Nadat ik eerder in een interview met Ronald Plasterk, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie GOV magazine nr. 5 en Computable.nl expertverslag) berichtte over de visiebrief overheid digitaal 2017, vandaag de onderbouwing dat Nederland hier praktisch gereed voor is.
Tijdens de eind november gehouden najaarsconferentie van het Centrum Informatiebeveiliging en Privacybescherming (CIP) presenteerde Guus Bronkhorst (MT-lid van de directie Burgerschap en Informatiebeleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) de feiten. Volgens onder meer de cijfers van het CBS heeft in 2013 95 procent van de Nederlandse huishoudens toegang tot internet en zit 87 procent zelfs dagelijks op internet. Meer dan tien miljard euro wordt daarbij dit jaar online besteld en dat wordt steeds meer gedaan via tablets en smartphones. Kortom de Nederlandse burger is gedigitaliseerd!
Kijk je dan naar de overheid, vervolgde Bronkhorst, dan zie je dat er al een aantal jaren allerlei websites van de overheid beschikbaar zijn en dat officiële bekendmakingen van de overheid steeds vaker digitaal worden gepubliceerd. Al ruim tien jaar bestaat de mogelijkheid om je aangifte elektronisch te doen. En DigiD als authenticatie middel, in 2005 gestart, heeft inmiddels elf miljoen gebruikers, die alleen al dit jaar gezamenlijk honderd miljoen keer een DigiD hebben gebruikt om in te loggen. En verder heeft MijnOverheid.nl inmiddels vijfhonderdduizend gebruikers. Dit aantal zal alleen maar verder toenemen; de verwachting is zelfs naar zeven miljoen gebruikers, omdat de Belastingdienst haar toeslagen via de BerichtenBox gaat laten lopen. Tel daarbij het stelsel van basisadministraties, waarvan er inmiddels acht goed functioneren en vijf ‘in wording’ zijn en het uitvoerige gebruik van het burgerservicenummer (BSN) en je kan de digitale overheid realiseren!
Wat moet er nog gebeuren? Voorwaarden voor de overheid zijn: ‘overheid digitaal, burger centraal en kosten minimaal’. Daarbij wordt het adagium gehuldigd dat digitaal goedkoper is dan fysieke loketten en het sturen van een brief en daar wordt zwaar op ingezet. Het aanvragen van diverse uitkeringen en subsidies geschiedt al grotendeels digitaal en dat geldt ook voor herinneringen voor het verlengen van een paspoort, beschikkingen voor de kinderbijslag en belastingaanslagen.
De Nederlandse burger wil volgens Bronkhorst gemak, keuzevrijheid en digitaal zaken kunnen doen wanneer het hem/haar uitkomt. De overheid moet om dat te kunnen faciliteren de gewenste overheidsinformatie beschikbaar laten zijn en ook het wettelijk recht regelen. Een digitale overheid impliceert ook een veranderende relatie tussen de overheid en de burgers. De overheid moet nog meer transparant en toegankelijk zijn en haar governance hiermee in lijn brengen. Burgers moeten meer eigen bevoegdheden krijgen over hun gegevens (inzagerecht, correctierecht en recht op transparantie – aan wie worden zijn of haar gegevens verstrekt) en natuurlijk moet er een adequate beveiliging van die gegevens zijn met borging van de privacy. En ook, en dat past bij de burger centraal, zal de dienstverlening meer moeten worden gericht op de persoon – dat impliceert een andere inrichting van de front-office waar nog meer zal worden toegespitst op éénmalige, éénduidige registratie en meervoudige uitvraag. Ofwel ketenproblematiek en dat is nog wel lastig, maar moet gewoon worden opgelost zo gaf Bronkhorst aan. Met name het stelsel van basisregistraties zal daarbij moeten helpen.
Als burger zijnde hekel ik het feit om in een digitaal keurslijf gedwongen te worden.
Als IT professional houd ik mijn hart vast bij de diverse overheids ICT projecten. Volgens mij is er nog geen een project van landelijke grootte die als niet mislukt kan worden beschouwd.