IBM zet eind deze maand een nieuwe serverreeks met zijn Power-processoren in de markt die als besturingssysteem alleen Linux draaien. Dit zijn de distributies van Red Hat en Novell (Suse).
|
Versus x86
De leverancier mikt met zijn nieuwe Linux-computers op een lager segment van de markt, onder het reguliere bereik van de krachtige Power-servers. Die machines draaien normaliter IBM’s Unix-variant AIX en diens i5/OS (van oorsprong OS/400). IBM wil hiermee de concurrentie aangaan met de normaliter goedkopere Linux- en x86-servers (Xeon en Opteron), zoals die van HP en Sun. De prijzen van de Open Power-systemen zijn dan ook fors lager dan die van de reguliere Power-machines. Volgens onderzoeksbureau IDC zijn er vorig jaar 4,7 miljoen x86-servers verkocht en slechts 118.000 Power-servers.
Analist Nathan Brookwood van marktmeter Insight64 is gematigd positief over dit initiatief. “IBM heeft duidelijk de visie dat de Power-architectuur een industriestandaard kan worden en dan een vervanging kan zijn voor al die sjofele servers met x86-, Itanium- en Opteron-processoren.” IBM gebruikt hiervoor Linux als universeel bindend middel, dat migratie moet vereenvoudigen.
Kernels
Klanten hebben voor de Open Power-servers de keuze uit Red Hat en Suse. De serveruitvoering van de eerstgenoemde is gebaseerd op versie 2.4 van de Linux-kernel, terwijl Suse al op het zwaardere 2.6 zit. Red Hat heeft echter enkele geavanceerde eigenschappen van kernel 2.6 opgenomen in de – naar Red Hats zeggen – stabielere kernel 2.4.
De Linux-distributeur laat zich hierbij ook voorstaan op een eigen technologie waarbij het op x86-systemen twee keer 4 GB geheugen kan gebruiken middels split-functionaliteit. “Red Hat Enterprise Linux 3 ondersteunt dus meer fysiek geheugen en grotere applicaties dan Linux 2.6”, meldt het bedrijf. Deze functionaliteit wordt nu geëvalueerd voor adoptie in een toekomstige Linux-kernel. Het bestandssysteem van Rhel 3 is echter beperkt tot 1 TB.
Verder heeft IBM zijn processorarchitectuur aangepast om efficiënter te draaien onder Linux. Dit omvat hardware-matige controle van de cache-coherentie, synchronisatie en andere functionaliteit. “We hebben de hoofd-onderhouders van Linux gevraagd wat we kunnen doen in de Power5-, Power5 Plus- en uiteindelijk de Power6-architectuur om het prestatieniveau van Linux te verhogen”, zegt vice-president Brian Connors.< BR>