Als er ergens veel geografische informatie wordt gebruikt, dan is het wel bij een netbeheerder. Netbeheerder Liander combineert geo-data met strategische, tactische en operationele data. Informatiemanager Jan van Gelder vertelt over het Geodiensten-portaal en hoe geografische data steeds meer onderdeel wordt van processen binnen de organisatie.
De hele organisatie krijgt met het Geodiensten-portaal de mogelijkheid om geodata te gebruiken. Hoe wordt het portaal gevonden? Jan van Gelder, informatiemanager Alliander: ‘Het Geodiensten-portaal is gemakkelijk te vinden; het is benaderbaar vanaf ons intranet. Zogenoemde role based apps en analyseresultaten vanuit onze BAR (Business Asset Repository) worden er ter beschikking gesteld. De reclame voor het portaal gaat steeds meer van mond-tot-mond. Daar waar we dus eerst nog sprake was van een intern marketingoffensief, gaat dat nu eigenlijk vanzelf. Bovendien draaien de it-medewerkers ook mee in projecten. Zij kunnen ook aangeven dat bepaalde functies beter langs de ‘geo’kant gemaakt kunnen worden.’
Welke processen maken nu gebruik van geo-informatie? Voorheen werd geo-informatie alleen rondom assetmanagement gebruikt. De laatste twee jaar is daar een aantal andere afdelingen bij gekomen. We leveren bijvoorbeeld uit het geografisch informatie systeem – via de BAR – de netwerkschema’s aan ons distributie management systeem. Hiermee hebben we bereikt dat er één bron is voor de geodata van ons leidingennetwerk. Met behulp van ArcSchematics wordt op basis van de ingetekende leidingen een schema gegenereerd en niet meer met de hand getekend. Ook hebben we een geodienst met de naam ‘RADAR’ gemaakt voor de afdeling Netmanagement. Deze toont storingen op de kaart, maar ook de posities van onze monteurs, zodat we de juiste man zo snel mogelijk op de juiste plek krijgen. Geodiensten vinden ook hun intrede in de afdelingen Aanleg en Aansluitingen. Zij krijgen met de informatie inzage in de geplande netaanpassingen.’
Als je waarde wilt toevoegen is het belangrijk om de behoefte goed te kennen. Hoe zorgen jullie daar voor? ‘Hier heeft een cultuurverandering plaatsgevonden. Alliander IT werkt nu, net zoals de business zelf, ‘keten-gericht’. Dat betekent dat we als it veel dichter op de businessketens zitten. Ik vind dat een goede ontwikkeling. It in of vanuit de ivoren toren is niet meer van deze tijd. Doordat we nu ketengericht werken, leren we vanzelf veel over de processen in onze organisatie. Overigens werkt dat andersom net zo goed. De business krijgt ook inzage in onze it-processen en leert daarmee ook weer van ons. En ja, het is een beetje een dooddoener, maar wel waar: de samenwerking wordt daardoor veel beter.’
In hoeverre wordt door ‘de business’ al gebruik gemaakt van analyses? ‘Naarmate er meer data beschikbaar komt, zowel ‘binnen als buiten’, worden er meer analyses gedaan. De eerder genoemde geodienst ‘RADAR’ is daar al een mooi voorbeeld van. Maar daarnaast gebruiken we geo-analyses ook om de invloed van allerlei externe factoren op ons netwerk te bepalen. Voorbeelden daarvan zijn de invloed van vervuilde of verzakkende grond op het netwerk. Ons net wordt zelf ook steeds ‘slimmer’, omdat er meer sensoren in het net worden geplaatst. Die sensoren meten van alles en nog wat, en gaan zeker gebruikt worden bij analyses van het net. Werken met smart grids wordt volgens mij de echte uitdaging van de komende jaren. Ik denk dat de geo-wereld bij uitstek in de positie verkeerd om hieraan bij te dragen. Wij weten hoe het netwerk in elkaar zit. Als je dat aanvult met de data over hoe het netwerk zich gedraagt, kun je zien waar eventuele knelpunten ontstaan. Je kan dan, als je het goed doet, storingen voor zijn. Zo verander je reactief netmanagement naar proactief netmanagement!’