen toe. Die experts kijken ook naar nieuwe technologie, zoals machine learning om patronen en correlaties in aanvallen te herkennen.
– Hoe lang duurt het eer het nieuwe datacenter in de Eemshaven aan de grenzen van zijn capaciteit zit?
De komende jaren zitten we goed. We doen ook aan ‘retrofitting’ – het toepassen van nieuwe technologie in de bestaande systemen – om te kunnen profiteren van innovaties maar ook om kostenefficiënt te blijven. Dat gebeurt bij servers sneller dan bij de energie- en koelmachines. Voor onze koeling plant onze r&d-divisie ongeveer elke achttien maanden een technologische verversing.
Wij denken nu al na over een derde datacenter in de Eemshaven en zijn al bezig met de voorbereidingen, zoals het aanvragen van vergunningen voor onder meer het heien. Ik kan geen tijdslijn geven maar de voorbereidingen voor de bouw van een datacenter zijn tijdrovend. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.
Bio
Joe Kava startte bij Google in 2008; daarvoor werkte hij als coo (chief operation officer) bij RagingWire Data Centers, een colocatie-aanbieder in het Californische Sacramento. Voor zijn tijd bij dit bedrijf werkte Kava in de chipindustrie bij de bedrijven LSI Logic en Applied Materials.
Kava heeft een aantal Amerikaanse patenten op zijn naam staan uit zijn periode bij Applied Materials, onder meer op het gebied van ion- en plasma-technologie. Hij studeerde Materials Engineering aan de California Polytechnic State University.