Na langdurige voorbereidingen en vertragingen is de Autoriteit Consument & Markt (ACM) officieel bevoegd om toezicht te houden op de naleving van de Digital Services Act (DSA) in Nederland. De wet werkt meer regulering van digitale diensten in Europa in de hand.
De DSA trad op 17 februari 2024 in werking, maar het toezicht was nog niet formeel vastgelegd. Inmiddels heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Nederlandse implementatiewet en daarmee is ook het toezicht geregeld. De wetgeving is ontworpen om een veilige online-omgeving te waarborgen en de grondrechten van gebruikers te beschermen. Ook moet er een gelijk speelveld voor bedrijven ontstaan. Aanbieders van tussenhandeldiensten, zoals online-platforms als Instagram en Facebook, en zoekmachines, worden onderworpen aan nieuwe verplichtingen.
De DSA introduceert onder andere transparantieverplichtingen; bedrijven moeten duidelijkheid bieden over hun advertentiebeleid en de algoritmen die zij gebruiken. Ook komen er meldpunten voor illegale inhoud. Platforms moeten mechanismen implementeren waarmee gebruikers eenvoudig illegale content kunnen rapporteren. Ook worden aanbieders van digitale diensten verantwoordelijk voor de moderatie van geboden inhoud. Ze zijn verplicht om effectief toezicht te houden op de content die via hun diensten wordt verspreid en passende maatregelen te nemen tegen illegale of schadelijke inhoud.
Vertraging
De implementatie van de DSA in Nederland liep aanzienlijke vertraging op, waarna de Europese Commissie Nederland op de vingers tikte en om opheldering vroeg. Eén van de redenen voor de vertraging was de complexiteit van de wetgeving en de noodzaak om deze zorgvuldig af te stemmen op bestaande nationale wetten en toezichthoudende structuren. Daarnaast waren er discussies over de exacte rol en bevoegdheden van de ACM en de Autoriteit Persoonsgegevens in het toezicht op de DSA.