Het Nederlandse Asysco spint garen bij het legacy-dilemma: de meeste Cobol is verbonden aan mainframe- en Unix-systemen, terwijl de it-industrie zijn vizier inmiddels heeft gericht op moderne technologie. Het kennis- en expertisetekort wordt alleen maar groter. Investeren in legacy-innovatie is dan ook niet verstandig, stelt de migratiespecialist uit Coevorden die klanten overzet van Unisys- en IBM-mainframe- en Unix-omgevingen naar een open Microsoft.Net-platform.
Asysco biedt klanten aan de Cobol-omgeving om te zetten naar een open .Net-omgeving op een stabiel platform dat weer jaren mee gaat. Vaak gaat om het bedrijfskritische legacy die op maat gesneden is en waarin in de afgelopen decennia allerlei aanpassingen en verbeteringen zijn doorgevoerd.
‘In onze aanpak kiezen wij er dan ook voor om de business logic te behouden en de regels Cobol 1:1 over te zetten naar een moderne .Net-omgeving. Daarbij heeft de klant de optie om door te programmeren in Cobol, of verder te gaan met Visual Basic, .Net en C#’, lichtte commercieel directeur Herman Eggink toe op een recente gebruikersbijeenkomst in Londen.
Referenties
Het vizier van Asysco is gericht op grote migratietrajecten; de meeste kleine legacy-mainframes zijn inmiddels wel gemigreerd, is de inschatting van algemeen directeur Jaap van Barneveld. Veel projecten vinden buiten Nederland plaats, al heeft het bedrijf hier ook een behoorlijke conduitestaat met referenties als Aegon, De Lage Landen, De Friesland Zorgverzekeraar, Brabantia en Broekman Group. Buitenlandse klanten zijn bijvoorbeeld de Britse verzekeraar Aviva, de Amerikaanse supermarktketen Fred’s, OTP Banka uit Slowakije en Swedish Transport Agency (de Zweedse RDW).
Alleen bij de overheid is Asysco in Nederland niet erg actief, in tegenstelling tot in de Verenigde Staten en Canada. ‘Er draaien bij de Nederlandse overheid weinig Unisys-mainframes’, vertelde Van Barneveld. ‘Nu we ons ook intensief op IBM-mainframes richten, verwacht ik wel dat we meer overheidsopdrachten kunnen binnenhalen. Ik denk dat we hiermee sowieso kunnen groeien op de Nederlandse markt.’
Integratiepartners
Bij het bedrijf werken zo’n vijftig man, waarvan 35 in Nederland. Daarnaast is er een Amerikaans kantoor in Atalanta (voorheen in Talleyhassee) met twaalf man en nog twee vestigingen in Groot-Brittannië en Spanje. De grootste afdeling is de r&d-divisie.
Asysco werkt in de uitvoering van projecten samen met grote integratiepartners, zoals Fujitsu (Scandinavië), Accenture (Canada, India), Jet-Sol (Oost-Europa) en Dell en HP voor de Verenigde Staten. Een migratie is daarbij de eerste stap van een groter moderniseringsprogramma, waarbij Asysco de eerste fase – de migratie – voor zijn rekening neemt. Einddoel van de klanten is een modern systeem, lagere kosten met behoud van alle in het systeem aanwezige kennis en ervaring. Concurrenten van Asysco zijn bijvoorbeeld Micro Focus, MSS en Unisys (AB Suite).
Legacy-dilemma
Commercieel directeur Herman Eggink stond op de gebruikersbijeenkomst stil bij de problematiek rond de Cobol-legacy. De programmeertaal is in 1959 bedacht, en heeft vandaag de dag nog steeds de meeste regels code in draaiende systemen: driehonderd miljard is zijn schatting.
Eggink: ‘Het dilemma is dat de meeste Cobol is verbonden aan mainframe- en Unix-systemen, terwijl de it-industrie zijn vizier inmiddels heeft gericht op moderne technologie. Daar waar de ervaren Cobol-programmeurs massaal met pensioen gaan, worden er maar weinig nieuwe opgeleid. Daardoor ontstaat er een gapend kennis- en expertisetekort. Dit probleem wordt alleen maar groter omdat er 1 procent r&d-uitgaven aan legacy-technologie wordt besteed. Daardoor raakt legacy-innovatie achterop en dat leidt weer tot problemen in de snelheid en de integratie bij zowel kantoor- als businessapplicaties.’
Kosten
De commercieel directeur wijst ook nog op het kostenaspect. Bij veel legacy Cobol-systemen moet er nog handmatig worden gecodeerd en is er ook weinig geautomatiseerde ondersteuning bij het testen, de acceptatie en het vrijgeven van de code voor productie.
‘Deze systemen zijn dan ook duurder dan hun moderne tegenhangers. Investeren in legacy is dan ook zinloos. Elke euro gespendeerd aan legacy is een euro verloren aan innovatie. Misschien is het een ouderwetse gedachte, maar in mijn optiek vermindert een succesvol systeem juist de kosten en verbetert het de kwaliteit en productiviteit’, aldus Eggink.
Haken en ogen
Naast de aanpak van Asysco, waarbij de business logic van de oude omgeving wordt behouden en de regels Cobol 1:1 worden overgezet naar een modern .Net-platform bestaan er ook andere oplossingen om van legacysystemen af te komen. ‘Lift and shift’ bijvoorbeeld, waarbij de Cobol-systemen als het ware opgepakt en op een Linux-, Unix- of Windows-platform worden neergezet, of het overstappen op nieuwe bedrijfssoftware. Drastischer is de keuze om de applicaties van scratch af aan te herschrijven.
Het zijn in de ogen van commercieel directeur Eggink beperkte oplossingen met allerlei haken en ogen: vaak zijn er meerdere migraties nodig of veel maatwerk. Ook zitten handmatige datamigraties vol fouten en kampen projecten vaak met budget- en tijdoverschrijdingen. Ook worden organisaties plotseling geconfronteerd met hoge licentiekosten, als er bijvoorbeeld een Oracle-database wordt bijgeschakeld of dure upgrades nodig zijn.
Deur naar nieuwe wereld
De migratiespecialist uit Coevorden levert zijn .Net-oplossingen volgens ‘fixed price, fixed time’-afspraken. Daarbij migreert Asysco het gehele eco-legacysysteem, inclusief code, data, interfaces, scripts, transactieframework, batch, jpb/workflow, beveiliging en operations management, ontwikkeling en testprocedures.
Eggink: ‘Alle migraties zijn ‘like for like’ zodat de systemen en interfaces functioneren zoals de eindgebruikers gewend zijn en er geen nadelige effecten ontstaan op de productiviteit. Voor ons heeft het als voordeel dat we geen discussies hoeven te voeren over allerlei code die al dan niet mee moet. Na de migratie openen we de deur voor een nieuwe wereld van technologie, zoals werken in de cloud en met big data analytics.’
Technologie
Asysco heeft voor de Cobol-migraties een eigen framework ingericht: AMT (Asysco Migration Technology). Dit bestaat uit een set van oplossingen, methoden en diensten waarmee de legacy kan worden gemigreerd en gemoderniseerd.
Belangrijke onderdelen zijn de conversion engine AMT COBOL (met C# en Visual Studio-technologie) en AMT LION, de object-georiënteerde softwareontwikkkelomgeving in 4GL. Lion, dat oorspronkelijk was bedoeld als opvolger voor Unisys Linc, is uitgegroeid tot een omgeving die voor mainframe-operators herkenbaar is omdat het de originele legacy-uitstraling (Cobol, Cics, TIP, Xgen, Linc, Algol, WFL, JCL en ReporterIII) en datastructuren heeft, maar wel toegang biedt tot een moderne C3.Net-omgeving.
Romke Wijmenga, de chief technology officer (cto) van Asysco, kondigde op de gebruikersbijeenkomst in Londen de nieuwste versie aan van AMT LION: V6R2. Deze versie bevat onder meer een verbeterde debugger voor het dieper inzoomen op regels code voor debugging en tools die ook in een cloudomgeving zijn te gebruiken. Ook komen er apps voor mobiel gebruik en is Asysco bezig met de bouw van een AMT Application Configuration Wizard.
Verder kondigde Wijmenga een ander releasemodel aan. Vanaf 2016 verschijnen er elke twaalf weken nieuwe releases in plaats van de gebruikelijke grote nieuwe release eens in de achttien of vierentwintig maanden. ‘Met dit sprint release model sluiten we aan bij de ontwikkelingen op de markt. Of het nu om apps, bedrijfssoftware, besturingssystemen, databasesystemen, .Net-frameworks, browsers of cloudomgevingen gaat, veranderingen worden veel sneller doorgevoerd. Dat heeft het voordeel voor klanten dat nieuwe versies een veel minder verstorende uitwerking hebben en dat zij sneller kunnen profiteren van nieuwe functionaliteiten. Missen ze een release, dan is er geen man overboord en schakelen ze bij de volgende weer bij.’
Voor Asysco is zo’n omschakeling naar een model waarbij de kalender heilig is, even wennen. Maar, stelt de cto, ‘ook voor ons zijn er voordelen. De kleinere releases zijn voor ons ook makkelijker voor te bereiden.’ Bovendien blijven er zo minder oudere versies van AMT in de lucht; ook Asysco kampt in zekere zin met legacy’, aldus Wijmenga lachend.