Een goed idee, enthousiasme en een geloof in je product of dienst zijn belangrijke eigenschappen om te groeien als startup, en uit te groeien tot een scale-up met unicorn-potentie. Toch ontkomt geen enkele startup aan twee zogeheten valleien des doods.
De eerste vallei des doods, in de literatuur bekend als de ‘valley of death’, is technisch. Zodra een idee wordt uitgevoerd, moet de startup deze omzetten in een prototype, het testen en implementeren. Deze fase vraagt productgeoriënteerde en technische vaardigheden. Wie niet meer in huis heeft of haalt, redt het niet. Volgens StartupJuncture (2016) zien tweehonderd startups per jaar het licht. Hiervan beklijft één op de tien, de rest blijft klein of flopt. Waarom lukt het vaak niet? Verklaringen als ‘pech’ of ‘de markt is er niet klaar voor’ blijken smoesjes. Je faalt niet voor niets. De website Autopsy. io geeft een overzicht van gefaalde startups en de reden voor het uitgebleven succes. Leerzaam. Te vroeg opschalen, gebrek aan innovativiteit en ondernemerskwaliteiten, zijn enkele kenmerkende faalfactoren. Tekenend ook voor gestrande startups is de uitspraak van Yash Kotak: ‘That’s the thing about us engineers; if you give us something interesting to build, we will forget everything else and just build.’
Met zo’n we-bouwen-er-maar-op-loshouding blijft een startup hangen in de eerste vallei des doods. Om het bedrijf voorbij de eerste doodsvallei te leiden, is managementwijsheid nodig. Die halen startups met potentie bij startup-accelerators die ook investeren. Europa telt volgens het EU-startups-rapport ‘Startup accelerators in Europe – a complete overview’ (2016) 85 accelerators, waaronder de Nederlandse Rockstart, StartupBootcamp en World Startup Factory. Keuze genoeg, maar kijk goed welke accelerator bij jouw bedrijf past om de eerste vallei des doods te overleven.
Investeringen worden trouwens minder. Volgens StartupJunture hebben Nederlandse startups in 2016 264,7 miljoen euro opgehaald aan investeringen. Dat is ruim 180 miljoen euro minder dan het jaar ervoor, en beduidend minder dan in 2014 toen investeerders bij elkaar nog 500 miljoen uitdeelden. Dit past in een wereldwijde trend: investeerders kijken liever naar startups die de eerste vallei des doods voorbij zijn en al werkelijk een product of dienst hebben ontwikkeld.
Naar scale-ups dus. Voor scale-ups die de commercialisatiefase ingaan, doemt de tweede vallei des doods op. Het gaat nu om het vermarkten, opschalen en aantrekken van investeringen, én het aanboren van nieuwe Europese of internationale markten. Daar zijn commerciële en netwerkvaardigheden hard nodig. En netwerken, want zonder netwerken betreed je geen markten. Het vinden van de juiste netwerken die toegang bieden tot expertise, markten en investeerders is bepalend voor het bedrijfssucces, concludeert ShuSheng Ye, die in opdracht van EIT Digital voor Nyenrode Business University de Second Valley of Death onderzocht. Scale-up-accelerators zoals de Amerikaanse Endeavor, het Britse Future Fifty, en EIT Digital met een pan- Europees ecosysteem voor Acces to Finance en Acces to Markets, kunnen die netwerken bieden.
Succes is geen geluk, succes is weten wat en wie je nodig hebt.
Patrick Essers is directeur EIT Digital The Netherlands
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Computable-magazine #5 van 2017.