Ceo Benelux Jo Maes: ‘wij blijven een multilokaal bedrijf’
Ordina was een van de grootste it-dienstverleners van Nederland. Tot het bedrijf uit Nieuwegein in handen kwam van het Franse Sopra Steria. Sinds afgelopen zomer is het ook onder die naam actief op de Nederlandse markt. Saillant detail: Sopra kocht ooit het voormalige moederbedrijf van Ordina, SG2 Ingénierie. Jo Maes, de Belgische ceo van Ordina sinds 1 april 2017 en nu dus al een tijdje van Sopra Steria Benelux, geeft tekst en uitleg over deze bundeling van krachten.
In maart 2023 deed Sopra Steria een bod op het beursgenoteerde Ordina (2800 medewerkers, omzet zo’n 450 miljoen euro). Op 2 oktober was de officiële closing van dit proces. Wat zijn daarna de stappen geweest?
Jo Maes: Wat ik super belangrijk vond, was om onmiddellijk iedereen samen te brengen. Want het ging niet alleen om Ordina in Nederland én België, maar ook om twee andere Belgische bedrijven: de Sopra Steria-vestiging en it-dienstverlener Tobania die zo’n twee jaar geleden is overgenomen, elk goed voor zo’n zeshonderd man. We wilden iedereen onder één dak brengen en een gezamenlijk plan opstellen. Wat is nu die stip op de horizon met z’n drieën, waar willen we naartoe? Daar hebben we al snel presentaties over gegeven; dat proces is vlot gegaan. Daarna is de organisatorische integratie begonnen. Dan zijn er praktische zaken, zoals locaties die je moet samenbrengen, het overal doorvoeren van de naamsverandering en de communicatie naar klanten. Maar ook technische haken en ogen, denk aan het integreren en het op elkaar afstemmen van systemen. We hebben nu zelf mogen ervaren hoe zulke it-trajecten er bij klanten uitzien. Best pittig!
De overname kwam voor velen toch als een verrassing. Ik begreep eigenlijk dat Ordina in eerste instantie zelf op zoek was naar acquisities, met name op het nearshore-vlak. Hoe werkt zoiets bij een beursgenoteerd bedrijf?
Als je de geschiedenis van Ordina de voorbije tien jaar hebt gevolgd, dan zie je een ontwikkeling van een bedrijf dat wat achterliep naar één die qua groei en winstgevendheid op een niveau belandde dat boven het marktgemiddelde lag. Vervolgens komt de logische vraag van de raad van commissarissen: ‘en wat gaan jullie nu doen?’ We waren inmiddels een toonbeeld van een gezond bedrijf in it-services. Na een herijking van de strategie kozen we voor een transformatie naar meer toegevoegde waarde voor de business. Om die beter van dienst te zijn hadden we meer schaal nodig en wilden we meer it-capaciteit en -profielen in huis halen. Maar die zijn schaars, waarna we besloten om offshoring- en nearshoring-mogelijkheden te onderzoeken. Daarin waren we best ver gevorderd tot we de financiering van zo’n autonome strategie nog eens goed onder de loep namen. Met daarbij uiteindelijk de vraag: ‘Is het niet beter om aan te sluiten bij een grotere partij die ons doel kan versnellen?’ Na intern overleg en in samenspraak met de commissarissen hebben we toen voor deze optie gekozen. Daarna kwam Sopra Steria vrij snel in beeld.
Bedrijfsculturen
Waarom viel de keuze op Sopra Steria? Jij kende dit Franse bedrijf al goed…
Ik heb inderdaad een verleden bij Sopra Steria. Ik ben daar in 2008 na een acquisitie een tijdje komen te werken. Maar als je kopjes koffie drinkt met mogelijke partijen met wie je wilt samengaan, kijk je uiteraard eerst naar de synergie: kan zo’n partij datgene bieden waar wij naar op zoek zijn en worden zij ook beter door ons? Dat is stap één.
Stap twee is voor mij veel belangrijker, want kennis en kunde kun je opbouwen, maar hoe zit het met de bedrijfsculturen? Passen die bij elkaar? En die match bleek te bestaan. Sopra Steria en Ordina hadden een gelijklopende cultuur: allebei bedrijven die lokaal acteren met dunne managementlijnen en een nadruk op ondernemerschap en vakmanschap. Dat is ook iets waar onze klanten het meest tevreden over zijn, over de kwaliteit van onze mensen.
Een ander pluspunt, en dat herinner ik me ook van mijn tijd bij Sopra Steria: het is een bedrijf dat makkelijk over grenzen heen samenwerkt. Dat vonden we eveneens belangrijk, want als je synergie uit een alliantie wilt halen, dan moet er ook een cultuur bestaan van samenwerken. En, last but not least, het imago van Sopra Steria sprak ons ook aan: het is niet zo’n ronkende naam als Capgemini of Atos, het is meer voeten op de grond, de no-nonsense-aanpak van ‘doen wat we zeggen, zeggen wat we doen’. Dat is een belangrijke waarde voor ons. Dus uiteindelijk viel na een optelsom de keuze op Sopra Steria.
Je zou kunnen denken, Nederlandse en Franse werknemers, dat wil nog wel eens botsen.
Ja, vast wel een keer. Maar als je echt naar die onderliggende waarden kijkt die ik aanstipte, dan zie je dat het werkt. Ik was recent op een townhall-meeting in Brussel over het samenwerken in de groep. Ik vertelde over een cloudtransformatieproject voor een Nederlandse zorgverzekeraar en dat ik het zo fijn vond dat er medewerkers uit Frankrijk waren afgereisd om te helpen bij die migratie. Toen stak er een Franstalige Belg zijn hand op en zei: ‘ja, maar ik zit al in dat project.’ En hij bleek al enige tijd met een collega heen en weer naar Nederland te rijden.
Die cultuur van samenwerken, ook over de grens, had zich in de praktijk dus al bewezen. Zoiets kun je niet vanuit het management opleggen. Dat moet toch in de genen van het bedrijf zitten. Mensen zochten elkaar na de overname al snel op en vonden elkaar in communities rond kerncompetenties. Zo werken we in onze regio rond de cloud en cybersecurity eveneens goed samen met collega’s uit Noorwegen.
We zeggen intern wel eens gekscherend: als een technologie opkomt in Nederland, dan wachten we een jaar en dan begint het in België.
Waarom wilde Sopra Steria Ordina eigenlijk overnemen?
De Benelux is een aantrekkelijke regio en Nederland is daarin een innovatieve markt. Daar gaat veel geld in om. Het land is dan wel qua omvang niet groot, maar door de hoge it-uitgaven is het een interessante markt voor een automatiseerder.
Sopra Steria is een grote speler in Scandinavië. Daar zie je technologieën vaak als eerste in Europa opkomen, dan naar Nederland afzakken en vervolgens verder naar het zuiden gaan. We zeggen intern wel eens gekscherend: als een technologie opkomt in Nederland, dan wachten we een jaar en dan begint het in België. Dat klopt meestal wel. Voor Sopra Steria is het cruciaal om in innovatieve markten te zitten en Nederland was nog een witte vlek. Bovendien versterkt het bedrijf door de overname zijn Belgische activiteiten.
Sopra Steria is door een fusie in 2014 tot stand gekomen; vooral Steria had een sterke positie in de Nordics. Vergis je niet, er werken ruim 55.000 mensen in bijna dertig landen bij het concern, de omzet is rond de zes miljard euro en het heeft een notering aan de Euronext in Parijs.
Wat levert Sopra Steria? Zijn het overwegend generieke diensten of heeft het concern nog branchespecifieke oplossingen in huis?
Jazeker. Zo is er Sopra Banking. Dat biedt een suite met bankiersproducten rond betalen, sparen en lenen en is kortgeleden ondergebracht bij Axway, een zusteronderneming van Sopra Steria. Dan zijn er tevens nog softwareproducten voor vastgoed en salarisverwerkingen. Het betreft niet het gros van de business hoor, maar Sopra Steria zet ze in de markt als teken van innovatie. In het bedrijf wordt ook regelmatig nagedacht of er van bepaalde gebouwde software een product valt te maken. Bij Ordina deden we dat niet meer. Daar zetten we in onze projecten softwarebouwstenen in die we konden hergebruiken, niet om te licenseren.
En er zijn dus offshore- en nearshore-mogelijkheden?
Ja. Binnen de Sopra Steria-groep zijn er voor allerlei voor allerlei technologieën nearshore-capabilities in Polen en Spanje en een offshore-capability in India. In de Benelux werken we met onze Poolse en Indiase locaties hoofdzakelijk voor de banksector. Als het gaat om de publieke sector dan schakelen met Poolse en Spaanse centers, om de data binnen de Europese Unie te houden. Voor de EU doen we veel projecten; in Den Haag ondersteunen we bijvoorbeeld het Europese Patentbureau en het Europese Geneesmiddelenbureau.
Overigens blijft het uitganspunt dat we een multilokaal bedrijf zijn. Onze nearshore- en offshore-capaciteit zetten we in als aanvulling op onze kennis en kunde en als een klant dat wil. Wij hebben geen ‘India-strategie’. We werken lokaal met onze ‘high performance’-teams van specialisten die we hybride aanvullen met experts uit de centers.
French connection
Wat veel mensen niet weten is dat Ordina een Franse oorsprong heeft. Het bedrijf werd daar begin jaren 70 opgericht en in 1983 onderdeel van automatiseerder SG2 van de bank Société Général. In Nederland was Ordina sinds 1973 actief en stond het sinds 1985 op eigen benen na een management buy-out. In 1987 volgde een beursgang met een notering aan de AEX tot in 2023. Saillant detail: Sopra nam Ordina’s oud-moederbedrijf SG2 Ingénierie in 1996 over.
Beide bedrijfsnamen verwijzen ook naar de it: Ordina komt van ordinateur, het Franse woord voor computer, en Sopra hoogstwaarschijnlijk van société de programmation (‘programmeerbedrijf’).
Kernmarkten
Wat zijn eigenlijk de belangrijkste markten in de Benelux?
We bedienen hier drie kernmarkten: de publieke sector, financiële dienstverlening en de industrie. In de publieke sector, onze grootste markt, had Ordina al een voorstaande positie als it-dienstverlener, maar als Sopra Steria zijn we vele malen groter. Dat biedt meer mogelijkheden bij aanbestedingen, met name bij de Europese Unie. Om je een idee te geven, we hebben het cybercontract gewonnen voor de beveiliging van de European Space Agency. De hoofdzetel daarvan zit in Praag, maar onze diensten leveren we vanuit België omdat dat ook een belangrijke vestiging is. Dat zijn raamakkoorden die we als Ordina in België niet hadden kunnen winnen.
In de financiële sector mikken we nu nog vooral op banken en zorgverzekeraars. Maar we breiden uit naar de overige verzekeraars. Dat is een nieuwe groeipool die we willen aanboren, En we kijken met een schuin oog naar de pensioenmarkt. Ordina was daar een tijd geleden actief met een eigen softwarepropositie, nu onderzoeken we of daar een positie als systeemintegrator kunnen opbouwen. Want met de nieuwe pensioenwetgeving gaat daar veel wijzigen.
En de industriesector, wat zijn de verwachtingen daarvoor?
Daar voorzie ik in 2025 niet veel groei. Die staat onder de druk, zie de problemen in Duitsland bij de autofabrikanten en toeleveranciers. Je weet, als er in de Duitse industrie iets gebeurt, dan krijg je in de maakindustrie toch altijd een rimpel in onze regio.
Maar wij onderscheiden ook nog de ‘public of industry’. Denk aan het openbaar vervoer en het nutswezen. Alles wat beweegt, daar zijn we sterk in en in deze markt verwachten we veel groei. Dat geldt ook voor de energiesector. Ordina heeft daar een paar jaar geleden nog een gerichte overname voor gedaan: IFS Probity, een specialist in facturatievoor nutsbedrijven. Die deal heeft ons een mooie stap in die markt gegeven.
Strategische rol
In het begin van het gesprek sprak je over een ‘stip op de horizon’. Wat is die stip dan?
Kijk, in de geschiedenis van Ordina zijn we steeds belangrijker geworden voor de grotere klanten in onze kernmarkten. Die zien dat en vragen op een gegeven moment: ‘kunnen jullie ons een ‘end-to-end-it-dienstvereniging’ bieden. Van bedenken naar realiseren en beheren. En om dat te doen moeten we echt sterk staan op het vlak van consulting, applicaties, data, cybersecurity en cloud. Dankzij de fusie met Sopra Steria hebben we van deze vijf capabilities voldoende aan boord om onze grote klanten end-to-end te ontzorgen, met innovatieve oplossingen.
Die stip aan de horizon is dat wij voor deze klanten opschuiven naar een rol als strategisch partner. En uiteraard, we hebben daarnaast altijd een groeiambitie.
Je noemt vijf capabilities, maar daar hoort artificiële intelligentie niet bij?
Dat is een onderliggende technologie, maar daar zijn wij, net als elk ander it-bedrijf, nadrukkelijk mee bezig. Een van onze voornaamste agendapunten is dat binnen nu en een jaar elke medewerker in staat moet zijn om in zijn werk ai toe te passen. Daarvoor krijgt iedereen ai-training, ik óók. Elke rol in ons bedrijf dient ‘ai assisted’ te worden. Zo hebben onze consultants een eigen tool, – Cédric -, net als onze programmamanagers en projectleiders: Haidi. Onze softwareontwikkelaars gebruiken een ai-platform, DEP, waarin ze uit een aantal ai-tools kiezen om code te genereren.
Waar we ons voor willen behoeden is het ontwikkelen van eigen ai-technologie of het ons committeren aan bepaalde tools. We willen daar flexibel in zijn. Want het verandert zo snel. Beter is het voortdurend evolueren van de ai-technologie, slim kiezen en dan specifieke context geven aan een consultant, een programmeur of een programmamanager. Het is een moeilijke race, maar de kunst is om er altijd net voor te blijven. En daar hebben we dus onze communities voor.
In Nederland hebben we nu drie grote Franse it-partijen: Capgemini, Atos en Sopra Steria. Wordt de dominantie vanuit Frankrijk niet te groot? Je zag bij de Atos, dat in zwaar weer verkeerde, het Franse belang toch de boventoon voeren in de bedrijfsvoering.
Daar ben ik bij Sopra Steria niet bang voor. Het is een stabiele, beursgenoteerde onderneming maar ook nog een deel een familiebedrijf van medeoprichter Pierre Pasquier. Dat familiaire karakter is terug te zien in de strategie: we laten ons niet leiden door de waan van de wartaalcijfers en werken gestaag aan de uitvoering van de strategie. Onze onafhankelijkheid is geborgd door de familie; Sopra Steria zal niet ineens in Amerikaanse handen verdwijnen!
Klantenkring
Een van de specialismen van Sopra Steria is security. Een paar internationale voorbeelden: voor Airbus en Europese Centrale Bank regelt het concern de cyberbeveiliging en samen met Idemia bewaakt Sopra Steria in opdracht van de Europese Unie de Schengengrenzen met biometrische technologie. En tijdens de afgelopen Olympische Spelen voerde het bedrijf de counter-drone-beveiliging uit met behulp van een digitale oplossing om die vliegende objecten uit de lucht te halen en de piloten te vinden. Dagelijks werden er zo’n honderdvijftig drones naar beneden gehaald van… toeristen.
Sopra Steria telt in de Benelux circa vierduizend werknemers, verdeeld over Nederland (1700), België (2300) en Luxemburg (350). De omzet ligt rond de zevenhonderd miljoen euro. Tot de klantenkring in de Benelux behoren onder andere Het Kadaster, Prorail, NS, LVNL, Belastingdienst, Logius, Meemoo (het Vlaams Instituut voor Archief) en FOD Financiën/SPF Finances.