Philips is ruim honderd jaar geleden groot geworden met piraterij. Om de Nederlandse industrie van de grond te helpen, erkende de Nederlandse regering destijds niet de Amerikaanse patenten op elektrische lampen. Daarmee gaf de overheid Philips de kans om uit te groeien tot een multinational.
Uiteindelijk werd Philips een respectabel bedrijf en een kampioenverdediger van octrooien. Uit de zojuist gepubliceerde cijfers over het jaar 2001 blijkt dat de lampenfabriek uit het zuiden des land in 2001 voor 351 miljoen Euro aan bedrijfsresultaat haalt uit licenties (sic), een stijging van 12,8 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Licenties zijn daarmee na de verlichtingsdivisie de belangrijkste winstbron. Daarbij moet worden aangetekend dat het octrooi voor het cd-plaatje en de cd-speler binnenkort afloopt.
Uit een artikel in het blad ‘Wired’ blijkt dat Philips zijn visie op licenties en octrooien aan het wijzigen is. Sinds het bedrijf zijn muziek- en film-dochter Polygram heeft verkocht, doet men luchtiger over kopiëren. Het verdedigt nu in woord en gebaar het recht om kopieën te maken met dvd- en cd-recorders. Philips heeft de tegenaanval ingezet tegen de grote muzieklabels die speciale anti-piraat cd’s willen uitbrengen. Dergelijke cd’s zijn niet te lezen door de computer en haperen ook in sommige cd-spelers. Philips zal de licentie afnemen van muziekmaatschappijen die opzettelijk fouten in cd’s aanbrengen om illegaal kopiëren tegen te gaan. Ze houden zich immers niet aan de zogenoemde ‘Red book’-standaard die in 1980 door Philips en Sony is gedefinieerd voor cd-audio. Niet alleen verliezen de muziekmaatschappijen het recht om het cd-logo te voeren, ook wil Philips afdwingen dat er waarschuwingsstickers op de antikopieer-cd’s worden aangebracht.
De muziek- en filmindustrie treffen met Philips voor het eerst een vijand die niet lichtvaardig aan de kant is te schuiven. ‘Juridische gevechten met Philips ga je niet makkelijk aan’, zegt Fred von Lohmann, een advocaat van de Electronic Frontier Foundation, voorvechter voor het recht op vrije uitwisseling van informatie. De laatste keer dat Hollywood een copyright-gevecht aanging met een grote consumentenelektronica-partij is zo’n twintig jaar geleden. Ze verloren jammerlijk. Disney en Universal wilden destijds bereiken dat de Amerikaanse rechter de verkoop van Sony Betamax videorecorders aan banden zou leggen.
Tot nu toe heeft de amusementsindustrie zijn tegenstanders met zorg geselecteerd. Ze kunnen gemakkelijk winnen van startende bedrijven als Napster en het in Nederland gevestigde Kazaa. Of Hollywood het aandurft om Philips uit te dagen, valt te bezien.
De meningen over copyright en over de manier waarop men de rechten van auteurs en uitvoerenden dient te beschermen, lopen inmiddels sterk uiteen. De Nederlandse stichting Brein kwam in het nieuws omdat deze Universiteit Twente kapittelde. Er zou op het campusnetwerk illegale software rondwaren. Achter de Stichting Brein zitten clubs als de Buma/Stemra en de Nvpi. Dat zijn niet echt software-georiënteerde belangenbehartigers. De software-industrie heeft zijn eigen Business Software Alliancie (BSA) om ‘warez’ op te sporen. Brein is iets meer dan een jaar geleden opgericht om muziekuitwisselprogramma’s als Napster en Kazaa de mond te snoeren. De Kazaa-busters gaan ver in de ijver om illegaal kopiëren te stuiten. Zo eist directeur T. Kuik toegang tot het Twents Campusnetwerk om controle uit te oefenen. Juridisch is dat lastig. Aftappen mag niet, daarvoor moet de rechter worden ingeschakeld.
Copyright-verdediger Kuik poneert de stelling dat het illegaal verspreiden van software de creatieve prikkel tot het ontwikkelen van nieuwe software doet afnemen. Stratix-consultant Hendrik Rood wijst erop dat misschien het tegenovergestelde het geval kan zijn. De Amerikaanse rechtswetenschapper Lawrence Lessig, bestuurslid van de Electronic Frontier Foundation, betoogt in zijn boek ‘The future of ideas’ dat auteursrechten veel te ver zijn doorgeschoten. Het oorspronkelijke doel om de schrijver te beschermen tegen zogenoemde roofdrukken, is al lang achterhaald. Het zijn momenteel de grote uitgeverijen die met heruitgeven hun brood verdienen, die deze oorspronkelijke wet gebruiken om hun belangen te beschermen en op te rekken. De oorspronkelijke auteurs hebben er nauwelijks baat bij. Monopolisten als Buma/Stemra floreren dankzij de auteurswetgeving. Lessig wil dat het auteursrecht weer wordt teruggedrongen. Informatie moet vrij verspreid kunnen worden.
De ontwikkelingen van de laatste jaren wijzen allemaal een andere kant op. Men kan dan denken aan de veiling van frequenties (Umts) alsmede open broncode (Windows XP) en ongefilterde internettoegang (dictatoriale landen als Cuba, China). Het publieke domein moet groter worden vindt Lessig. Hij denkt dat als te veel openbare informatie in handen komt van private bedrijven, de creatieve ontwikkeling stokt. De Umts-veiling is daarvan een goed voorbeeld. Alleen mega-bedrijven zijn in staat die frequenties te bemachtigen. Nieuwe technologische ontwikkelingen als een landelijk Wifi (Ieee 811.b)-netwerk voor internettoegang vinden hierdoor weinig aanmoediging.
Jonge ondernemers (Kazaa, Napster) worden geblokkeerd omdat hun vernieuwende technologie bedreigend is voor de oude garde. De machtsverhouding lijkt te ver doorgeschoten naar de verdedigers van de bestaande belangen. Philips heeft dat blijkbaar ingezien en kiest de kant van de innovatie. Een betere bondgenoot zou Lessig zich nauwelijks kunnen wensen.
Ad Mulder, (Financieel) journalist.