Opnieuw een tegenvaller voor de raad van bestuur van UWV. Na het WIA-foutenfestival en een lange geschiedenis van (legacy)problemen met de it, dreigt nu onenigheid over de Verandermotor. De ondernemingsraad heeft een negatief advies uitgebracht over deze nieuwe werkwijze die meer ruimte moet bieden voor de menselijke maat in de dienstverlening. De raad van bestuur plaatst hierbij wel de kanttekening dat de OR niet tegen de Verandermotor an sich is.
De voorgestelde aanpak is zo slecht uitgewerkt waardoor er nog heel veel onduidelijkheden bestaan, blijkt uit een reactie van de ondernemingsraad (OR). Daarom bestaat (nog) de allerminste overtuiging dat de nieuwe opzet die met organisatorische verschuivingen en veranderingen in machtsverhoudingen gepaard gaat, goed gaat werken.
De vrees bestaat dat UWV van de regen in de drup raakt, terwijl UWV zich niet meer problemen kan veroorloven. Bovendien boogt UWV op een historie van mislukte herstructureringen waarbij bleek dat deze uitvoeringsorganisatie bijna niet veranderbaar is.
De OR vraagt de UWV-top daarom de adviesaanvraag in te trekken en met een nieuw voorstel te komen waarin de deeladviezen beter zijn uitgewerkt. Ook de personele gevolgen die zeer aanzienlijk kunnen zijn, moeten helderder voor het voetlicht worden gebracht.
Enquête
Uit een enquête van de OR onder de achterban blijkt dat het voor medewerkers niet duidelijk is wat er voor hen gaat veranderen. Wel verwachten ze een impact, ook voor hun eigen positie. Zorgen zijn er over de kans van slagen. Medewerkers zien problemen die de Verandermotor ook niet oplost. Ook managers op alle niveaus constateren risico’s.
Omdat de OR meent dat het beperkte draagvlak voor de nieuwe werkwijze een succesvolle implementatie in de weg staat. Ook voor consultant TwijnstraGudde, door de OR voor advies in de arm genomen, is het onduidelijk of de Verandermotor tot de gewenste verbeteringen leidt. Het bureau ziet een afbreukrisico als deze operatie geen wezenlijke problemen oplost.
Op zich is de OR het eens met de inzet van de Verandermotor om tot één UWV-werkwijze te komen met een integrale aansturing van de verandering. Ook een sterke prioritering wordt toegejuicht. Evenmin zijn er bezwaren tegen een ‘lean portfolio-management’, een agile-architectuur en roadmap naar een wendbaar en betrouwbaar it-landschap.
Maar grote twijfels bestaan er over de vraag of UWV zo’n omvangrijke verandering aankan. De UWV-top wil met clusters gaan werken waarin multidisciplinaire teams vanuit de dienstverlening samen met teams verantwoordelijk voor de informatievoorziening, de handen ineen slaan. Binnen clusters wordt autonoom gewerkt aan gedeelde missies ter verhoging van de ‘klantwaarde’.
Moeite
De OR constateert dat het UWV al veel moeite kost om over zeven divisies heen te werken. Vandaar de bedenking of het dan juist niet ingewikkelder wordt als er moet worden samengewerkt over zeven divisies, zes vakgroepen, de cio en cto en 22 clusters heen? De OR is bang dat de clusters zich als silo’s gaan gedragen terwijl het de bedoeling is de verkokering per divisie tegen te gaan. Behalve klantreis-, diensten- en kanalen-clusters komen er ook ‘enabling clusters’. Twijfels zijn er over de praktijk. Gaan alle clusters apart hun wensen neerleggen bij die ‘enabling clusters?
Dit is onduidelijk, omdat een methode om de onderliggende oorzaken van de problemen bij UWV ontbreekt. Belangrijk is het niet alleen de symptomen aan te pakken, maar juist de kernoorzaken te vinden en op te lossen, zodat het probleem niet opnieuw optreedt.
Vervangen
Verder constateert de OR dat de afgelopen jaren vrijwel het gehele topmanagement is vervangen. Op alle niveaus moest het management informatievoorziening (IV) agile kunnen werken. Maar dat bracht niet de gewenste resultaten. Nu wil de raad van bestuur het management opnieuw laten solliciteren zonder dat het selectieproces bekend is. Ook is onduidelijk hoe iemands ‘agile’-kwaliteiten worden beoordeeld.
Zo zit de OR met tal van vragen, ook over de aansturing in de dagelijkse praktijk. Ook de salariëring van clusterleiders kan een probleem worden. De cio en cto krijgen als clusterleider zevenhonderd man onder zich, de andere clusterleiders gemiddeld 225 medewerkers. Dat is een groot verschil in omvang, wat zich niet laat terugzien in salariëring.
De OR ziet ook een potentieel probleem in de grote uitbreiding van het hogere management. Al die baasjes zijn gewend om hun wil door te drukken, of zoals de OR het uitdrukt ‘de hiërarchie te gebruiken om resultaat te behalen.’ Dat kan de samenwerking en uniformiteit schaden. Als samenwerken tussen divisiedirecteuren al een probleem is, dan wordt het nog lastiger wanneer daar handenvol clusterleiders bijkomen.
Verder merkt de OR op dat bij de vele eerdere reorganisaties knelpunten niet werden opgelost door een verandering van structuur. Ook worstelt de OR met de vraag welk raamwerk UWV wil gebruiken om agile-methoden toe te passen.
TwijnstraGudde vreest dat UWV het SAFe-model (Scaled Agile Framework; een raamwerk ontworpen om organisaties te helpen met het implementeren van agile-methodieken op grotere schaal) vrijblijvend gaat implementeren. Met een eigen UWV-versie is Verandermotor gedoemd te mislukken.
Operatie
De OR betreurt het dat veel zaken rond deze ingrijpende operatie nog nader moeten worden uitgewerkt in detail-ontwerpen waar ze later over moet adviseren. Dit maakt het lastig nu advies uit te brengen over organisatorische wijzigingen zonder dat er zicht is op toekomstige personele consequenties van veranderingen in volgende fases. Als de OR nu akkoord zou gaan, dan zit ze vast aan een onherroepelijk besluit dat niet meer valt terug te draaien.
Reactie UWV
‘UWV waardeert de zorgvuldigheid die onze OR heeft genomen om het advies van de Verandermotor te bestuderen en begrijpt dat er nog veel vragen en punten van zorg zijn, waar we over in gesprek zijn.
‘De raad van bestuur van UWV is overtuigd van de noodzaak om deze beweging te maken, en zijn positief dat ook de OR nut en noodzaak begrijpt. Met deze beweging kunnen we veranderingen sneller kunnen doorvoeren en onze dienstverlening verbeteren, met meer ruimte voor de menselijke maat. De OR mist echter op onderdelen nog voldoende uitwerking. En geeft daarom aan niet anders dan negatief te kunnen adviseren op basis van de informatie die het nu heeft. De OR is echter niet tegen de Verandermotor an sich en de beweging die we hiermee willen inzetten.’