Het hebben van een zelf ontwikkelde processor is duur. Diverse platformen zijn dan ook al gesneuveld ten gunste van standaardisatie op Intel – x86 of Itanium. Sun behoudt zijn eigen processor, maar doet dat samen met Fujitsu.
Sun Microsystems en Fujitsu hebben de vrucht van hun technologische samenwerking onthuld. Topmannen John Fowler en Chiaki Ito presenteerden de nieuwe systemen, die nu ongeveer een jaar later zijn dan eerst gepland. Toch zijn de nieuwe APL-servers (Advanced Product Line) 50 procent krachtiger dan equivalente huidige Sun-servers, melden de producenten.
De twee bedrijven, die al twintig jaar partners waren, sloten deze processorsamenwerking in juni 2004 en wilden de eerste gezamenlijk ontwikkelde machines midden 2006 uitbrengen. Deze samenvoeging van het ontwikkelwerk voor reguliere Sparc-processoren gaf Sun de ruimte om zijn multicore-varianten versneld te ontwikkelen. Die chips zijn inmiddels, en eerder dan gepland, op de markt gekomen. Sun werkt nu aan een geavanceerde zestien-core chip, codenaam Rock, die komend jaar op de markt moet komen. De eerste prototypes zijn al gefabriceerd, meldde Sun-ceo Jonathan Schwarz op zijn blog.
De nu onthulde APL-serverreeks, genaamd Sparc Enterprise, omvat ook instapmachines met de multicore UltraSparc T1-processor (codenaam Niagara). Deze T1000- en T2000-computers zijn dus in wezen de huidige SunFire-servers met de T1. Alleen de middelzware (M4000 en M5000) en topmodellen (M8000 en M9000) in de nieuwe reeks gebruiken de nieuwe Sparc64 VI van Fujitsu.
Die M-machines met de dualcore-processor hebben twee tot vierenzestig processoraansluitingen (sockets). Deze ware APL-servers zijn voorzien van extra functionaliteit voor mainframeniveau. Dit omvat een geheugenbeheersysteem met mirroring, hardware- en softwarematige foutenisolatie (fault isolation), automatisch herstel bij problemen, hot-swappable componenten en meer eigenschappen voor online-onderhoud.
De T-modellen zijn dan ook bedoeld voor bedrijfsapplicaties met grote databases, en ook bi-software (business intelligence) en datawarehousing. De M-modellen zijn voor cruciale backoffice-applicaties die veel transacties verwerken. Daarnaast roemen de producenten ook de mogelijkheden voor rekenintensieve analysetaken (high performance computing).
De machines draaien Suns Unix-variant Solaris 10 en zijn verkrijgbaar bij Sun en Fujitsu, maar ook bij de joint venture Fujitsu-Siemens. Analisten stellen dat het UltraSparc-platform daarmee een fraaie geografische spreiding krijgt; de drie leveranciers staan sterk in respectievelijk de Verenigde Staten, Azië en Europa. Elk van de bedrijven brengt de machines uit onder eigen naam en met eigen configuraties voor de doelmarkten. Dit gebeurt nog in de eerste helft van dit jaar.