De column ‘Virale infectie’ van Ruud Pruijm (Computable, 2 februari) over het MTX-computervirus was leerzaam. Leest u mee en huivert.
In de grijze oudheid hadden wij als besturingsprogramma voor onze ‘single personal computers’ MS-DOS. Even bedieningsonvriendelijk als compact, want alle bestanden van een complete versie pasten op een paar diskettes. Mochten wij al denken dat door onze eigen of liever andermans schuld het alleenstaande apparaat toch onveilige ‘hex’ had gehad, dan konden wij simpel dokteren. Een vooraf klaargemaakte ‘bootflop’ en vooral van de vaste schijf afblijven. Een virus kan namelijk TSR (terminate and stay resistant) gaan, dat wil zeggen zich in het interne geheugen (ram) nestelen. Het kan dan elk executeerbaar bestand besmetten dat geopend wordt. En, minstens zo belangrijk, het kan zijn detectie bemoeilijken. Na een brandschone start vanaf een startschijf lieten wij een virusjager op onderzoek gaan en klaar waren wij.
In deze tijden gebruiken wij Windows Me op onze alles behalve ‘single’ apparaten. Even makkelijk in de omgang als corpulent, de hele handel past exclusief ‘patches’, ‘bugfixes’ en service releases nog net op een enkele compactdisc. Loopt Windows of een programma daarbinnen vast, dan is niet altijd duidelijk wat er aan de hand is; wie is de schuldige en wat is het vergrijp?
Virusscanners passen niet langer op diskettes en zij kunnen ook niet buiten Windows. Dus zelfs al stoppen wij zelf en hoogst persoonlijk de bootflop in de gleuf ter beëindiging van diefstal van (processor-) tijd en opslagruimte, dan nog kan de virusscanner pas zoeken als Windows draait. Virus, hernoem dus even Windows.Com tot WinBlows.Com en herstart de machine. ‘The virusscanner Works not for Me…’ Gelukkig bevat het februarinummer van PC-Magazine wat tips en trucs betreffende antivirus (citeren mag niet wegens IE-recht).
De ontwikkelingen gaan hard. Voor bestaande en nieuwe computerapparaten komen steeds weer nieuwe aanstuurbestanden uit. Steeds meer snelheid en minder fouten. Liefst ook stabieler. Om te zien of een geheel van programma’s, drivertjes en instellingen goed en stabiel werkt en blijft werken, moeten wij een systeem enige tijd gebruiken. Maar hoe langer wij een Windowssysteem gebruiken, hoe vervuilder en trager het wordt. Af en toe vers installeren kan geen kwaad, maar dan zijn wij al onze instellingen weer kwijt. En als wij herinstalleren na ‘format c’ zijn wij ook gedownloade patches en drivers kwijt als die slechts op partitie C worden opgeslagen. Hebben we eenmaal een stabiele situatie, dan kunnen we daarvan een image maken en die terugzetten als het nodig is. Maar nu volgt het nodige patchwork op weg naar een opgelapt systeem. Zet het imagebestand terug en alle vernieuwingen zijn vernield. Na elke succesvolle upgrade moet een nieuwe image gemaakt worden. Dat vergt dus erg veel discipline. En niet alleen veel administratie maar ook veel materiaal. Zeker als het een uitgebreid systeem betreft dat (ook na compressie) meer dan een paar honderd MB’s nodig heeft. Dan zijn voor een image misschien meerdere cd’s nodig.
Een communicatieve computer is bijna net als water voor de mens: enerzijds noodzakelijk, anderzijds levensgevaarlijk.
Opgelet: ‘format c’ helpt niet tegen een virus dat zich in het ‘Master Boot Record’ nestelt, of dat zich verschuilt in een verborgen startpartitie en het systeem van daar uit laat doorstarten naar de bekende C-partitie. En ‘fdisk /mbr’ is niet leuk als de vaste schijf ietsje ingewikkelder is dan een enkele C-schijf.
Hoe u uw back-up, restore en virusbestrijding ook aanpakt, houd de procedures klein, fijn en simpel. En test ze eens uit. Een combinatie van strakke deadline, gierende stress, sluipende virussen, haperende back-ups en verouderde procedures is geen feest. Maar of uw back-up in orde is en u snel uit de brand kan helpen, kan de praktijktest u vertellen.
Hoeveel Maxima-virussen zijn er overigens bekend? Computers en vrouwen, men moet van ze houden.
R. Willig ’t Gooi