Europa wil leveranciers van zoekmachines verplichten om de zoekgegevens van gebruikers twee jaar te bewaren voor opsporingsdoeleinden. Nu is die termijn zes maanden. Dat staat in een richtlijn die is aangenomen door het Europees Parlement. Door gegevens langer te bewaren moet criminaliteit via internet sneller worden opgespoord. Tegenstanders vinden de richtlijn een schending van de privacy van gebruikers. ‘Dit roept herinneringen op aan de Oost-Duitse Stasi.’
Een meerderheid van het parlement stemde onlangs in met een richtlijn om de bewaartermijn van gebruikersgegevens te verlengen van maximaal zes maanden naar twee jaar. Dat voorstel komt van Europarlementariërs die een Europees alarmsysteem tegen pedofielen willen oprichten. Daarvoor pleiten zij voor de uitbreiding van de toepassing van Richtlijn 2006/24/EG. Daarin staat dat telecomproviders een jaar lang moeten opslaan met wie iemand belt, waar de mobiele telefoon van die persoon zich bevindt en wanneer er wordt ingelogd op internet. De voorstanders willen dat die bewaarplicht ook wordt ingesteld voor leveranciers van zoekmachines op internet.
Weerstand
Het voorstel om de bewaartermijn van gegevens te verlengen leidt tot forse weerstand van privacy-organisaties zoals Privacy International. Een van de felste tegenstanders in Nederland is Alex van Eesteren van zoekmachine lxquick, een zoekmachine die geen ip-adressen opslaat en geen identificeerbare cookies gebruikt.
Hij stelt: ‘Het bespioneren van zoektermen die burgers invoeren, zonder dat iemand verdacht is van een misdaad, roept herinneringen op aan de Oost-Duitse Stasi, waar iedereen per definitie verdacht was. Wij geloven dat privacy een fundamenteel recht is, en wij zullen ons tot het uiterste verzetten tegen de invoering van de beoogde wetswijzigingen.’
Volgens van Eesteren heeft de uitbreiding van de bewaarverplichting sowieso weinig effect doordat internetmisdaden zoals de verspreiding van kinderporno via geheime netwerken verloopt en niet via zoekmachines wordt verspreid.