Na jaren van relatieve stilte staat de discussie over offshoring van ict-diensten volop in de belangstelling. Bijna wekelijks verschijnen er in de pers artikelen over het laten uitvoeren van ict-werkzaamheden in lagelonenlanden.
|
Trend 1: stijgend aantal gebruikers
Al meer dan tweehonderdvijftig Nederlandse ondernemingen hebben softwareactiviteiten offshore laten uitvoeren, waaronder bekende ondernemingen als Philips, Shell, Baan, Exact, KLM, ABN Amro, ING Groep en de Rabobank. De omvang van deze projecten bedroeg het afgelopen jaar meer dan 100 miljoen euro. De verwachting is dat dit bedrag sterk zal toenemen. Verschillende grote organisaties die het nu nog op relatief kleine schaal doen, zullen hun offshore projecten in omvang sterk uitbreiden. Verder zullen kleine en middelgrote organisaties er mee beginnen.
Behalve voor softwareproducenten en eindgebruikersorganisaties is er een andere groep waarvoor offshoring belangrijk wordt: de lokale ict-dienstverleners. Zij merken een verhevigde concurrentie en hebben te maken met klanten die goedkopere oplossingen willen. Steeds meer westerse ict-bedrijven, waaronder Capgemini, EDS, LogicaCMG, Ordina, Sogeti en Atos Origin bieden daarom ook zelf offshore diensten aan.
In de praktijk is echter nog relatief weinig ict-werk naar lagelonenlanden verplaatst. De meest bekende offshore bestemming is India. Daar laten al ruim tweehonderd Nederlandse organisaties activiteiten uitvoeren. Gezien de periode van twintig jaar waarover het al plaatsvindt, is dit echter geen groot aantal. Vaak gaat het dan ook nog om kleinschalige en tijdelijke projecten. De consequenties voor de arbeidsmarkt zijn daarom tot nu toe zeer beperkt gebleken. Er zijn momenteel ongeveer dertienduizend ict’ers werkloos. Dit is vooral het gevolg van de economische recessie, want nog maar weinig mensen hebben hun baan verloren als direct gevolg van offshoring.
De Nederlandse terughoudendheid rond offshoring heeft sommige bedrijven waarschijnlijk geen goed gedaan. De mogelijkheid om kosten te besparen is door hen niet benut. Het uitgespaarde geld had gebruikt kunnen worden voor R&D, productontwikkeling of voor marketing, zodat de concurrentiepositie verbeterd kon worden. Het kan zijn dat hierdoor meer bedrijven failliet zijn gegaan dan nodig was geweest. Het klinkt paradoxaal, maar als er in het verleden meer werk naar lagelonenlanden was gegaan, dan waren er misschien meer arbeidsplaatsen behouden gebleven.
Trend 2: groeiend aanbod in lagelonenlanden
Er zijn al meer dan vijftig potentiële ict-offshore bestemmingen in de wereld en dit aantal groeit nog steeds. De meerderheid van de Nederlandse werkzaamheden vindt echter plaats in India. De beschikbaarheid van ervaren Engelssprekende informatici is een sterk punt van dat land. Een groot aantal Indiase ict-dienstverleners is ook bezig met kwaliteitsprogramma’s zoals CMM (Capability Maturity Model). Er zijn nu wereldwijd een honderdtal bedrijven op het hoogste CMM-5 level. Bijna de helft daarvan is in India gevestigd. Jan Baan, oprichter van Baan Company en van Cordys, is een van de Nederlandse pioniers in India. Hij zal tijdens zijn presentatie op het DSDM-congres uitgebreid ingaan op zijn ervaringen.
Er wordt ook uitbesteed aan diverse andere landen, onder andere in Azië, Latijns-Amerika en het Midden-Oosten. Dichter bij huis laten Nederlandse organisaties ict-projecten uitvoeren in Midden- en Oost-Europese landen. Dat noemt men ‘nearshore’.
Elke locatie en regio heeft specifieke voor- en nadelen. De keus voor een bepaalde bestemming is dan ook sterk afhankelijk van de eisen en de karakteristieken van de Nederlandse gebruiker. In sommige landen is meer functionele kennis en ervaring aanwezig dan op andere plaatsen in de wereld. Het mag ook duidelijk zijn dat de loonkosten in Midden-Europa, bijvoorbeeld in Hongarije of Tsjechië, hoger zijn dan in Oost-Europa zoals in Roemenië of Bulgarije. Landen in Azië zijn weer veel goedkoper, maar hebben de grotere afstand als nadeel. Dit geldt soms ook voor de beschikbare infrastructuur en de politieke stabiliteit.
Trend 3: meer soorten ict-werkzaamheden offshore verricht
Vooral de meest arbeidsintensieve activiteiten worden uitbesteed naar lagelonenlanden. Offshoring is begonnen met het uitbesteden van programmeerwerk, vooral volgens de watervalmethode. Programmeerwerk kan geschikt zijn om op afstand te laten doen, omdat dit werk ook goed gedocumenteerd kan worden. Ook het technische ontwerp kan op afstand gedaan worden, net zoals een deel van het testen. Het kan hierbij zowel gaan om nieuwbouw van software als om onderhoud. In dat laatste geval kunnen de eigen automatiseerders zich dan concentreren op de meer aantrekkelijke nieuwbouwprojecten.
Ging het in het begin vooral om administratieve computerprogramma’s, tegenwoordig wordt ook het maken van complexe technische en embedded software in lagelonenlanden gedaan. Ook kan een uitgebreid scala aan andere ict-werkzaamheden worden uitbesteed. Denk daarbij aan gegevensinvoer (data-entry), het digitaliseren van documenten, werkzaamheden rondom GIS (Geographical Information Systems) en het maken van computergames, animaties en tekenfilms. De laatste jaren komt BPO (Business Process Outsourcing) op. Dit is het uitbesteden van backoffice werkzaamheden. Enkele Nederlandse organisaties, waaronder softwareproducenten, hebben hun helpdesk en callcenter al in het buitenland opgezet. Als bijvoorbeeld klanten telefonisch vragen stellen over hun gespaarde Air Miles, dan wordt het gesprek afgehandeld in het Zuid-Afrikaanse Kaapstad.
Kostenvoordeel van lagelonenlanden
De hoge kosten van arbeid in Nederland, zoals salarissen, belastingen, werkgeversbijdrage, opleidingskosten, secundaire arbeidsvoorwaarden, kantoorhuur en ziekteverzuim, drukken zwaar op ict-projecten: Met deze hoge kosten hebben wij ook te maken wanneer personeel ingehuurd wordt, omdat de tarieven die externe softwarehuizen vragen fors zijn.
|
Het te behalen kostenvoordeel is de belangrijkste reden om aan offshoring te doen. Er kunnen echter ook andere, meer strategische, voordelen een rol spelen (op het DSDM-congres zal de auteur van dit artikel een presentatie verzorgen over de Business Value van offshoring. Hij is mede-auteur van het boek “Offshoring Information Technology: outsourcing and sourcing to a global workforce”.)
Nadelen van offshoring
De nadelen van offshore outsourcing hebben vooral te maken met de grote afstand waarop buitenlandse medewerkers zich bevinden. Verder krijgen we te maken met taal- en cultuurverschillen. Offshore outsourcing stelt daarom hoge eisen aan de samenwerking en de communicatie. Het vraagt veel coördinatie en management-aandacht van zowel de klant als van de offshore ict-leverancier.
Sommige ict-dienstverleners zijn gevestigd in landen die periodes van politieke en economische instabiliteit kennen. Bij het selecteren van de aanbieder is een analyse van de stabiliteit van het land daarom noodzakelijk.
Op het DSDM-congres zal ingegaan worden op de complexe relatie tussen DSDM en het werken met teams op afstand. Ook zullen de resultaten van het onderzoek van de DSDM-werkgroep Offshore Software Development bekendgemaakt worden.
Verschijningsvormen internationale samenwerking
We kunnen vier vormen van samenwerking met lagelonenlanden onderscheiden. De meest gebruikelijke manier is dat Nederlandse organisaties op contractuele basis ict-werkzaamheden uitbesteden aan een buitenlandse dienstverlener. Dit is het geval bij onder meer KLM, ABN Amro, ING Groep, Shell en Getronics. Ook een aantal kleinere en middelgrote organisaties heeft op deze wijze de weg naar het buitenland gevonden. Ook relatief kleine projecten kunnen op deze manier uitbesteed worden.
Een tweede mogelijkheid is om een eigen dochteronderneming in het buitenland op te richten. Dit zien we als grote hoeveelheden programmatuur ontwikkeld of onderhouden moeten worden. Onder meer Philips, Exact, AND, Profuse en Cordys gebruiken deze methode. Het voordeel is dat de medewerkers tegen de lage lokale salarissen ingehuurd kunnen worden en volledig ter beschikking staan. Ook kan er door een eigen team veel kennis worden opgebouwd over de producten en de organisatie, wat de productiviteit en de onderlinge communicatie ten goede komt.
Een derde manier is het opzetten van een joint venture, waarbij samen met een offshore ict-leverancier een nieuw bedrijf wordt opgericht. KPN Telecom heeft hier ervaring mee opgedaan. Deze constructies kennen een eigen dynamiek en problematiek, waarbij makkelijk tegenstellingen kunnen ontstaan. In de offshoremarkt komen joint ventures tot op heden daarom slechts op beperkte schaal voor.
Als laatste mogelijkheid kunnen we denken aan het zelf in dienst nemen van informatici van buiten de Europese Unie. Dit is op dit moment niet gebruikelijk, maar door de schaarste aan ict’ers is het aan het eind van de jaren negentig regelmatig voorgekomen.
Van oriëntatie tot implementatie
Hierin zijn globaal drie fasen te onderscheiden. De eerste fase is die van de oriëntatie in het onderwerp. Managers komen in aanraking met artikelen en rapporten over offshore outsourcing, horen erover op seminars (congressen) of merken dat klanten of concurrenten er reeds mee bezig zijn. Op basis hiervan ontstaat het idee dat offshoring wellicht nuttig kan zijn. Het verzamelen van algemene informatie is de belangrijkste activiteit in deze fase.
Om meer inzicht te krijgen in de concrete voordelen voor de eigen organisatie moet de tweede fase van start gaan: die van het vooronderzoek (feasibility study). In dit stadium wordt een inventariserend onderzoek uitgevoerd, waarbij een realistisch beeld begint te ontstaan over de (financiële) voordelen van offshoring, maar ook over de kosten die ermee gemoeid zijn. Op basis van de resultaten van deze fase wordt besloten om met offshore projecten te starten, of om al of niet met dit onderwerp te stoppen.
Indien er mee wordt doorgegaan is de volgende fase die van het opstellen van de Offshore Roadmap: een gedetailleerde planning en een uitgebreid stappenplan op weg naar de implementatie. Het opzetten van een of meer kleine proefprojecten is een goede manier om praktische ervaring op te doen. Bij voorkeur moeten projecten uitgekozen worden waarbij de tijdsdruk niet te hoog is en waarbij de gevolgen van mislukken aanvaardbaar zijn.
Zorgvuldigheid bij het selecteren van een offshore ict-leverancier is zeer belangrijk. De geografische afstand tussen het eigen bedrijf en de offshore ict-leverancier heeft invloed op de diensten die kunnen worden uitbesteed. Goede communicatievoorzieningen kunnen de onderlinge afstand verkleinen.
Bij de leveranciersselectie moet bedacht worden dat elk bedrijf en elk land een eigen (zaken)cultuur heeft en specifieke sterke en zwakke punten kent. India krijgt nog vaak de voorkeur, maar dit land ondervindt steeds meer concurrentie. Geadviseerd wordt daarom in de beginfase van een offshore traject alle geografische opties open te houden en met een zo breed mogelijke landenkeuze te beginnen. Zeker voor het mkb en voor relatief eenvoudig werk kan het verstandig zijn om samenwerking te overwegen met minder grote dienstverleners, al dan niet uit ‘onbekende’ landen.
Voor het vinden van een geschikte offshore ict-leverancier is een goede kennis van het aanbod noodzakelijk. Als deze kennis intern niet aanwezig is, is het aan te raden om gebruik te maken van de diensten van gespecialiseerde adviseurs.
Conclusie: offshore kan interessant zijn
Offshoring van ict-diensten kan een aantrekkelijke manier van werken zijn voor organisaties die substantiële ict-werkzaamheden uitvoeren. De verwachting is dat de belangstelling voor dit onderwerp de komende jaren zal toenemen.
De samenwerking met lagelonenlanden kan verschillende voordelen bieden en de concurrentiekracht doen vergroten. Politieke instabiliteit in sommige lagelonenlanden, het werken met teams op afstand en de cultuurverschillen kunnen de continuïteit van de ict-dienstverlening in gevaar brengen. Met een zorgvuldig selectieproces en veel aandacht voor het managen van de samenwerking, biedt ict-offshoring echter interessante, zakelijke mogelijkheden.< BR>
Paul Tjia, sr. consultant offshoring GPI Consultancy