Alsof er geld werd uitgedeeld. Zó druk was het rond de nieuw geopende Eindhovense computerzaak Mycom. In drommen stonden mensen in de winkel om een van de drie koopjes te bemachtigen, waaronder een latje met 128 Mb geheugen voor het luttele bedrag van 25 gulden. In krap negentig minuten was men door de eerste duizend geheugenmodules heen.
Het is natuurlijk anekdotisch, maar het geeft aan dat de pc-markt nog verre van dood is. Integendeel. Er is een nieuw soort pc-winkel ontstaan. Winkels die vooral eigen assemblage-pc’s verkopen. Vlak naast de Mycom-winkel staat bijvoorbeeld Computerland, dat op dezelfde no-nonsensemanier opereert. Merkcomputers lijken hopeloos uit de mode. De kenner kijkt alleen nog naar de componenten waaruit de systemen zijn opgebouwd. Dit veranderingsproces lijkt zich te onttrekken aan het zicht van de marktonderzoekers, maar het zou ons niet verbazen als straks ook bedrijven via deze no-nonsensemethode hun systemen gaan inslaan. Het lijkt er in ieder geval op dat formules als Mycom en Computerland zich aan de malaise weten te onttrekken. Een hoopgevende zaak.
We zeggen niks nieuws als we constateren dat het niet goed gaat met de economie. Maar in tegenstelling tot de rest van de Nederlandse industrie, die nu pas de eerste tekenen van uitputting begint te vertonen, is de recessie in de ict-sector al ingezet in het najaar van 1999, dankzij de alweer vergeten millenniumbug. Bedrijven lastten na 2000 een adempauze in. De internethausse maskeerde de neergang, maar eind vorig jaar werd zonneklaar dat goede tijden worden ingeruild voor magere jaren.
Om een idee te geven van de ernst van de situatie moeten we naar de cijfers van microprocessorgigant Intel kijken. Intels omzet zal naar verwachting dit jaar 52 procent lager uitvallen dan in 2000 en van de winst blijft waarschijnlijk al helemaal niets over. Die verpulvert van 10,5 miljard dollar in 2000 tot slechts 773 miljoen dollar dit jaar.
Nederland blijft niet buiten schot. Nog geen jaar geleden beklaagde Paul Kuiken, directeur van ict-bedrijf Landis, zich bitter over het tekort aan geschikte personeelsleden. Hoe kon hij zo ooit uitgroeien tot het miljardenbedrijf dat hij voor ogen had? Dat probleem is opgelost. Kuiken heeft inmiddels te veel mensen in dienst; hij gaat er tientallen ontslaan.
Dat is een gezonde situatie. Een periode van economische neergang zorgt er voor dat slecht geleide bedrijven omvallen, dat vetgevreten, luie ondernemingen afslanken en dat de klant zich weer even koning kan wanen. Bovendien kan de oververhitte arbeidsmarkt afkoelen en zullen de uurtarieven van bijvoorbeeld ict’ers stabiliseren of dalen. Allemaal goed voor de industrie en goed voor het beheersen van de inflatie. Het gaat erom dat de overcapaciteit wordt vernietigd en dat de voorraden worden weggewerkt.
Voorwaarde voor zo’n periode van consolidatie en sanering is wel dat die niet te lang duurt, anders gebeuren er rare dingen in de hoofden van ondernemer en consument. Economie is immers meer psychologie dan cijfers. Het draait om het vertrouwen in de toekomst. Zolang we maar weten dat we aan het begin staan van een nieuwe bloeiperiode, verdragen we de pijn van het moment en concentreren we ons op de beloofde economische hemel.
Wat dat betreft willen we de vergelijking wagen met de donkere periode rond 1990. Ook toen was er oorlogsdreiging (Golfoorlog). Ook toen vielen er grote bedrijven om (Daf Trucks). Ook toen liepen uitgevers van vacaturetijdschriften met lange gezichten rond en ook toen was men verbaasd over de rappe ineenschrompeling van de bedrijfswinsten. Het is merkwaardig hoe snel men zoiets vergeet. Sinds we de wereldeconomie bijhouden, hebben we de afwisseling van hausse en baisse gekend. Nu mag het zo zijn dat de laatste periode van hoogconjunctuur uitzonderlijk lang heeft geduurd. Zó lang zelfs dat verstandige mensen als Boston Consulting-topman Wijers veronderstelden dat we in een ‘nieuwe’ economie waren aangeland, waarin iets banaals als een recessie niet meer voorkwam. Dat blijkt nonsens. Maar het is nog geen reden tot pessimisme. Juist nu moet men het beroemde ‘long boom’-artikel herlezen, geschreven door de twee Peters (Peter Leyden en Peter Schwartz). In 1997 publiceerden zij hun positieve denkbeelden over technologie, globalisering en open markten in het hippe technologieblad ‘Wired’. Wat er daarna gebeurde is geschiedenis. De internetluchtballon is leeggelopen en we zitten nu midden in een terugslag. Er zijn zelfs reactionaire krachten opgestaan die zich heftig verzetten tegen ‘globalisering’. Alsof het aan banden leggen van de vrijemarkteconomie iets zou oplossen. Het is zoiets als het slachten van de kip met de gouden eieren. We gaan er echter vanuit dat de economische ‘Jomanda’s’ geen poot aan de grond krijgen en dat het ‘long boom’-scenario gewoon doorrolt. Het zou dus wel eens een zeldzaam goed moment kunnen zijn om een bedrijf te beginnen.