De wereldwijde doorbraak van kabelmodems loopt ernstige vertraging op nu er een standaardenstrijd is losgebarsten. In Europa en de Verenigde Staten zijn namelijk twee consortia van IT-bedrijven opgericht die elk een eigen ‘standaard’ steunt voor deze hoge-snelheidsmodems. In de Verenigde Staten heeft een dergelijke strijd zich de afgelopen twee jaar voorgedaan bij 56k-modems.
Het Europese Kabel Modem Consortium (Ecmc) bevordert en ontwikkelt producten op basis van het Amerikaanse ‘multimedia cable network system’ (Mcns). Deze technologie staat ook bekend als de ‘data over cable system interface specification’ (Docsis). Mcns is in de Verenigde Staten min of meer de ‘de facto’ standaard. De Ecmc wil met deze technologie ook voet aan de grond krijgen in Europa. Internationale leden van dit samenwerkingsverband zijn ondermeer 3Com, Broadcom, Cisco, Dassault, General Instrument, Motorola en Pace.
Tegenhanger
Tegelijkertijd werkt de Amerikaanse tegenhanger, het dic (davic (digital audiovisual international council) interoperability consortium), aan het doordrukken van een eigen standaard. Hierbij gaat het ironisch genoeg om een Europese technologie; dvb-rccl (digital video broadcasting – return channel for cable and local microwave distribution systems). De Amerikaanse en Europese bedrijven die dit initiatief steunen zijn onder andere Alcatel, Cocom, Divicom, Hughes Network Systems, Nokia, Sagem en Simac. Tot nog toe lijken de meeste Europese kabelmaatschappijen de voorkeur te hechten aan het dvb/davic-systeem. JB