De vernieuwing van de it-infrastructuur van Defensie gaat 362 miljoen euro extra kosten. Het project Grensverleggende IT (GrIT), belangrijk voor de verdediging van Nederland, loopt bovendien drie jaar vertraging op. In plaats van eind 2027 geldt nu eind 2030.
Dat meldt staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie) in een brief aan de Tweede Kamer. De verlate oplevering is te wijten aan een andere ‘focus’ en ‘eerdere tegenvallende resultaten’. Om het leger snel paraat te kunnen krijgen, moeten bepaalde functionaliteiten met voorrang gereed komen. Defensie legt daar veel nadruk op. Maar los daarvan loopt GrIT stroef. Tegenvallers en verkeerde ramingen stapelen elkaar op. De vele afhankelijkheden tussen de bestaande en de nieuwe it-omgeving remmen de voortgang af. Het Athena-consortium van IBM/Atos/Unica aan wie het GrIT is gegund, stuit bijvoorbeeld op complexe koppelingen.
De vertraging betekent dat de operatie ten minste acht jaar later gereed komt dan het ministerie aanvankelijk had gedacht. Defensie ging er in 2016 nog van uit dat alle bestaande functionaliteiten in 2022 op de nieuwe it-infrastructuur konden gaan draaien. Bij de start van GrIT in 2014 noemde Defensie zelfs nog een mogelijke einddatum van 2020.
BIT
Voor het ministerie moet GrIT een hoofdpijndossier zijn. Telkens lopen zaken anders. Het begon al met de aanbesteding. Het Bureau ICT-toetsing (BIT), de voorganger van het AcICT, vond dat het project te groot was om aan één leverancier (IBM en Atos) uit te besteden. Bovendien vond BIT dat de opdracht slecht was doordacht. De ambities van de legertop stonden in geen enkele verhouding tot de budgetten en de beschikbare it’ers. Het ministerie besloot daarop in 2019 de aanbesteding stop te zetten en alternatieve scenario’s te onderzoeken. Uiteindelijk konden IBM (inmiddels Kyndryl) en Atos toch aan de slag gaan. In 2021 maakte GrIT, dat voorziet in vervanging en modernisering van een groot deel van de huidige it-infrastructuur, een herstart.
Sindsdien vordert het project ‘gestaag’, zoals het ministerie zegt. Afgelopen oktober kondigde de staatssecretaris een aanpassing van GrIT aan om beter te voldoen aan nieuwe behoeften en omstandigheden. Door de toenemende oorlogsdreiging krijgt nieuwe it voor operationele commando’s meer prioriteit. GrIT dient de operationele inzet van de krijgsmacht snel beter te gaan ondersteunen. Het is nodig bepaalde functionaliteiten in de tijd naar voren te schuiven.
Defensie spreekt van een ‘last it standing’. Bepaalde cruciale it-systemen moeten blijven functioneren totdat de nieuwe systemen volledig operationeel zijn en de overgang voltooid is. Het gaat meer geld kosten om de continuïteit en stabiliteit te waarborgen tijdens de migratie naar nieuwe technologieën.
Deze veranderde focus binnen GrIT komt boven op de vertragingen waaronder het programma sowieso lijdt. Zeker is dat GrIT door beide ontwikkelingen veel meer gaat kosten. Het ministerie heeft hiervoor tot 2030 in totaal 362 miljoen euro extra uitgetrokken.
Alleen al door ‘marktontwikkelingen’ stijgen de exploitatiekosten van GrIT met 278 miljoen. Prijzen stijgen door schaarste op de wereldmarkt en nieuwe technologische ontwikkelingen, klaagt het ministerie. Verder zou de vervanging van software vaak krachtigere hardware vereisen. Ten slotte leidt de schaarste aan it’ers tot hogere kosten. Extra servercapaciteit (verkeerd ingeschat) en kosten van beheer brengen de totale extra exploitatielast op 284,6 miljoen.
Ook de investeringskosten lopen op met 77 miljoen. De risicoreservering voor GrIT is met 54 miljoen verhoogd. Dit wordt nodig geacht om beter om te gaan met risico’s zoals personeelstekorten, het migreren van applicaties naar het nieuwe Defensie-cloudplatform en verbeteringen in de beveiliging. Ook is bijna zeventien miljoen extra ingeboekt voor meer inzet van extern personeel. Defensie dacht eerst dat zodra de bouw van elk GrIT-blok zou beginnen, er geen onderhoud of beheer van de bestaande it-systemen meer nodig zou zijn. Nu blijkt dit wel het geval te zijn. Het voorzien in koppelingen voor tijdelijk parallel gebruik tussen de huidige en nieuwe it blijkt complexer en het aantal koppelingen is groter dan gedacht. Dit kost zeven miljoen extra.
Staatssecretaris Tuinman meldt als vordering het Twin Datacenter, twee gebouwen met servers en koeling die elkaar bij uitval kunnen vervangen. Ook kunnen de gebruikers van Defensie-werkplekken nu sneller en bedrijfszekerder werken. Ten slotte is er een it-infrastructuur gereed gekomen waardoor legereenheden die een Navo-taak hebben stand-by kunnen zijn.