Alan Mathison Turing (1912-1954) is een van de grootste pioniers uit de moderne informatica. Als streng wiskundige wijdde hij zijn leven aan algoritmen voor digitale computers en werd bekend met zijn concept van de Turing-machine en de bijbehorende Turing-test. Zijn werk vormt niet alleen de basis voor de ontwikkeling van computers maar ook voor het onderzoek naar kunstmatige intelligentie.
Turing studeerde op de universiteit van Cambridge en daarna Princeton. Daar broedde hij op het idee van een universele computer, een machine die velerlei taken kon verwerken. Dit concept was destijds revolutionair, omdat computers in de jaren vijftig ontworpen waren voor specifieke taken.
‘Colossus’
Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd Turing ingezet voor het kraken van de Enigma-codeermachine van nazi-Duitsland. Na de oorlog gaat de wiskundige voor het National Physical Laboratory (NPL) werken. Daar start hij zijn onderzoek naar kunstmatige intelligentie. In de publicatie Intelligent Machinery, die in 1969 postuum uitkwam, komt het concept van kunstmatige intelligentie voor het eerst ter sprake. Turing was ervan overtuigd dat machines processen in menselijke hersenen zouden kunnen overnemen. ‘Bizar’, vond men dat destijds.
Vermaard
In 1950 bracht Turing zijn vermaarde publicatie (‘Computing Machinery and Intelligence’) over de ‘Turing test’ uit. Hij beschreef een test waarbij iemand via een toetsenbord vragen stelt aan een machine en een mens. Als die persoon de machine niet van de mens kan onderscheiden is er volgens Turing sprake van een machine met intelligentie. In de nadagen van zijn carrière werkte Turing nog op de universiteit van Manchester aan de ontwikkeling van Madam, de Manchester Automatic Digital Machine.
Dat Turing ook biologisch onderzoek heeft uitgevoerd is minder bekend. Hij was geïnteresseerd hoe en waarom vormen van organismen zich ontwikkelden. Turing benaderde het probleem, zoals altijd, op mathematische wijze. Hij geloofde sterk in de verwantschap van wiskunde met de natuur.
Cyanide-cocktail
Alan Mathison Turing stierf onverwacht op 7 juni 1954. De omstandigheden zijn nooit helemaal opgehelderd. Medici stelden vast dat hij zichzelf had vergiftigd met een cyanide-cocktail, terwijl zijn moeder beweerde dat hij onzorgvuldig, en in dit geval met dramatische afloop, met chemicaliën had geëxperimenteerd. Anderen menen dat Turing homoseksueel was en zelfmoord pleegde om publieke vernedering te voorkomen. Een tragisch einde voor een briljante wetenschapper die tot op de dag van vandaag veelvuldig wordt aangehaald door studenten en wetenschappers.