Martin Taylor, global general manager platformstrategie bij Microsoft, relativeert in dit vraaggesprek de concurrentie met Linux en verdedigt de non-modulaire opbouw van Longhorn. Het ‘op rollen gebaseerde gebruik’ van het nieuwe besturingssysteem zou bijvoorbeeld meer flexibiliteit opleveren zonder dat daarmee de veiligheid in het geding komt.
Wat doet de groep platformstrategie?
“Allereerst spannen we ons in klanten in de markt ‘op te voeden’ als we het idee hebben dat we een goed verhaal te vertellen hebben. Daarnaast heb ik een technisch team. Ik heb nogal wat mensen aangetrokken uit de Linux-wereld om een r&d-centrum te bemannen. Tot slot helpen Linux- en open-source-consultants ons bij het bouwen van oplossingen. We draaien elke Linux-distributie op in totaal circa 120 servers, met wisselende configuraties.
We zorgen hiermee dat onze productgroepen makkelijk de beschikking kunnen krijgen over Linux-informatie als ze die nodig hebben. Onze ontwikkelaars hebben jarenlang tot over hun oren in Microsoft-software gezeten en zijn niet altijd op de hoogte van mogelijk interessante ontwikkelingen in de Linux-wereld. Wij fungeren als de ogen en oren van onze ontwikkelaars om de ontwikkelplannen van onze producten te voeden.
We maken daarmee onze externe activiteiten geloofwaardiger. Als ik bijvoorbeeld beweer dat onze bestandsuitwisseling sneller is dan Samba, dan zeg ik dat niet uit een soort reflex, maar omdat ik de Linux- en open-source-mannen in mijn team de open softwareomgeving heb laten bouwen en mijn Windows-mannen de Windows-omgeving.
We hebben ons gerealiseerd dat we meer interactie nodig hebben met onze klanten en in de verschillende markten waar we opereren. Net als de totale eigendomskosten van een systeem uniek zijn omdat ze zijn gebaseerd op scenario’s van de klanten, zijn er ook hier culturele verschillen tussen de Emea-regio en andere regio’s. Dus hebben we een klein team van mensen over de hele wereld die belast zijn met dezelfde initiatieven als ik, maar dan op een meer lokaal aangepaste wijze.”
Stand van zaken
Hoe staat het met Longhorn op het moment?
“We hebben in augustus aangekondigd dat we Win FS (het databank-bestandssysteem) uit de Longhorn-versie van 2006 hebben gelicht, en dat we dat systeem kort daarna ter beschikking zouden hebben. Dat heeft begrijpelijkerwijs nogal wat stof doen opwaaien. Men vraagt zich wel af of Longhorn niet zou moeten concurreren met Linux, juist in het kader van de vergelijking tussen Linux en open source enerzijds en een platform anderzijds waar we het net over hadden. Mijn antwoord is: Nee, niets zou minder waar zijn. Vanuit het perspectief van innovatie, vanuit het perspectief van de technologie biedt een gesloten platform me alles wat ik maar nodig heb.”
Waarom moet er dan nog zoveel werk verricht worden?
Longhorn is op een flink aantal fronten een flinke gok voor onze onderneming. Maar dat heeft niets te maken met Linux en open source en alles met onze voortgaande innovatie. We zijn de pijplijn voor Windows-boodschappen (messaging bus) opnieuw aan het ontwerpen, net als de interface en het opslagsysteem. We ontwerpen tal van dingen opnieuw. We leggen ook snelwegen en paden aan voor andere producten om voordeel te kunnen halen uit het besturingssysteem; denk daarbij aan WinFS, Indigo of Avalon of wat dies meer zij. Dat is een grote klus.”
Modulair
Schuilt er geen gevaar in het hebben van een almaar groeiende monoliet? Zou het niet veel meer modulair moeten zijn?
“Wij kijken er niet zozeer naar als één modulair systeem, maar meer als naar een uitrol die op het vervullen van bepaalde rollen is gebaseerd. Als je bijvoorbeeld een tamelijk losjes aan elkaar geknoopte omgeving hebt, lopen eindgebruikers tegen hogere kosten op om dat strakker te organiseren, hun programmatuur en hun zakelijke processen te laten draaien, het beheer te voeren, en dat systeem met lapmiddelen up-to-date te houden. Dat soort dingen.
Je kunt natuurlijk een niet al te hecht gekoppelde omgeving nemen en vervolgens zeggen: ‘We gaan een onderdelenset op de markt brengen die van nature modulair van karakter is en het dan aan de eindgebruiker of de dienstverlener overlaten die dingen samen te binden tot een volwaardige ‘oplossing’.’ Wij zeggen dat we een omgeving op de markt brengen die veel hechter gekoppeld is. Die kunnen we beter ondersteunen en mensen kunnen daar hun applicaties op bouwen die sneller draaien. Het is niet zozeer dat mensen alleen modulaire brokken willen, als wel dat ze zich afvragen: ‘Wat wil je eigenlijk gaan doen met die technologie?’
Wat wij ontdekt hebben bij servers, met name bij ondernemingen, is dat mensen de (systeem)belasting uit elkaar willen trekken. Dus ja, we brengen een multi-purpose besturingssysteem op de markt, maar we weten dat de mensen dat alleen willen gebruiken als webserver of als fileserver of als onderdeel van een zware, geclusterde server-omgeving. Bij het ontwerp van Longhorn houden we dus met name rekening met dit soort op rollen gebaseerd gebruik. Je levert en ontplooit dus wat je wilt zonder dat dit ten koste gaat van het beheer en de veiligheid of andere overwegingen die een rol spelen bij een minder hecht gekoppelde modulaire omgeving.”
Hoe zie je Linux in de markt?
“Wat we ook merken is dat meer en meer mensen een commerciële Linux-versie willen gebruiken. Ze willen niet een op maat geconfigureerde kernel of distributie. Ze willen de telefoon kunnen pakken en zeggen: ‘Help me, het werkt niet.’ Maar dan hebben we het over Red Hat of Novell-Suse en dergelijke. Maar die hanteren prijzen voor ondersteuning en lapmiddelen voor beveiliging die veel hoger zijn dan voor Windows Server. In sommige gevallen ben ik dus te goedkoop als je naar de marktprijzen kijkt. Dat is wat wij opmerken.”
De engine
Hoe zit het met applicaties als Great Plains en Navision die bovenop het besturingssysteem zitten? Met welke strategie werken jullie je omhoog in de keten?
Bij de globale strategie met Navision en Great Plains gaat het meer om het hart, de engine. We denken over het totale ecosysteem van de ict, en we zien een flink aantal zich herhalende processen die een hoop onafhankelijke softwareleveranciers (Isv’s) moeten afhandelen, in dit geval die van de traditionele boekhoudsystemen in scenario’s voor middelgrote en kleine systeemconfiguraties.
Dus vragen we ons af of we een engine kunnen bouwen die de sterke punten van Great Plains en Navision benut en Isv’s in staat stelt daar bovenop te bouwen. Die kunnen dan hun r&d-kosten verlagen en hopelijk de hoeveelheid tijd verminderen die het kost om een applicatie op de markt te introduceren en ook nog over een betere integratie met Windows beschikken.
Onze lange-termijnstrategie is om te blijven slijpen en het ict-ecosysteem vanuit dat perspectief te bevorderen. Dat was ook de centrale ontwerpoverweging bij de overname van beide ondernemingen.
Maar hoe gelukkig zijn wederverkopers ermee dat jullie je hiermee op het terrein van de isv’s begeven?
Resellers van Navision zijn heel tevreden, omdat ze nu deel uitmaken van de bredere gemeenschap van wederverkopers van Microsoft. Die kunnen nu veel meer dingen doen dan vroeger. Datzelfde geldt voor resellers van Great Plains. Ik heb een paar jaar terug een week doorgebracht in Fargo met een hoop wederverkopers van Great Plains. Die krijgen toegang tot een heleboel (nieuwe) klanten en zijn daar erg tevreden mee.< BR>
Peter Williams