Op de markt voor applicatie-integratie worden de traditionele koplopers verdrongen door grote software-infrastructuurbedrijven. Was het historisch gezien het speelveld van gespecialiseerde bedrijven als Tibco en Webmethods, nu doen steeds meer bedrijven als BEA, IBM, Oracle en Microsoft van zich spreken. Goed nieuws voor de klant, die graag één aanspreekpunt voor zijn gehele it-architectuur heeft, maar wat betekent het voor de markt?
Jboss Group Naast de genoemde aanbieders kent de markt natuurlijk ook nog zijn open broncode-varianten. Jboss Group heeft een omzet van twee miljoen dollar per jaar en bouwt een open source-applicatieserver die niet J2EE-gecertificeerd is door Sun, maar wel de J2EE 1.3-standaard ondersteunt. Begin vorig jaar bracht het versie 3.0 van Jboss uit, die direct een sensatie werd in een groot deel van Java-ontwikkelgemeenschap. In 2002 kozen Webmethods en Sterling Commerce Jboss als hun ingebedde applicatieserver, waarmee die ook commercieel werd ingezet bij bedrijven. John Rymer: "Jboss is interessant voor ondernemingen omdat het technisch sterk is, gebruikt kan worden als volledige applicatieserver en tegen zeer geringe open broncode-licenties te verkrijgen is. De zwakte van het product zit ‘m in de grootte en het doel van het bedrijf zelf. Jboss Group heeft ongeveer dertig medewerkers en haalt zijn omzet uit ondersteuningscontracten en trainingen. Het ondersteunt klanten met vaardige ontwikkelaars die meegewerkt hebben aan het product. De klanten van het bedrijf vinden dit een goed model, maar het wordt moeilijk om die ondersteuning wereldwijd aan duizenden klanten te geven." |
Peter Abrahams van Bloor Research is er wel van overtuigd dat BEA technologisch de leider is. Hij waarschuwt wel voor inlopende concurrentie. "Standaarden beginnen de applicatieservermarkt tot een massaproduct te maken, dus niemand kan te ver voor lopenop. De onderscheidende verkooppunten moeten op de rand zijn, zoals bijvoorbeeld een nauwe koppeling tussen een applicatieserver en integratie, uitstekende ontwikkelomgevingen en dienstverlening en ondersteuning. BEA loopt hierin voorop, maar van oudsher is de concurrentie (IBM) al aanwezig op deze gebieden en is de voorsprong van BEA niet zo groot als je het complete beeld bekijkt. Iets anders dat BEA wel eens lijkt te vergeten, is de rest van de concurrentie, vooral Oracle en Sun die de afgelopen maand niet stil hebben gezeten."
Ook John Rymer van Forrester Research onderschrijft de toppositie van BEA in de J2EE-applicatieservermarkt, maar schrapt daarbij de twee jaar voorsprong. "De nieuwe editie van het Weblogic-platform is een goed product op een aantal belangrijke gebieden zoals een algemeen ontwikkelmodel dat J2EE, applicatie-integratie en portalen samenbrengt en een sterk beveiligings-framework. IBM vernieuwt veel langzamer, maar heeft wel zijn eigen innovatieve producten."
Scheiding in de markt
De applicatieservermarkt kan in tweeën worden gesplitst. Aan de ene kant is er de J2EE-software, met aanbieders zoals BEA, IBM, Oracle, SAP, Sun en Sybase en aan de andere kant biedt Microsoft zijn .Net-platform aan. Beide kanten hebben als overeenkomst dat de technische basis slechts een anker is voor een breder applicatie-platform, waarin niet alleen applicatieservers zijn opgenomen, maar ook integratie, portaalservers en ontwikkelgereedschappen.
Vorig jaar behaalde de gehele applciatieservermarkt een omzet tussen de twee en 2,8 miljard dollar. Dat is ongeveer 10 procent minder dan de omzet in 2001 toen de markt piekte. Analisten verwachten dat de markt dit jaar weer aantrekt, maar vooralsnog niet het niveau van 2001 haalt. "Een groei van rond de 5 procent dit jaar, wat ruimte laat voor verdere groei in 2004 en 2005", voorspelt Forrester-analist John Rymer.
Hij voorziet ook meer convergentie in de markt. "Integratie en andere categorieën software komen samen, ook verschillende categorieën integratiesoftware. Daarnaast denk ik dat er standaardisatie gaat optreden." In de integratiemarkt ziet hij ook consolidatie optreden. "Acquisities zijn een mogelijkheid, maar het is niet duidelijk om welke partijen het dan gaat."
Het feit dat er teveel spelers op de markt zijn, doet Peter Abrahams vermoeden dat consolidatie onontkoombaar is. "Ik weet niet of dat door acquisitie gebeurt of doordat bepaalde bedrijven falen." Gek genoeg ziet Abrahams de markt veranderen door de komst van nieuwe bedrijven die producten aanbieden die geheel op standaarden zijn gebaseerd. "Dat geeft hen lagere instapkosten en een goede architectuur zonder dat ze last hebben met de integratie van oude systemen."
Volgens Neil Macehiter van Ovum zijn webdiensten van invloed zijn op de markt. Bedrijven zouden historisch gezien problemen hebben met de traditionele benadering van EAI (enterprise application integration), de aansluiting op hun backend-systemen. Dat zal gaan veranderen, denkt hij. "Er zullen drie soorten veranderingen optreden in de markt de komende jaren. Grote infrastructuuraanbieders en applicatieverkopers die de markt gaan veroveren, de impact van webdiensten die de interoperabiliteit standaardiseren en Microsoft die de economische grondslag verandert."
Buitenbeentje
Microsoft is de vreemde eend in de bijt in de applicatieservermarkt. Het heeft geen aparte applicatieserver en ondersteunt de standaard J2EE niet. In de Microsoft-omgeving (Windows Server 2003) is Windows de applicatieserver. Ook het bedrijfsmodel verschilt van dat van BEA en IBM. Microsoft verkoopt zijn platformsoftware via verschillende verkoopkanalen, direct en indirect. BEA en IBM richten zich vooral op directe verkoop aan multinationals, zodat de uitgebreide verkoopteams vooral miljoenen-dollar-contracten binnenslepen. Het resultaat is dat Microsoft meer producten aan meer klanten verkoopt. Daarnaast berekent de softwarereus zijn prijs aan de hand van servers en niet aan de hand van cpu’s, zoals BEA en IBM dat doen.
De grootste kracht van Microsoft ligt in het midden- en kleinbedrijf. Ook BEA en IBM zitten in het mkb, maar hun marktaandeel is veel daar veel kleiner. BEA haalt 35 procent van zijn omzet uit het mkb, IBM zit daar nog flink onder, hoewel het eind 2002 een campagne, gericht op het mkb, is gestart en daar dit jaar de vruchten van kan plukken. Microsoft en IBM hebben goede relaties met de beslissers in het topmanagement van grote ondernemingen, BEA loopt hier duidelijk op achter. Neil Macehiter ziet dat de meeste bedrijven J2EE en .Net naast elkaar gebruiken, waardoor Microsoft als serieuze concurrent bestempeld kan worden. "Zal Microsoft ooit de hele bedrijfsvoering van IBM overnemen? Hoogst onwaarschijnlijk. Zal het ooit IBM’s klanten aan kunnen trekken? Hoogst onwaarschijnlijk. Hoewel IBM serieus met Microsoft rekening moet houden als concurrent, heeft BEA veel meer te vrezen. Dat moet zich afvragen welke rol het in deze veranderende markt wil gaan spelen."
Tweede keus
IBM, BEA en Microsoft zijn de meest voor de hand liggende keuzes voor een bedrijf dat applicatieserversoftware wil aanschaffen. Op de tweede plaats komen Oracle, SAP, Sun en Sybase. Zij zijn voornamelijk afhankelijk van hun bestaande klanten voor het afnemen van hun applicatieserversoftware. Alle vier hebben ze een J2EE 1.3 applicatieserver, en nieuwe specificaties worden redelijk snel in de producten ingebouwd. Van deze vier is Oracle de leider; vorig jaar boekte het enorme vooruitgang in deze markt.< BR>