Veel organisaties bezuinigen op research en development. Dit is behoorlijk tegenstrijdig wanneer dezelfde ondernemingen aangeven zich te onderscheiden op het gebied van innovatie. Europa moet zich deze ontwikkeling veel meer aantrekken en zich hardmaken als het gaat om innovatie en de inspanningen die nodig zijn om Europa concurrerender te maken op dit vlak, met name ten opzichte van Amerika.
Succesvolle innovatieve bedrijven als Facebook, Google en WhatsApp, vinden allemaal hun oorsprong in de Verenigde Staten. Daarentegen is Europa weer heel sterk in het opbouwen van infrastructuur; kijk maar naar waar bedrijven als Nokia en Ericsson mee bezig zijn. Ook op het vlak van research en engineering is Europa erg sterk. Zodra het echter gaat om het starten van nieuwe ontwikkelingen, om innovatie, dan loopt Europa enorm achter. SAP en Software AG zijn bedrijven die het in Europa heel goed doen, maar de meeste succesverhalen zijn toch echt in Amerika te vinden.
Waarom lukt het Amerika wel
Amerika heeft meer succes als het gaat om it-innovatie, omdat dit land een grotere digitale markt kent. Een nieuwe introductie in Nederland beslaat slechts een klein percentage van de wereldmarkt. Bij een nieuwe introductie in Amerika is die markt vele malen groter, wat succes beter mogelijk maakt. Daarnaast komt de wet- en regelgeving op het vlak van it-innovatie in alle Amerikaanse staten overeen, wat in de diverse Europese landen niet het geval is.
Wat ook bijdraagt aan het innovatieve klimaat in Amerika, is dat start-ups daar heel anders worden benaderd dan in Europa. Amerikaanse universiteiten hebben bijvoorbeeld veel meer mogelijkheden als het gaat om funding en vrijheden om nieuwe diensten te bedenken. In Amerika krijgen ook mkb-bedrijven veel meer kansen als het gaat om de creatie van nieuwe diensten.
Rol Europese Commissie
Hier ligt wat Europa betreft een duidelijke taak voor de Europese Commissie; deze richt zich te veel op grote bedrijven en kijkt te weinig naar start-ups en mkb-bedrijven. De Europese Commissie probeert hier wel verandering in te brengen, maar zonder al te veel succes. De meeste funding gaat nog steeds naar de grotere ondernemingen. Het volledige bedrijfsleven draait echter voor 98 procent op middelgrote en kleinere ondernemingen. Hier zie je ook snel return on investment: dit soort kleine en middelgrote ondernemingen hebben helemaal geen grote bedragen nodig om succes op te kunnen bouwen en daarom moeten we hier snel veel meer aandacht aan gaan geven. Na acht jaar voor de Europese Commissie te hebben gewerkt aan het realiseren van innovatie, moeten wij op dit moment concluderen dat participatie aan Europese innovatieprojecten vooral werkt voor grote bedrijven en nog eigenlijk nauwelijks voor mkb-bedrijven.
Investeringen in het mkb en in start-ups zorgen uiteindelijk ook voor meer banen in Europa. We komen steeds verder uit de recessie en het creëren van banen is essentieel om deze ontwikkeling voort te kunnen zetten. Europa moet dan ook blijven investeren in mkb-bedrijven en start-ups. Als we de verschillende regels in de diverse landen kunnen uniformeren, hebben we een nog grotere kans om bedrijven binnen Europa een kans te geven. Hopelijk pakt de Europese Commissie deze handschoen op.
Jan Sundelin, ceo TIE Kinetix